Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
vier maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
180 urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door drie maanden hechtenis.
drie jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 179 lid 6 WVW.
( art 163 lid 2 Wegenverkeerswet 1994, art 6 Wegenverkeerswet 1994, art 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994, art 8 lid 2 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994, art 8 lid 2 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994 )
aanrijding is gekomen met een bij groen licht overstekende voetganger, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )
bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 1095 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
( art 8 lid 2 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994 )
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [naam slachtoffer])
letsel en/of schade was toegebracht; ( art 7 lid 1 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994, art 7 lid 1 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994 )