ECLI:NL:RBNHO:2024:2746

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
14/810332-08
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 maart 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, die in de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht verblijft. De rechtbank moest beslissen op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met twee jaren, na een eerdere verlenging van één jaar op 24 februari 2023. De betrokkene is eerder veroordeeld voor een drietal zedendelicten en de TBS-maatregel is opgelegd vanwege een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.

Tijdens de zitting op 29 februari 2024 zijn de betrokkene, deskundigen van de kliniek en de officier van justitie gehoord. De kliniek had in een advies van 4 januari 2024 aangegeven dat de betrokkene gediagnosticeerd is met een pedofiele stoornis en dat er onvoldoende beschermende factoren aanwezig zijn om het risico op terugval in delictgedrag te minimaliseren. Na een verdenking van een nieuw strafbaar feit op 28 januari 2024, heeft de kliniek haar advies aangepast en geadviseerd de TBS met twee jaren te verlengen.

De rechtbank heeft de adviezen van de kliniek en de onafhankelijke deskundigen in overweging genomen. De deskundigen hebben aangegeven dat het recidiverisico als matig tot hoog wordt ingeschat, vooral gezien de recente ontwikkelingen en het gebrek aan stabiliteit in de situatie van de betrokkene. De rechtbank concludeert dat de verlenging van de TBS noodzakelijk is voor de algemene veiligheid van personen en goederen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de TBS met twee jaren verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige kamer
Parketnummer: 14/810332-08
Uitspraakdatum: 14 maart 2024
Beslissing ex artikel 6:6:10 eerste lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv)
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van
[veroordeelde]
,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
nu verblijvende in de Van der Hoeven Kliniek te Utrecht,
hierna: de betrokkene,
met twee jaren.

1.De procedure

Bij vonnis van de rechtbank Alkmaar van 9 juli 2009 is aan de betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, wegens, kort gezegd, een drietal zedendelicten.
De termijn van de terbeschikkingstelling ving aan op 6 maart 2010.
De termijn is voor het laatst verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 24 februari 2023, voor de duur van één jaar.
De vordering waar de rechtbank nu over moet beslissen is op 15 januari 2024 bij de rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder a Sv, gedateerd 4 januari 2024, afkomstig van FPC Van der Hoeven Kliniek (hierna: de kliniek) en ondertekend door [deskundige 1], klinisch psycholoog/psychotherapeut, hoofd patiëntenzorg, tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting, door [deskundige 2], GZ-psycholoog en hoofd behandeling, en door [deskundige 3], psychiater;
  • een aanvullend verlengingsadvies gedateerd 19 februari 2024, afkomstig van de kliniek en ondertekend door [deskundige 2];
  • een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder b Sv;
  • adviezen van twee onafhankelijke gedragsdeskundigen zoals bedoeld in artikel 6:6:12, lid 3 Sv, te weten een advies gedateerd 1 december 2023, opgemaakt door [psychiater], psychiater, en een advies gedateerd 15 november 2023, opgemaakt door [psycholoog], psycholoog.
Op 29 februari 2024 is de vordering op een openbare terechtzitting behandeld. De betrokkene en de deskundige van de kliniek, [deskundige 2] (hoofd behandeling tevens GZ-psycholoog), zijn gehoord. Verder waren aanwezig de officier van justitie, mr. M.A. Hobbelink, en de raadsman van de betrokkene, mr. J. Boksem, advocaat te Groningen.
Wat tijdens deze zitting is besproken, is opgeschreven in een afzonderlijk proces-verbaal.

