ECLI:NL:RBNHO:2024:2744

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
15/162447-18
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege

Op 29 februari 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 15/162447-18. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaar toegewezen. De betrokkene, die verblijft in FPC De Rooyse Wissel, heeft een licht verstandelijke beperking en kampt met verschillende psychische problemen, waaronder een stoornis in de impulscontrole en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat het risico op recidive hoog is, vooral gezien de combinatie van zijn verstandelijke beperking en impulscontroleproblemen. De behandeling van de betrokkene is nog niet afgerond en er zijn onvoldoende stappen gezet richting resocialisatie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen in het geding is en dat de verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk is. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van de kliniek en de psycholoog in overweging genomen, die beiden aangaven dat de behandeling langer dan een jaar zal duren. De rechtbank heeft geen aanwijzingen gevonden voor een impasse in de behandeling, wat een kortere verlenging zou rechtvaardigen. De beslissing is openbaar uitgesproken door de rechtbank, met de samenstelling van de rechters en de griffier aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige kamer
Parketnummer: 15/162447-18
Uitspraakdatum: 29 februari 2024
Beslissing ex artikel 6:6:10, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv)
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar van:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in FPC De Rooyse Wissel in Oostrum,
hierna: de betrokkene.

1.De procedure

Op 15 februari 2019 is door deze rechtbank aan de betrokkene onder meer de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd wegens, kort gezegd, mishandeling, bedreiging en beschadiging. Op 11 juni 2019 heeft de rechtbank bepaald dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt omgezet naar terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze beslissing is door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigd op 12 november 2020.
De termijn van de terbeschikkingstelling begon op 15 februari 2019 en is voor het laatst verlengd op 1 februari 2022 voor de duur van twee jaar. De beslissing tot verlenging is bevestigd door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 juni 2022. Op 28 december 2023 heeft de officier van justitie opnieuw een vordering ingediend die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder a, Sv, van 14 december 2023, afkomstig van Trajectum, FPK De Beuken, en ondertekend door [deskundige 1] (regiebehandelaar), [deskundige 2] (psychiater) en [deskundige 3] (hoofd van de inrichting);
  • de afschriften van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder b, Sv;
Op 15 februari 2024 is de vordering op een openbare terechtzitting behandeld. De betrokkene is gehoord. Verder is [psycholoog], (GZ-psycholoog en hoofdbehandelaar bij de Rooyse Wissel) gehoord. Zij nam digitaal deel aan de zitting. Daarnaast waren de officier van justitie en de raadsvrouw van de betrokkene mr. A.L. Louwerse, advocaat te Haarlem, aanwezig.
Van het verhandelde tijdens deze zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2. Het advies van de kliniek

Het advies is opgemaakt door Trajectum. Dit betreft de kliniek waar de betrokkene tot november 2023 verbleef. Het advies van Trajectum houdt, voor zover relevant, het volgende in:
Bij de betrokkene is sprake van een licht verstandelijke beperking, laag sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau en persoonlijkheidsproblematiek met antisociale trekken. Daarnaast is er sprake van een stoornis in de impulscontrole en verslavingsproblematiek. Het risico op delicten komt bij de betrokkene voort uit een combinatie van zijn verstandelijke beperking, impulscontroleproblemen, persoonlijkheidsproblematiek (impulsiviteit, antisociaal gedrag), gebrekkig probleeminzicht, verslavingsproblematiek en gebrekkige sociale vaardigheden.
De betrokkene heeft weinig probleembesef en ontkent, vervormt of bagatelliseert zijn gedrag. De betrokkene zet zich wel in voor de behandeling, maar onder zijn voorwaarden en er is geen intrinsieke motivatie. Hij laat zich wisselend aanspreken door de begeleiding en hij is wisselend medicatietrouw.
Binnen de setting van de kliniek gebruikt de betrokkene geen middelen, maar de verslavingsproblematiek is nog onvoldoende behandeld. Verder reageert de betrokkene agressief wanneer hij wordt begrensd en kan hierbij anderen ernstig beschadigen. De behandelresultaten zijn nog onvoldoende geïnternaliseerd en de behandeling binnen het dwangkader is nog van relatief korte duur. In het huidige kader wordt het recidiverisico beoordeeld als matig, maar wanneer de betrokkene geen toezicht en begeleiding meer zou ontvangen dan zou hij onmiddellijk destabiliseren. Hij zal dan terugvallen in middelengebruik en het risico op recidive wordt dan ingeschat als hoog. Vanwege de verstandelijke beperking van de betrokkene is hij blijvend aangewezen op professionele begeleiding. De betrokkene zal toe geleid worden naar een zorgkader voor mensen met een verstandelijk beperking. Hij zal op de langere termijn goed ingebed moeten worden in een passende leefomgeving waar ook forensische expertise is. Er kan gesteld worden dat de betrokkene weliswaar stappen heeft gemaakt, maar er is nog een lange weg te gaan. Daarom adviseert Trajectum om de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar.
De deskundige [psycholoog] heeft bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting namens de Rooyse Wissel nog het volgende toegelicht:
De betrokkene verblijft sinds eind november 2023 in de Rooyse Wissel. Op dit moment wordt de betrokkene nog geobserveerd om te bepalen wat hij nodig heeft om nieuwe stappen te maken in de behandeling. Er is nog geen nieuwe behandeling van start gegaan. Daarnaast moet er met betrekking tot de diagnostiek nog veel onderzocht worden, met name op het gebied van ADHD. Er wordt nu geprobeerd een samenwerkingsrelatie met de betrokkene op te bouwen. Er is nog geen zicht verkregen op de risicofactoren, maar wel is te zien dat de problematiek zoals beschreven door Tracjectum nog steeds aanwezig is. De behandeling gaat langer duren dan één jaar.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft primair gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De officier van justitie heeft naar voren gebracht dat er nog steeds sprake is van een stoornis en dat de behandeling hiervan langer gaat duren dan één jaar.
Subsidiair heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de terbeschikkingstelling moet worden verlengd met één jaar.

