Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verdere verloop van de procedure
- de beschikking van 18 oktober 2023 en de daaraan ten grondslag liggende stukken
- de e-mail van mr. Arts aan de rechtbank van 14 november 2023 waarin bezwaar wordt gemaakt tegen (een deel van) de begroting van de deskundige
- de e-mail van de rechtbank aan mr. Arts van 16 november 2023
- de e-mail van mr. Arts aan de rechtbank van 17 november 2023
- het deskundigenrapport en de eindnota van de deskundige van 13 februari 2024
- de brieven van de griffier aan partijen van 21 respectievelijk 22 februari 2024
- de brief van mr. Arts van 4 maart 2024.
2.De verdere beoordeling
Uit de begroting blijkt niet welke bedragen de deskundige voor de verschillende posten heeft gerekend. Vergeleken met de overige in de begroting genoemde posten zal de post “overleg met beide advocaten” qua tijdsbesteding en daarmee ook qua kosten naar het oordeel van de rechtbank echter een minimaal bedrag zijn. De posten “Bouwkundige staat verbouwing”, “Visuele inspectie”, “Lekkage onderzoek” en “Maximaal 1 keer aanpassen rapportage” zullen vanwege de daarmee gemoeide tijd verreweg de grootste kostenposten van de begroting zijn. Of de deskundige uiteindelijk “overleg heeft gehad met beide advocaten” en daarvoor een bedrag in rekening heeft gebracht, is bovendien niet duidelijk, omdat de eindnota niet is gespecificeerd naar verrichte werkzaamheden. Voor zover voor overleg wel een bedrag in rekening is gebracht, zal dit zoals hiervoor overwogen hooguit een klein bedrag zijn. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding de hoogte van het aan de deskundige toekomende loon daarvoor te corrigeren. Het loon van de deskundige wordt daarom vastgesteld op € 1.950,-.