Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
parketnummer 15.245866.22ten laste gelegd dat:
parketnummer 15.056922.24ten laste gelegd dat:
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
(medeplegen poging doodslag)en subsidiair
(medeplichtigheid aan poging doodslag)ten laste gelegde feiten. De officier van justitie vordert de bewezenverklaring van feit 1 meer subsidiair
(openlijke geweldpleging), feit 2 en feit 3 (
overtredingen van de Wet wapens en munitie). Ten aanzien van de openlijke geweldpleging heeft de officier van justitie – kort gezegd – gesteld dat de verdachte de initiator was van het conflict en de ontmoeting tussen betrokkenen. Het aandeel van de verdachte bij de uiteindelijke vechtpartij bestond uit het dreigen met een honkbalknuppel en het slaan van [benadeelde partij 2] , maar ook uit het pakken van een mes. De verdachte heeft hiermee, aldus de officier van justitie, bijgedragen aan het (verder) escaleren van het conflict waarbij de medeverdachte [medeverdachte] het mes van de verdachte heeft kunnen afpakken en [benadeelde partij 1] met het mes heeft verwond.
eken dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt waren, namelijk
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering van de benadeelde partij
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
1 maand.
120 urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 60 dagen hechtenis.
[benadeelde partij 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 638,40(zeshonderdachtendertig euro en veertig eurocent), bestaande uit € 138,40 (honderdachtendertig euro en veertig eurocent) voor de materiële en € 500,00 (vijfhonderd euro) voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 638,40(zeshonderdachtendertig euro en veertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
12 dagengijzeling, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.