ECLI:NL:RBNHO:2024:2735

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
14/010402-02
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 februari 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die eerder was veroordeeld voor een poging tot doodslag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar in overweging genomen, maar uiteindelijk besloten om deze met één jaar te verlengen. De betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en een verstandelijke beperking, verblijft momenteel in een kliniek en heeft intensieve zorg en begeleiding nodig. De rechtbank heeft de adviezen van deskundigen en de reclassering in acht genomen, die aangaven dat de betrokkene nog niet klaar is voor een overgang naar een minder gestructureerde omgeving. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen in het geding is en dat de zorg voor de betrokkene moet worden voortgezet. De beslissing om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen biedt de kliniek de tijd om een passende woonlocatie voor de betrokkene te vinden, zodat er in de toekomst opnieuw kan worden beoordeeld of een verlenging nog noodzakelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige kamer
Parketnummer: 14/010402-02
Uitspraakdatum: 29 februari 2024
Beslissing ex artikel 6:6:10, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv)
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar van:
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in De Strandwal in Heiloo,
hierna: de betrokkene.

1.De procedure

Bij vonnis van de rechtbank Alkmaar van 25 maart 2003 is aan de betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, wegens een poging tot doodslag. Op 20 februari 2004 heeft het gerechtshof Amsterdam het vonnis van de rechtbank Alkmaar bevestigd.
De termijn van de terbeschikkingstelling begon op 6 maart 2004. Op 15 maart 2022 is de termijn voor de terbeschikkingstelling voor het laatst verlengd. De rechtbank heeft toen besloten de duur van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. Op 14 januari 2024 heeft de officier van justitie opnieuw een vordering ingediend die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies als bedoeld in artikel 6:6:12, eerste lid, onder a, Sv, gedateerd 21 december 2023, afkomstig van De Woenselse Poort en ondertekend door [deskundige 1] (hoofd van de inrichting), [deskundige 2] (psychiater) en [deskundige 3] (GZ-psycholoog);
  • de afschriften van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, lid 1, aanhef en onder b, Sv;
  • de adviezen van twee onafhankelijke gedragsdeskundigen zoals bedoeld in artikel 6:6:12, derde lid, Sv, te weten een advies van 1 december 2023, opgemaakt door
Op 15 februari 2024 is de vordering op een openbare terechtzitting behandeld. De betrokkene is gehoord. Daarnaast zijn [deskundige 3], GZ-psycholoog bij de Woenselse Poort, en [reclasseringswerker], reclasseringswerker bij Fivoor, gehoord. Verder waren aanwezig de officier van justitie en de raadsman van de betrokkene, mr. R. Polderman, advocaat te Alkmaar.
Van het verhandelde tijdens deze zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