2.Het advies van de kliniek

In het advies van de kliniek gedateerd 4 januari 2024 staat onder meer het volgende:
De betrokkene is gediagnosticeerd met een pedofiele stoornis. Er is sprake van een (reeds behandelde,) posttraumatische stressstoornis, een persoonlijkheidsstoornis met borderline, vermijdende en antisociale trekken, een sociale angststoornis en forse verslavingsproblematiek.
De kliniek kijkt terug op een bewogen periode waarin is gebleken dat er vooralsnog sprake is van onvoldoende aanwezigheid van beschermende factoren, zoals adequate copingvaardigheden en inbedding in sociaal-maatschappelijke structuren. Bij het onmiddellijk wegvallen van het tbs-kader wordt het risico op een terugval in seksueel delictgedrag dan ook ingeschat als matig tot hoog. De kliniek adviseert derhalve een verlenging van de tbs-maatregel met een duur van één jaar. In dit jaar beoogt de kliniek de beschermende structuren van de heer [veroordeelde] verder op te bouwen en de samenwerkingsrelatie met FPA Heiloo te verbeteren, alvorens zij zullen toewerken naar proefverlof.
De rechtbank heeft van de kliniek een aanvullend advies gedateerd 19 februari 2024 ontvangen naar aanleiding van een verdenking van een nieuw strafbaar feit. In dit advies staat onder meer het volgende:
Hierbij informeren wij u desgevraagd in aanvulling op het verlengingsadvies d.d. 4 januari 2024. Na indiening van het advies is immers sprake van meldenswaardige feiten; de betrokkene is op 28 januari jl. op verdenking van het plegen van een strafbaar feit aangehouden door de politie en in verzekering gesteld. De recente ontwikkelingen vragen onzes inziens om bijstelling van het eerdere advies.
Op 7 februari jl. ontvangt de kliniek bericht van het ministerie dat de machtiging (transmuraal) verlof van rechtswege is komen te vervallen aangezien de betrokkene als verdachte aangemerkt is van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Een groot multidisciplinair overleg, waarin besproken zal worden of er nog behandelinterventies mogelijk zijn, wordt gepland. Ook zal locatie de Wierde (met longcare-afdelingen) worden gevraagd om mee te denken over het traject. Terugkeer naar FPA Heiloo is niet meer mogelijk gezien genoemde intrekking van het transmurale verlof, maar wordt ook uitgesloten als zou blijken dat de heer [veroordeelde] onschuldig is; zijn signalement is immers bekend in de kleine gemeenschap van deze plaats en terugkeer zal te veel onrust geven.
Gezien de beschreven ontwikkelingen verandert de kliniek het advies; thans adviseren wij de rechtbank de terbeschikkingstelling met verpleging met twee jaren te verlengen, in plaats van zoals eerder geadviseerd met een jaar. Komende tijd zal worden bezien of de heer [veroordeelde] nog kan profiteren van behandeling in de kliniek. Zo niet, dan zal een overplaatsingsverzoek worden ingediend. Bij de wijziging van het advies speelt ook mee dat de heer [veroordeelde], zoals vermeld, vooralsnog geen verloven kan ondernemen. Dit alles maakt dat het niet aannemelijk is dat er binnen een jaar toegewerkt kan worden naar een proefverlof dan wel voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
De deskundige, [deskundige 2], heeft tijdens de zitting het aanvullende advies van 19 februari 2024 gehandhaafd en nader toegelicht. Zij heeft verklaard dat er al langer signalen waren waaruit bleek dat het minder goed ging met de betrokkene, maar dat de kliniek niet van alle signalen op de hoogte was. Het gaat om signalen over alcohol- en amfetaminegebruik en het bezit van seksspeeltjes door de betrokkene. De betrokkene heeft dit zelf niet gemeld bij de kliniek. De huidige verdenking heeft als gevolg dat de betrokkene is teruggeplaatst naar de Van der Hoeven Kliniek en mogelijk overgeplaatst zal worden naar een andere kliniek, omdat de behandelinterventies bij de Van der Hoeven Kliniek zijn uitgeput. Terugkeer naar FPA Heiloo is niet mogelijk, omdat het transmuraal verlof is vervallen en het signalement van de betrokkene daar in de buurt nu bekend is. Er zal tijd nodig zijn om alles opnieuw op te bouwen en dat lukt niet binnen een jaar. Toewerken naar proefverlof of een voorwaardelijke beëindiging is momenteel niet haalbaar, aldus de deskundige.

3.De adviezen van de onafhankelijke gedragsdeskundigen

3.1.
Het advies van de psychiater
In het rapport van 1 december 2023 van de psychiater [psychiater] staat onder meer het volgende:
De onderliggende parafiele problematiek is nog steeds aanwezig, maar betrokkene heeft, dankzij de behandeling, in voldoende mate zelfcontrole ontwikkeld om niet tot delictgedrag over te gaan. Daarbij is het zo, dat hij schaamte en gewetenswroeging toont ten aanzien van zijn indexdelicten, wat remmende factoren zijn met betrekking tot het actief beleven van zijn pedoseksuele neigingen. Betrokkene aanvaardt ondersteuning en hulp vanuit professionele omgeving, wat beschermend is. Betrokkenes overige problematiek kan een negatieve invloed hebben op het recidiverisico. Het gebruik van middelen kan drempelverlagend werken (of libido-verhogend in geval van cocaïnegebruik). Stressgevoeligheid en impulsiviteit kunnen ontregelend werken. Desalniettemin heeft het beloop van de maatregel laten zien dat terugvallen in middelengebruik of impulsief handelen onder stress niet hebben geleid tot delictzettend gedrag, zij het binnen de beschermde context van de TBS-maatregel. Bovendien is het zo, dat betrokkenes overige problematiek die invloed kan hebben op de risico’s – de PTSS, de ADHD en de persoonlijkheidsstoornis – milder is geworden, dan wel in remissie is geraakt dankzij de behandeling, wat een beschermde uitwerking heeft. Op grond van al deze overwegingen wordt het risico op recidive binnen de huidige context als laag ingeschat. Mocht de maatregel TBS nu komen te vervallen, zonder dat betrokkene adequaat ingebed is in de maatschappij en in de nazorg, is de inschatting dat het recidiverisico in eerste instantie laag zou blijven, maar dat het op den duur zou kunnen oplopen tot matig verhoogd.
3.2.
Het advies van de psycholoog
In het rapport van 15 november 2023 van psycholoog [psycholoog] staat onder meer het volgende:
Op basis van de klinische risicotaxatie, de gestructureerde risicotaxatie in combinatie met de aanwezige beschermende factoren en de delictanalyse kan de volgende klinische risicoschatting worden opgesteld; binnen het tbs kader wordt het risico op seksueel gewelddadig gedrag als laag ingeschat. Dit geld voor zowel hands-off als hands-on delicten. Indien de huidige maatregel thans zou komen te vervallen, wordt het risico op seksueel gewelddadig gedrag op korte termijn als laag ingeschat en op de langere termijn als matig. Het risico zou op de lange termijn kunnen oplopen wanneer betrokkene weer langdurig terug zou vallen in middelengebruik (waarbij cannabis en cocaïne vooral een delictrisico vormen) in combinatie met het wegvallen van beschermende factoren. Dit zal kunnen voorkomen wanneer er instabiliteit in het leven van betrokkene ontstaat en hij dusdanige spanningen en stress ervaart dat hij terugvalt in oude copingstrategieën; zich uitend in het terugvallen in vermijdingsgedrag en sociaal isolement. Het delictgevaar zal toenemen wanneer pedoseksuele verlangens en behoeften weer de kop opsteken en zijn motivatie tot zelfregulatie afneemt. Betrokkene zal dan waarschijnlijk eerst weer terugvallen in hands-off delicten in de vorm van het kijken van kinderporno, hetgeen risicoverhogend werkt voor het plegen van hands-on delicten.

