ECLI:NL:RBNHO:2024:297

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 januari 2024
Publicatiedatum
15 januari 2024
Zaaknummer
346385 KG ZA 23-637
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot herstel van voertuigen in kort geding wegens gebrek aan spoedeisend belang en niet-gelijkluidende expertiserapporten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 januari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Onere B.V. en Gomes Noord-Holland B.V. Onere, een transport- en koeriersonderneming, vorderde herstel van vier Mercedes-Benz bestelbussen die zij in 2018 had aangeschaft van Gomes, een auto- en bedrijfswagen dealer. Onere stelde dat de voertuigen non-conform waren, omdat de portieren na aflevering niet goed functioneerden. Gomes weigerde echter herstel of vervanging, wat leidde tot de rechtszaak.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Onere onvoldoende spoedeisend belang had bij de gevorderde voorziening. De rechter merkte op dat Onere tweeënhalf jaar had gewacht met het starten van de procedure voor twee voertuigen en dat zij vervangend vervoer had geregeld. Dit leidde tot de conclusie dat de vordering niet spoedeisend was. Bovendien waren de expertiserapporten van ZNEB en CED niet gelijkluidend, wat verdere bewijslevering noodzakelijk maakte, iets wat niet mogelijk is in een kort geding.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van Onere afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Gomes, die zijn vastgesteld op € 1.373,00. De uitspraak benadrukt het belang van spoedeisendheid in kort geding procedures en de noodzaak van gelijkluidende expertiserapporten voor het vaststellen van non-conformiteit.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/346385 / KG ZA 23-637
Vonnis in kort geding van 12 januari 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ONERE B.V.,
gevestigd te Haarlem,
eisende partij,
hierna te noemen: Onere,
advocaat: mr. K. Tülü te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GOMES NOORD-HOLLAND B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Gomes,
advocaat: mr. R.L.M. Cox.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 december 2023 met producties 1 tot en met 18;
- de brief van 7 december 2023 van Gomes met producties 1 tot en met 10;
- de brief van 8 december 2023 van Onere met producties 19 tot en met 21;
- de mondelinge behandeling van 11 december 2023, waarbij zijn verschenen de heren [betrokkene 1] (directeur) en [betrokkene 2] (directeur) namens Onere bijgestaan door mr. Tülü voornoemd en de heren [betrokkene 3] (directeur) [betrokkene 4] (manager schadebedrijf Gomes Schadecentrum B.V.) namens Gomes bijgestaan door mr. Cox voornoemd;
- de pleitnota van Onere;
- de pleitnota van Gomes.
1.2.
Na afloop van de mondelinge behandeling is de zaak aangehouden tot 22 december 2023, zodat partijen de gelegenheid hadden de zaak alsnog via een minnelijke schikking op te lossen. Dat is kennelijk niet gelukt. De datum van het vonnis is vervolgens bepaald op vandaag.

2.De uitgangspunten

2.1.
Onere exploiteert een transport- en koeriersonderneming.
2.2.
Gomes is een auto- en bedrijfswagen dealer.
2.3.
Onere heeft in 2018 vier nieuwe Mercedes-Benz bestelbussen (hierna: de voertuigen) van het type Sprinter gekocht en geleverd gekregen van Gomes. De koopprijs was € 37.510,- per voertuig.
2.4.
Bij brief van 28 maart 2019 heeft Onere aan Gomes meegedeeld dat de portieren van de vier voertuigen na aflevering niet of althans zeer moeilijk open en dicht gaan. In de brief heeft Onere Gomes verzocht om kosteloos en deugdelijk herstel of vervanging van de voertuigen.
2.5.
Bij brief van 10 mei 2019 heeft Gomes aan Onere meegedeeld dat er geen sprake is van non-conformiteit, waardoor Gomes niet over zal gaan tot herstel of vervanging van de voertuigen.
2.6.
Onere heeft ZNEB Expertise en Taxatie B.V. (hierna: ZNEB) ingeschakeld om de voertuigen te onderzoeken. ZNEB heeft op 8 juli 2019 een expertiserapport uitgebracht.
2.7.
Op 28 juni 2021 heeft een expert van CED Nederland B.V., in opdracht van Gomes, de voertuigen onderzocht en op 2 augustus 2021 een expertiserapport uitgebracht.

3.Het geschil

3.1.
Onere vordert – samengevat – Gomes te veroordelen tot herstel van de vier voertuigen binnen zeven dagen na het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag, alsmede Gomes te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Onere legt aan de vordering ten grondslag dat Gomes non-conforme voertuigen heeft geleverd. Onere kan geen gebruik maken van twee voertuigen waardoor haar bedrijfsvoering schade oploopt. Gomes dient te zorgen voor deugdelijk herstel of vervanging van de voertuigen op grond van artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
3.3.
Gomes voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Onere ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft.
4.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Onere onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er op dit moment sprake is van een zodanig spoedeisend belang tot het treffen van de gevorderde voorziening dat de beslissing in een eventuele bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Daartoe is het volgende redengevend.
4.3.
De vordering ziet op herstel van een viertal voertuigen. Uit hetgeen Onere naar voren heeft gebracht in de stukken is gebleken dat twee voertuigen sinds mei 2021 respectievelijk februari 2023 niet meer kunnen worden gebruikt. Onere heeft tweeënhalf jaar respectievelijk negen maanden gewacht met het starten van een kort geding procedure. Zij heeft bovendien vervangend vervoer geregeld. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat niet gesproken kan worden van spoedeisendheid bij onderhavige vordering.
4.4.
Ter zijde wordt nog opgemerkt dat toewijzing van een vordering in kort geding alleen dan mogelijk is als aannemelijk is dat eenzelfde vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen. Het gaat om een voorlopige beoordeling, waarbij vanwege de aard van de procedure nadere bewijslevering, anders dan in een bodemprocedure, niet tot de mogelijkheden behoort.
4.5.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet vastgesteld kan worden of er sprake is van non-conformiteit ten aanzien van de geleverde voertuigen. De conclusies van de twee expertiserapporten van ZNEB en CED zijn niet gelijkluidend. Hiervoor is nader onderzoek en nadere bewijslevering noodzakelijk. Daartoe leent deze procedure zich niet.
4.6.
Onere is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de kant van Gomes als volgt vastgesteld:
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
697,00
Totaal
1.373,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Onere af,
5.2.
veroordeelt Onere in de proceskosten, aan de kant van Gomes tot dit vonnis vastgesteld op € 1.373,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Voogd en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2024.