Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 februari 2024 in de zaak tussen
[bedrijf 1] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Zaanstad, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
artikel 19.2
2.4 Aan artikel 19.2 wordt toegevoegd: “De eerste termijn van € 21.000 is reeds voldaan. De tweede termijn van € 21.075 zal door Exploitant bij de contractovername worden voldaan, in afwijking van het in de Overeenkomst genoemde moment van verschuldigdheid”.”
€ 7.404,45. Daarnaast hebben wij bij overname anterieure overeenkomst ook een bedrag betaal[d] van € 7.500, - (zie bijlage). Wij begrepen uit de begeleidend communicatie dat dit laatste bedrag in rekening gebracht werd voor de extra kosten (“extra overleg, communicatie e.v.”). Ook merken wij dat er in de aanslag twee keer de post “welstandscommissie (wonen)” voor een bedrag van € 2.564,85 wordt meegenomen. Wij hebben de indruk dat deze posten dubbel gefactureerd worden. Zou u dit kunnen nakijken?”
Geschil11. In geschil is of de legesaanslag, zoals deze luidt na de uitspraak op bezwaar, te hoog is vastgesteld. Meer specifiek is in geschil of via de legesaanslag kosten in rekening zijn gebracht die reeds op grond van de Overeenkomst verhaald zijn. Tevens is in geschil of verweerder in strijd heeft gehandeld met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Beslissing
mr. J.M. Kempers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
29 februari 2024.