4.Het standpunt van de betrokkene

De betrokkene is het niet eens met de vordering van de officier van justitie en heeft verzocht de verlenging te beperken tot één jaar en de reclassering de opdracht te geven een voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken. Namens de betrokkene heeft de raadsvrouw het standpunt als volgt toegelicht.
Aan de betrokkene is in eerste instantie een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. Door fouten gemaakt door de betrokkene, maar ook door het systeem, is de terbeschikkingstelling uiteindelijk omgezet naar een dwangkader. Vervolgens is de betrokkene terechtgekomen in de Woenselse Poort, maar na een verblijf van anderhalf jaar was volgens die kliniek het behandelplafond bereikt en moest de betrokkene opnieuw overgeplaatst worden. In september 2022 werd er een overplaatsing naar FPK Inforsa aangevraagd, maar tegelijkertijd werd ADHD uit de diagnostiek geschrapt en werd de medicatie hiervoor stopgezet. De betrokkene ervoer veel onrust en veroorzaakte een incident. Hij werd vervolgens afgewezen voor de FPK Inforsa en geplaatst bij FPK De Beuken van Trajectum. Vanwege problemen met een medebewoner kon de betrokkene hier niet blijven en is hij in FPC De Rooyse Wissel terechtgekomen. In de tussentijd is er niets gebeurd op het gebied van de behandeling en diagnostiek van de betrokkene en verblijft hij inmiddels vijf jaar in een terbeschikkingstellingskader voor een relatief licht delict. De raadsvrouw verzoekt de rechtbank om de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar zodat er zicht kan worden gehouden op het verloop van de behandeling. Daarnaast verzoekt zij de betrokkene de kans te bieden om uit het dwangkader te komen en de reclassering de opdracht te geven om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging.

5.De beoordeling

De rechtbank is, gelet op de stukken en het verhandelde ter terechtzitting, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van de betrokkene vereist. De rechtbank overweegt hierbij dat het risico op een nieuw geweldsdelict als hoog is ingeschat wanneer de maatregel nu zou worden beëindigd. Aan de wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan.
De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is met welke termijn de terbeschikkingstelling moet worden verlengd. Uitgangspunt is dat de terbeschikkingstelling verlengd wordt met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene meer dan één jaar in beslag zal nemen. Daarvan is in het geval van de betrokkene naar het oordeel van de rechtbank sprake. De behandeling van de betrokkene heeft nog onvoldoende opgeleverd en moet nog een geruime tijd worden voortgezet om het recidiverisico terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau. De behandelresultaten zijn op dit moment onvoldoende geïnternaliseerd en de betrokkene heeft nog een lange weg te gaan. Zowel Trajectum als mevrouw [psycholoog] van de Rooyse Wissel vinden dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis en dat de behandeling van deze stoornis vermoedelijk langer gaat duren dan één jaar. Daarnaast blijkt uit het rapport van Trajectum dat stappen wat betreft de afschaling van het beveiligingsniveau, resocialisatie of uitstroom nog niet kunnen worden ingezet en een te voortvarend traject naar verwachting snel zal leiden tot toename van onrust en risicovol gedrag. De rechtbank is daarom van oordeel dat niet valt de verwachten dat het traject van de betrokkende zo zal verlopen dat de maatregel over één jaar kan worden beëindigd.
Verder ziet de rechtbank geen aanwijzingen om te veronderstellen dat een impasse in het verloop van de behandeling en de resocialisatie van de betrokkene dreigt, wat een verlenging met één jaar zou kunnen rechtvaardigen. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd.
Nu er vooralsnog geen stappen gezet kunnen worden richting de afschaling van het beveiligingstraject of de uitstroom van de betrokkene ziet de rechtbank ook geen ruimte om de reclassering de opdracht te geven te rapporteren over een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel.
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

6.De beslissing

De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van
[verdachte]met
twee jaar.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
mr. J.O. Rutten, voorzitter,
mr. C.W.M. Giesen en mr. S. van Excel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Splunter, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 29 februari 2024.