Op 14 maart 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 31 december 2023 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, 29 kilo hennep had ingevoerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twaalf maanden geëist, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn studie in Londen. De verdediging voerde aan dat de verdachte vrijgesproken moest worden vanwege een ernstig vormverzuim, omdat de verdachte geen cautie was gegeven voordat hij door de douane werd ondervraagd. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de douane bevoegd was om de verdachte te controleren op basis van risicoprofielen. De rechtbank achtte de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd na het geven van de cautie, wel bruikbaar voor het bewijs. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Opiumwet en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De rechtbank wees ook het verzoek van de verdediging tot opheffing van de voorlopige hechtenis af, omdat de gronden voor de voorlopige hechtenis nog steeds aanwezig waren. Daarnaast werd de teruggave van een in beslag genomen telefoon aan de verdachte gelast, met de verplichting tot schadevergoeding omdat de telefoon inmiddels was vernietigd.