ECLI:NL:RBNHO:2024:3233

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
C/15/23/14 R
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot heroverweging van de beslissing tot gedeeltelijke vrijstelling van de sollicitatieplicht in het kader van de schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft de rechter-commissaris op 3 april 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot heroverweging van een eerdere beslissing met betrekking tot de sollicitatieplicht van de schuldenaar in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). De schuldenaar, die 100% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV, had eerder een gedeeltelijke vrijstelling van de sollicitatieplicht gekregen voor 16 uur per week. De bewindvoerder verzocht de rechter-commissaris om deze beslissing te heroverwegen en de schuldenaar volledig vrij te stellen van de sollicitatieplicht, gezien de arbeidsongeschiktheid en de conclusie van het UWV dat de schuldenaar geen verdiencapaciteit heeft voor de maatgevende arbeid.

De rechter-commissaris heeft de eerdere beslissing bevestigd en het verzoek tot heroverweging afgewezen. Hij oordeelde dat, hoewel de schuldenaar ongeschikt is voor zijn maatgevende arbeid, dit niet betekent dat hij geen andere arbeid kan verrichten. De rapporten van het UWV geven aan dat de schuldenaar belastbaar is voor maximaal 4 uur per dag en 20 uur per week, wat betekent dat hij moet solliciteren naar een baan die binnen deze beperkingen valt. De rechter-commissaris zag geen reden om af te wijken van zijn eerdere beslissing en concludeerde dat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere conclusies van het UWV in twijfel trok.

De beschikking is gegeven door mr. J. van der Kluit, rechter-commissaris, en tegen deze uitspraak staat gedurende vijf dagen hoger beroep open bij de rechtbank, waarbij het verzoekschrift door een advocaat moet worden ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
insolventienummer: C/15/23/14 R
beschikking van 3 april 2024
in de schuldsaneringsregeling van:
[schuldenaar],
geboren op [geboortedatum] te [plaats 1],
wonende te [plaats 2],
schuldenaar.

1.De procedure

1.1.
Op 19 maart 2024 heeft de bewindvoerder de rechter-commissaris verzocht om schuldenaar volledig vrij te stellen van zijn sollicitatieplicht gedurende de looptijd van de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp). De rechter-commissaris heeft dit verzoek op 25 maart 2024 gedeeltelijk toegewezen en schuldenaar gedurende de looptijd van de wsnp voor 16 uur ontheven van zijn sollicitatieplicht. Vervolgens heeft de bewindvoerder de rechter-commissaris op 25 maart 2024 verzocht om deze beslissing te heroverwegen.

2.De beoordeling

2.1.
De rechter-commissaris heeft zijn beslissing van 19 maart 2024 gebaseerd op de verzekeringsgeneeskundige rapportage van 24 mei 2023 en het arbeidsdeskundig rapport van 31 mei 2023, beide opgemaakt door het UWV in het kader van de WIA-uitkering van schuldenaar. In zowel het verzekeringsgeneeskundig rapport als het arbeidsdeskundig rapport is vastgesteld dat schuldenaar verminderde functionele mogelijkheden als gevolg van ziekte heeft en dat voor hem een urenbeperking geldt van 4 uur per dag en 20 uur per week. Verder is onder meer als beperking aangegeven dat schuldenaar is aangewezen op regelmatige werktijden en dat hij niet kan werken in de avond en de nacht. Verder is vastgesteld dat de functionele mogelijkheden van schuldenaar op de middellange termijn in belangrijke mate zullen toenemen.
Het voorgaande betekent dat schuldenaar voor 20 uur per week beschikbaar is om arbeid te verrichten, rekening houdend met de beperkingen die daarvoor op grond van het arbeidsdeskundig rapport gelden.
2.2.
In haar verzoek om de beslissing van 19 maart 2024 te heroverwegen heeft de bewindvoerder erop gewezen dat in het arbeidsdeskundig rapport van het UWV ook als conclusie staat dat schuldenaar ongeschikt is voor de maatgevende arbeid en dat hij daarom geen verdiencapaciteit heeft. Daarmee is de arbeidsongeschiktheidspercentage van schuldenaar in het kader van de WIA volgens het rapport vastgesteld op 100 %. De bewindvoerder verzoekt daarom schuldenaar geheel vrij te stellen van de sollicitatieplicht gedurende de duur van de wsnp indien deze gelijk is aan de duur van zijn WIA-uitkering.
2.3.
De rechter-commissaris ziet geen reden om terug te komen van zijn beslissing van
19 maart 2024. De conclusie die de bewindvoerder verbindt aan de vaststelling door het UWV dat schuldenaar geen verdiencapaciteit heeft voor de maatgevende arbeid en hij voor 100% arbeidsongeschikt is in het kader van de WIA, is onjuist. Dat schuldenaar in het kader van de WIA ongeschikt is voor de maatgevende arbeid, betekent dat hij de arbeid die hij verrichtte vóórdat hij ziek werd (hij werkte als chauffeur/monteur) niet meer kan doen. Dit betekent niet dat schuldenaar in het kader van de wsnp geen andere arbeid kan verrichten. Uit beide rapporten van het UWV blijkt immers dat hij belastbaar is voor maximaal 4 uur per dag en 20 uur per week. Dat gegeven is het uitgangspunt voor de arbeidsverplichting in de wsnp. Schuldenaar dient daarom te solliciteren naar een baan voor 20 uur per week, daarbij rekening houdend met zijn beperkingen zoals die blijken uit het arbeidsdeskundig rapport.
2.4.
De rechter-commissaris ziet ook geen aanleiding om schuldenaar te laten keuren door Argonaut, zoals de bewindvoerder subsidiair heeft verzocht. Er is immers geen nieuwe medische informatie beschikbaar op grond waarvan moet worden getwijfeld aan de conclusies van de verzekeringsgeneeskundige en arbeidsdeskundige rapporten van het UWV.

3.De beslissing

De rechter-commissaris:
wijst het verzoek tot heroverweging van zijn beslissing van 19 maart 2024 af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. van der Kluit, rechtercommissaris, op 3 april 2024. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak staat gedurende vijf dagen hoger beroep op de rechtbank open. Het hoger beroep dient te worden ingesteld bij een verzoekschrift dat door een advocaat moet zijn ondertekend.