ECLI:NL:RBNHO:2024:3179

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
29 maart 2024
Zaaknummer
10782707 \ CV EXPL 23-4813
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake informatieplichten bij verzekeringsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 april 2024 een tussenvonnis gewezen in een civiele procedure tussen UNIGARANT N.V., handelend onder de naam 'ANWB Verzekeren', en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde gedagvaard en vordert betaling van € 74,64 aan hoofdsom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40, alsook veroordeling in de proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen, die als financieel product wordt aangemerkt volgens artikel 6:230g lid 1 onder o van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechter heeft ambtshalve de informatieplichten uit de relevante wetgeving, waaronder de Wet op het financieel toezicht (Wft) en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen, in overweging genomen. De eisende partij heeft gesteld dat de overeenkomst via haar website is gesloten, maar heeft niet voldoende toegelicht hoe zij aan de informatieplichten heeft voldaan.

De kantonrechter heeft de eisende partij opgedragen om een nadere, onderbouwde toelichting te geven over de naleving van de informatieplichten. Indien de eisende partij hier niet aan voldoet, kan dit gevolgen hebben voor de vordering. De rechter heeft verder bepaald dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden en dat de eisende partij op 1 mei 2024 bij akte op de rol moet verschijnen om de gevraagde toelichting te geven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10782707 \ CV EXPL 23-4813
Uitspraakdatum: 3 april 2024
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
UNIGARANT N.V., mede handelende onder de naam
“ANWB Verzekeren”
gevestigd te ‘s -Gravenhage
de eisende partij
gemachtigde: gerechtsdeurwaarders [gemachtigde] en mr. E. Krom
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 74,64, aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover en de buitengerechtelijke incassokosten van € 48,40. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
Tussen partijen is een verzekeringsovereenkomst tot stand gekomen. Deze overeenkomst geldt als een financieel product zoals bedoeld in artikel 6:230g lid 1 onder o Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). In artikel 6:230h lid 2 onder b BW is bepaald dat daarop niet alle informatieplichten uit die afdeling van toepassing zijn. Als een financiële overeenkomst online, telefonisch of buiten de verkoopruimte is gesloten dan zijn daarop de informatieplichten van toepassing zoals bedoeld in paragrafen 1 en 6 van Afdeling 2b, Titel 5 van Boek 6 BW, artikel 4:20 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de paragrafen 8.1.1, 8.1.4, 8.1.6 en 8.1.7 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd.
2.3.
De eisende partij heeft gesteld dat de overeenkomt via de website van de eisende partij tot stand is gekomen en dat zij aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten heeft voldaan. Zij heeft echter niet toegelicht op welke wijze zij heeft voldaan aan voornoemde voorschriften en zal in de gelegenheid worden gesteld om dat alsnog te doen.
2.4.
De eisende partij wordt opgedragen een nadere, onderbouwde toelichting te geven ten aanzien van rechtsoverweging 2.3. Indien de eisende partij daaraan niet of niet volledig voldoet, zal de kantonrechter daaraan op grond van de artikelen 22 en 139 Rv de gevolgen verbinden die zij geraden acht.
2.5.
De eisende partij moet in de zaken waarin gedaagde een consument is, de toelichting geven zoals hiervoor overwogen. Indien die toelichting niet of onvoldoende is gegeven, kan dat in het vervolg leiden tot afwijzing van de vordering wegens het niet voldoen aan de stelplicht.
2.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.3. De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt de eisende partij om bij akte op de rol van
1 mei 2024de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals hiervoor is overwogen;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter