Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 maart 2024 in de zaak tussen
[verzoekster] uit [plaats 1] , verzoekster
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
25 april 2019 met haar kinderen bij haar ouders, zus en broer in [plaats 2] gaan wonen. Haar zus is inmiddels verhuisd. Sinds september 2023 is verzoekster in behandeling bij haar huisarts en een psycholoog.
[praktijkondersteuner] , praktijkondersteuner GGZ. In die brief staat het volgende:
“(…) Door psychische problemen van moeder en de pubertijd van broertje zijn er regelmatig conflicten in huis die voor veel spanning zorgen. Patiënte is recent uitgevallen op haar werk vanwege Chronisch Stress syndroom (burn-out klachten). (…) De thuissituatie belemmert/stagneert het herstel van patiënte. Om bovenstaande redenen wil ik de urgentie van het verkrijgen van eigen woonruimte (…) onderschrijven.”
“(…) Er wordt aangegeven dat in huis veel conflicten zijn welke invloed hebben op het welzijn van alle bewoners. Betrokkene zelf heeft klachten passend bij overbelasting, angst en paniek. Betrokkene is hiervoor in behandeling en begeleiding van de huisarts en een psycholoog. De inwoonsituatie houdt haar klachten in stand. Er wordt gesproken van stagnatie. Het is invoelbaar dat verhuizing naar een zelfstandige woning een positieve invloed zal hebben op de klachten en het functioneren van betrokkene. Uit de stukken blijken echter geen aanwijzingen dat er een acute bedreiging van haar gezondheid dreigt als dat niet op zeer korte termijn plaatsvindt.”
aantoonbaarwordt bedreigd als gevolg van de huidige woonsituatie.
Verzoekster wijst weliswaar op informatie uit het huisartsenjournaal, de verklaring van de praktijkondersteuner en de verklaring van de psycholoog, maar daaruit blijkt niet van een situatie zoals in het beleid wordt bedoeld. Er blijkt wel uit dat verzoekster kampt met burn-out-, stress-, angst en paniekklachten, maar niet dat haar situatie zo ernstig is dat er onmiddellijk moet worden ingegrepen. De informatie die zij heeft overlegd is bovendien vooralsnog onvoldoende om te twijfelen aan de juistheid van het advies van Argonaut, die de beschikbare informatie heeft betrokken.
Verder overweegt de voorzieningenrechter dat het begrijpelijk is dat verzoekster zich zorgen maakt over haar kinderen, maar dat uit de beschikbare informatie niet volgt dat de huidige woonsituatie leidt tot zeer ernstige problemen voor de kinderen. Verzoekster stelt dat Veilig Thuis inmiddels is betrokken, maar heeft dit niet onderbouwd.