ECLI:NL:RBNHO:2024:2926
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een besluit van het Schadefonds Geweldsmisdrijven
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar gericht tegen het besluit van 3 februari 2023, waarbij haar aanvraag voor een tegemoetkoming uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 13 februari 2024 behandeld, waarbij eiseres, haar zus, moeder en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het bezwaar van eiseres te laat is ingediend, meer dan twee maanden na de wettelijke bezwaartermijn van zes weken. Eiseres heeft aangevoerd dat zij tijdig bezwaar heeft gemaakt per aangetekende post, maar heeft geen bewijs kunnen overleggen dat dit ook daadwerkelijk is gebeurd. De rechtbank oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, omdat eiseres en haar moeder in staat waren om digitaal bezwaar te maken en tijdig kennis hebben genomen van de beslissing op de aanvraag. De rechtbank heeft geen bijzondere omstandigheden gevonden die de termijnoverschrijding kunnen rechtvaardigen. Daarom verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar. Eiseres krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en geen vergoeding van proceskosten.