2. Het advies van de kliniek

In het rapport van de kliniek De Woenselse Poort heeft de rechtbank onder meer het volgende gelezen.
De betrokkene kampt met een matige verstandelijke beperking en een lage sociaal-emotionele ontwikkelingsleeftijd. Hij heeft beperkte mogelijkheden en vermogens om verantwoordelijkheden aan te gaan en heeft ondersteuning nodig om zelf beslissingen te kunnen maken. Tevens is de betrokkene gediagnosticeerd met schizofrenie, paranoïde wanen en imperatieve hallucinaties. Door medicatie en een gestructureerde leefomgeving zijn de hallucinaties en wanen bijna geheel verdwenen. Wanneer de betrokkene te maken krijgt met meer stress of met een situatie die hij onvoldoende kan overzien, kunnen de hallucinaties en wanen opspelen. De betrokkene beseft dat hij problemen heeft, maar er is geen sprake van ziekte-inzicht.
De betrokkene is gelet op zijn ontwikkelingsniveau, psychoseproblematiek en middelenproblematiek blijvend afhankelijk van een hoge zorgintensiteit en toezicht en er dient permanent aandacht te zijn voor de verstandelijke beperking van de betrokkene. De betrokkene is geenszins in staat zijn risicofactoren zelfstandig te managen. Zonder hoge zorgintensiteit en toezicht wordt het risico op fysiek geweld ingeschat als hoog.
Het afgelopen jaar is er toegewerkt naar een verblijf in woonvoorziening De Rotonde. Dit is een woonvoorziening voor mensen met een verstandelijke beperking en maakt onderdeel uit van Esdégé-Reigersdaal. Esdégé-Reigersdaal is een niet-forensische instelling, waardoor zij de zorgtaken uitvoeren onder verantwoordelijkheid van GGZ Noord-Holland-Noord.
In de komende twee jaar zal gekeken worden welke vervolgafdeling binnen Esdégé-Reigersdaal het best passend is bij de benodigde levenslange zorg voor de betrokkene. Het streven is om in de komende twee jaar de forensische zorg stapsgewijs af te bouwen en zodra de leefomgeving en het risicomanagement volledig is overgenomen door Esdégé-Reigersdaal, zal er verplichte zorg in het kader van de wet Zorg en Dwang worden aangevraagd. Daarom wordt nu geadviseerd de maatregel tot terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen.
De deskundige [deskundige 3] heeft bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting namens de kliniek De Woensele Poort het advies gewijzigd in die zin dat de terbeschikkingstelling moet worden verlengd voor de duur van één jaar. Zij heeft dit advies als volgt toegelicht.
De betrokkene doet het erg goed en daarin zit ook zeker niet het probleem. Vanwege aanbestedingseisen die worden gesteld door justitie kon er geen onderaannemersschap worden gesloten met Esdégé-Reigersdaal. Hierdoor moet de kliniek op zoek naar een nieuwe woonplek voor de betrokkene. Er wordt bij de FPA Heiloo een nieuwe afdeling gebouwd. Daar zullen mensen voor langere tijd kunnen verblijven, maar het is nog onduidelijk wanneer deze afdeling klaar is. Daarnaast is er opnieuw gesproken met De Rotonde. Zij zien op dit moment geen mogelijkheden voor een opname van de betrokkene, omdat het kader van de terbeschikkingstelling dan zou moeten worden beëindigd. De kliniek stelt voor om de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar, omdat dan duidelijk wordt welke opties er zijn en wat passend is voor de betrokkene.
Bij de behandeling van de vordering ter terechtzitting heeft [reclasseringswerker] namens de reclassering nog het volgende naar voren gebracht.
Op dit moment gaat het erg goed met de betrokkene, maar dat is ook omdat er veel zorg en begeleiding aanwezig is. Deze zorg en begeleiding zal ook nog zeker aanwezig moeten blijven, want het gaat mis wanneer de zorg en begeleiding wegvallen. Daarom moet de overgang naar de Wet Zorg en Dwang zorgvuldig worden voorbereid en gemonitord. Verder sluit de reclassering zich aan bij hetgeen mevrouw [deskundige 3] naar voren heeft gebracht.

