In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 27 maart 2024 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen Stichting Elan Wonen en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van een huurachterstand van € 4.948,58, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en rente. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van de huurovereenkomst getoetst aan de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De rechter oordeelde dat de gedaagde partij tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, wat de ontbinding en ontruiming rechtvaardigt. De kantonrechter heeft de vordering tot vergoeding van de verschenen rente afgewezen, omdat de renteberekening niet inzichtelijk was gemaakt. De vordering tot ontruiming en betaling van de huurachterstand werd toegewezen, met inachtneming van een ontruimingstermijn van veertien dagen na betekening van het vonnis. De gedaagde partij werd in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.