Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde] ,
3.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidDe Geus Bouw B.V.,gevestigd te Broek op Langedijk ,verder te noemen: De Geus,gemachtigde: mr. S. Hartog.
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Artikel 171. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken worden onder meer gerekend, voor zover aanwezig:a. de grond, (…) de balkonconstructies, alsmede de vloeren en de wanden die de scheiding vormen tussen gemeenschappelijke gedeelten of tussen (een) gemeenschappelijk(e) gedeelte(n) en (een) privé gedeelte(n) of tussen privé gedeelten;b. (…)c. (…), alsmede de plafonds en afwerklagen van de vloeren van de balkons, ook voor zover aanwezig binnen een privégedeelte;”
3.Het geschil
(i) verklaart voor recht dat [gedaagde] c.s. jegens [eiseres] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door [eiseres] geleden schade;
(ii) [gedaagde] dan wel [vereniging] dan wel De Geus veroordeelt tot betaling van een bedrag van
€ 2.895,00, te vermeerderen met rente en kosten.
4.De beoordeling
Dit klemt te meer nu is komen vast te staan dat [gedaagde] met [eiseres] wilde overleggen over werkzaamheden waarvan is komen vast te staan dat deze noodzakelijk waren om de door [gedaagde] ondervonden lekkageproblemen te verhelpen. [gedaagde] c.s. heeft namelijk gesteld dat het in het onderliggende appartement van [gedaagde] na voltooiing van de werkzaamheden niet meer heeft gelekt en [eiseres] heeft dat niet weersproken. In dat licht bezien is de kale stelling van [eiseres] dat de lekkageproblemen het gevolg zijn geweest van eerdere werkzaamheden in de onderliggende bedrijfsruimtes waarbij “de dakconstructie in zijn geheel is doorboord”, onvoldoende onderbouwd.