3.De adviezen van de onafhankelijke gedragsdeskundigen

3.1.
Het advies van de psychiater
In het rapport van de psychiater heeft de rechtbank onder meer het volgende gelezen.
Bij de betrokkene is sprake van schizofrenie, een matige verstandelijke beperking en een stoornis in het gebruik van cannabis en cocaïne, die in langdurige remissie is dankzij de gereguleerde omgeving waar de betrokkene verblijft. Door deze problemen is de betrokkene zeer kwetsbaar en is hij voor zijn functioneren volledig afhankelijk van de omgeving waarin hij verblijft. Hij heeft hierbij een redelijk hoge mate van professionele begeleiding, ondersteuning en begrenzing nodig. De betrokkene is aangemeld bij een observatieafdeling van Esdégé-Reigersdaal, De Rotonde. Hier kan worden onderzocht welke woonsetting van Esdégé-Reigersdaal passend is bij de betrokkene. Iedere overgang naar een nieuwe en minder gestructureerde setting is een kwetsbaar moment voor de betrokkene en daarom is het van belang dat de betrokkene terug kan vallen op de kliniek. Voor een adequaat resocialisatieproces is tijd nodig en daarom adviseert de psychiater om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Mogelijk is de betrokkene over twee jaar zo ver, dat een overgang naar de Wet Zorg en Dwang in de rede ligt. Een overgang naar het civielrechtelijk kader komt op dit moment nog te vroeg. Tevens zal het risico op gewelddadig gedrag toenemen wanneer de zorg wegvalt. Daarbij is de betrokkene afhankelijk van een extern kader, omdat het gevaar bestaat dat de betrokkene zich niet aan de behandelvoorschriften houdt in een vrijwillig kader.
3.2.
Het advies van de psycholoog
In het rapport van de psycholoog heeft de rechtbank onder meer het volgende gelezen.
De betrokkene komt op de psycholoog over als een zeer kwetsbare, beperkt intelligente, gehospitaliseerde patiënt, die sterk omgevingsafhankelijk functioneert. Hij wordt snel angstig en overspoeld. Daarnaast kampt de betrokkene nog steeds met een matig verstandelijke beperking en schizofrenie. Het antisociale gedrag wat de betrokkene in het verleden heeft laten zien, kan worden verklaard door zijn beperkingen en door de verslavingen waar hij destijds mee kampte. Het functioneren en het aanpassingsvermogen van de betrokkene wordt ernstig belemmerd door de schizofrenie en de verstandelijke beperkingen, maar de behandelingen in de FPA Heiloo sluiten goed aan bij het vermogen van de betrokkene. De behandelwinst is voornamelijk behaald door het stabiliseren van de betrokkene, waardoor hij zich redelijk kan handhaven binnen een gestructureerde en steunende omgeving. Wanneer de steun, het toezicht of de structuur zou wegvallen en de betrokkene zich vrij in de samenleving zou bewegen, zullen de psychotische klachten toenemen en kan de betrokkene terugvallen in drugsgebruik. De kans op gewelddadig gedrag wordt dan ingeschat als hoog. De betrokkene heeft geen ziekte-inzicht waardoor hij levenslang hulp en ondersteuning nodig zal hebben. Het is de bedoeling dat de betrokkene eind 2023 wordt overgeplaatst naar een instelling voor patiënten met een verstandelijke beperking. Vervolgens zal verder moeten worden onderzocht welke langdurige verblijfsplek passend is voor de betrokkene. Als alles goed gaat is het de bedoeling dat de betrokkene bij Esdégé-Reigersdaal blijft wonen in het kader van de Wet Zorg en Dwang. Iedere overgang is voor de betrokkene een kwetsbaar moment. De overgang naar een andere woonvoorziening moet nog worden uitgevoerd en gemonitord. Gelet op de fase waarin de behandeling zich bevindt, maar ook gelet op de aanwezige psychopathologie en het hoge risico op geweld wanneer het kader zou wegvallen, adviseert de psycholoog om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft een vordering ingediend die strekt tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met twee jaar. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie, gelet op de toelichting van [deskundige 3] en [reclasseringswerker], gevorderd de verlenging te beperken tot één jaar.

5.Het standpunt van de betrokkene

De betrokkene heeft gevraagd de verlenging te beperken tot één jaar.
Namens de betrokkene heeft de raadsman nog het volgende naar voren gebracht.
Het is erg jammer dat de plaatsing bij De Rotonde op een formeel punt is stukgelopen. Het aankomende jaar zal goed gebruikt moeten worden om de betrokkene toe te leiden naar een nieuwe woonplek en daarbij een rechterlijke machtiging te onderzoeken. Op een volgende zitting zou dan een eventuele beëindiging van de terbeschikkingstelling kunnen worden uitgesproken.

6.De beoordeling van de rechtbank

De rechtbank is, gelet op de stukken en het verhandelde ter terechtzitting, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van de betrokkene vereist. De rechtbank overweegt hierbij dat het risico op een nieuw geweldsdelict toeneemt wanneer de zorg rondom de betrokkene nu zou wegvallen. Aan de wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan.
De volgende vraag die aan de rechtbank voorligt is voor welke termijn de terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
Uitgangspunt is dat wanneer behandeling van de betrokkene langer dan een jaar zal gaan duren, de terbeschikkingstelling wordt verlengd met twee jaar. Gelet op de adviezen van de De Woenselse Poort en de reclassering, zoals op de terechtzitting gegeven, zal de rechtbank de terbeschikkingstelling in dit geval echter verlengen met één jaar. Het was de bedoeling dat de betrokkene naar woonvoorziening De Rotonde over zou gaan en op termijn zou uitstromen naar de Wet Zorg en Dwang. De plaatsing in De Rotonde is helaas vanwege formele redenen niet doorgegaan. Door de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar heeft de kliniek de tijd om opnieuw een passende woonlocatie voor de betrokkene te vinden. Over een jaar kan dan opnieuw beoordeeld worden of een verlenging van de terbeschikkingstelling nog noodzakelijk is.
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

7.De beslissing van de rechtbank

De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van [veroordeelde] met
één jaar.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.O. Rutten, voorzitter,
mr. C.W.M. Giesen en mr. S. van Excel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Splunter, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 29 februari 2024.