ECLI:NL:RBNHO:2024:3049
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Herstelvonnis na kennelijke rekenfout in civiele zaak tussen VVE en gedaagde
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 27 maart 2024 een herstelvonnis gewezen in de zaak tussen de VVE, gevestigd te [plaats], en de gedaagde, wonende te [plaats]. De VVE had op 2 februari 2024 verzocht om verbetering van een eerder vonnis van 24 januari 2024, waarin een bedrag van € 111,36 was vastgesteld. De VVE verzocht om dit bedrag te wijzigen naar € 126,91, omdat er sprake was van een kennelijke rekenfout.
De rechtbank heeft de gedaagde in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren, maar de gedaagde heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke rekenfout in het eerdere vonnis, wat eenvoudig te herstellen was. Het verzoek van de VVE is dan ook toegewezen.
In het herstelvonnis is bepaald dat het eerdere dictum, waarin stond dat de gedaagde € 111,36 moest betalen aan de VVE, wordt gewijzigd naar een bedrag van € 126,91. Tevens is bepaald dat deze wijziging op de minuut van het eerdere vonnis van 24 januari 2024 moet worden vermeld, met de datum van 27 maart 2024. De rechtbank heeft verder gelast dat partijen, voor zover zij dit nog niet hebben gedaan, de ontvangen grosse of het afschrift van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Dit vonnis is uitgesproken door mr. E. Jochem in het openbaar.