ECLI:NL:RBNHO:2024:3049

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
27 maart 2024
Zaaknummer
10562877
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis na kennelijke rekenfout in civiele zaak tussen VVE en gedaagde

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 27 maart 2024 een herstelvonnis gewezen in de zaak tussen de VVE, gevestigd te [plaats], en de gedaagde, wonende te [plaats]. De VVE had op 2 februari 2024 verzocht om verbetering van een eerder vonnis van 24 januari 2024, waarin een bedrag van € 111,36 was vastgesteld. De VVE verzocht om dit bedrag te wijzigen naar € 126,91, omdat er sprake was van een kennelijke rekenfout.

De rechtbank heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, maar de gedaagde heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke rekenfout in het eerdere vonnis, wat eenvoudig te herstellen was. Het verzoek van de VVE is dan ook toegewezen.

In het herstelvonnis is bepaald dat het eerdere dictum, waarin stond dat de gedaagde € 111,36 moest betalen aan de VVE, wordt gewijzigd naar een bedrag van € 126,91. Tevens is bepaald dat deze wijziging op de minuut van het eerdere vonnis van 24 januari 2024 moet worden vermeld, met de datum van 27 maart 2024. De rechtbank heeft verder gelast dat partijen, voor zover zij dit nog niet hebben gedaan, de ontvangen grosse of het afschrift van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Dit vonnis is uitgesproken door mr. E. Jochem in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10562877 \ CV EXPL 23-3771
Uitspraakdatum: 27 maart 2024
Herstelvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[vve],
gevestigd te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: de VVE,
gemachtigde: [gemachtigde],
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 2 februari 2024 is namens de VVE verzocht om verbetering van het op 24 januari 2024 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat het in het dictum onder 5.1 vermelde bedrag van “€ 111,36” wordt gewijzigd in “€ 126,91”.
1.2.
De rechtbank heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. [gedaagde] heeft niet op dit verzoek gereageerd.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 24 januari 2024 sprake is van een kennelijke (reken)fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De rechtbank

3.1.
bepaalt dat 5.1 van het op 24 januari 2024 tussen de VVE en [gedaagde] gewezen vonnis, waar staat
“veroordeelt [gedaagde] om aan de VVE te betalen een bedrag van € 111,36, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 7 juni 2024 tot de dag van volledige betaling,”
wordt gewijzigd in
“veroordeelt [gedaagde] om aan de VVE te betalen een bedrag van € 126,91, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 7 juni 2024 tot de dag van volledige betaling,”
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 27 maart 2024 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 24 januari 2024,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 24 januari 2024 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2024.