4.Het standpunt van de officier van justitie

Gelet op de bovengenoemde adviezen en de toelichting van de deskundige ter zitting heeft de officier van justitie tijdens de zitting de vordering gewijzigd, in die zin dat zij heeft gevraagd de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege niet te verlengen met één jaar maar met twee jaren.

5.Het standpunt van de betrokkene

De betrokkene en zijn raadsman zijn het niet eens met de vordering van de officier van justitie en hebben verzocht de verlenging te beperken tot één jaar. Namens de betrokkene heeft de raadsman hiertoe naar voren gebracht dat er over een jaar mogelijk meer duidelijk is over een eventuele strafzaak, vervolging en veroordeling. Als er geen vervolging of veroordeling komt, komt er weer een mogelijkheid voor transmuraal verlof.

6.De beoordeling

Gelet op de hiervoor genoemde adviezen van de kliniek en de onafhankelijke deskundigen en de bespreking tijdens de zitting, is de rechtbank van oordeel dat nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de betrokkene, waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene vereist. Zowel de kliniek als de ter zitting aanwezige deskundige hebben uitgebreid toegelicht waarom voortzetting van de maatregel noodzakelijk is. Uit het advies van de kliniek blijkt verder dat het recidiverisico als matig tot hoog wordt ingeschat, omdat sprake is van onvoldoende aanwezigheid van beschermende factoren, zoals adequate copingvaardigheden en inbedding in sociaal-maatschappelijke structuren.
Bij het bepalen van de duur van de termijn waarmee de maatregel wordt verlengd, is het uitgangspunt dat wanneer aannemelijk is dat de behandeling en het resocialisatietraject van een terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zullen nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de maatregel met één jaar, de maatregel verlengd moet worden met twee jaren. Dit kan slechts anders zijn als de reële kans bestaat dat de maatregel al na verloop van een jaar kan worden gewijzigd of beëindigd dan wel als het verloop van de behandeling of het resocialisatietraject daartoe aanleiding geeft.
De rechtbank kan zich verenigen met de verlengingsadviezen van de kliniek en de daarin getrokken conclusies en adviezen en zal deze overnemen voor zover wordt geadviseerd te verlengen met twee jaren. Uit het advies en de toelichting tijdens de zitting van de deskundige blijkt dat er veel zorgen en onduidelijkheden zijn omtrent het verdere traject naar aanleiding van de nieuwe verdenking tegen de betrokkene, dat de kliniek recent bekend is geworden met meerdere zorgelijke signalen over de betrokkene die hij niet eerder zelf gemeld had (alcohol- en amfetaminegebruik, bezit seksspeeltjes) en dat niet valt te verwachten dat er binnen één jaar een dermate stabiele situatie zal zijn bereikt dat het bestaande zorgkader kan worden opgeheven. Hierbij speelt ook mee dat er in de kliniek waar de betrokkene nu verblijft waarschijnlijk geen behandelinterventies meer mogelijk zijn en dat hij mogelijk overgeplaatst moet worden. Ook moet het transmurale traject opnieuw opgezet worden, zodra dit weer mogelijk is.
Gelet op de adviezen van de kliniek en de toelichting van de deskundige ter zitting, is de rechtbank van oordeel dat niet valt te verwachten dat de resocialisatie van de betrokkene zo zal verlopen, dat de maatregel of de verpleging van overheidswege over één jaar al (voorwaardelijk) kan worden beëindigd. De rechtbank ziet ook geen andere aanleiding af te wijken van het uitgangspunt de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van twee jaren.
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen.

7.De beslissing

De rechtbank:
wijst de vordering van de officier van justitie toe en
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van de betrokkene met
twee jaren.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. I.E. Voorberg, voorzitter,
mr. J.J. Roos en mr. J.C. van den Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, mr. S.D.C. Schoenmaker,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 maart 2024.