In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 28 maart 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een geschil tussen de Stichting Woningstichting Rochdale en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, en betaling van huurachterstand en bijkomende kosten. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis de eisende partij de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de (on)eerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bik- en rentebedingen in de algemene voorwaarden oneerlijk zijn, omdat deze in combinatie met elkaar leiden tot hogere kosten voor de huurder dan wettelijk toegestaan. De kantonrechter heeft de relevante artikelen uit de algemene voorwaarden vernietigd en de vordering tot betaling van de huurachterstand van € 1.887,09 toegewezen. Tevens is de gedaagde partij veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 620,32 per maand voor het gebruik van het gehuurde na de ontbinding. De proceskosten zijn voor rekening van de gedaagde partij, met uitzondering van de kosten voor de akte die voor rekening van de eisende partij blijven.