ECLI:NL:RBNHO:2024:2718

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 maart 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
10806556 \ CV EXPL 23-3873
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis verstekzaak sociale huur met ontbinding huurovereenkomst en ontruiming

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 21 maart 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een geschil tussen Stichting Zaandams Volkshuisvesting (ZVH) en een niet verschenen gedaagde partij. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, en betaling van huurachterstand en bijkomende kosten. In een eerder tussenvonnis van 11 januari 2024 was de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden, maar zij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.

De kantonrechter heeft in het vonnis bevestigd dat de gedaagde partij tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, wat de ontbinding en ontruiming rechtvaardigt. De artikelen van de algemene voorwaarden die betrekking hebben op buitengerechtelijke incassokosten en rente zijn ambtshalve vernietigd, waardoor de gevorderde incassokosten zijn afgewezen. De huurachterstand tot en met november 2023 bedraagt € 1.942,10, en de ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot ontruiming van het perceel binnen de gestelde termijn, betaling van de huurachterstand, en een gebruiksvergoeding van € 578,10 per maand voor elke maand dat het gehuurde na 1 december 2023 in gebruik blijft. Tevens is de gedaagde partij in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 698,73. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10806556 \ CV EXPL 23-3873
Uitspraakdatum: 21 maart 2024
Verstekvonnis in de zaak van:
Stichting Zaandams Volkshuisvesting (ZVH)
te Zaandam
de eisende partij
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De verdere procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 11 januari 2024 (hierna: het tussenvonnis) heeft de
kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. De eisende partij heeft geen akte genomen.

2.De vordering

2.1.
De eisende partij vordert – samengevat – ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde en veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van de huurachterstand, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, een gebruiksvergoeding voor iedere maand dat het gehuurde in gebruik blijft en de proceskosten.
2.2.
De eisende partij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de gedaagde partij tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, welke tekortkoming ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde rechtvaardigt.

3.De verdere beoordeling

3.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist. Er bestaat geen aanleiding om daarop terug te komen.
3.2.
Gelet op het voorgaande vernietigt de kantonrechter de artikelen 6.1, 13.1 en 13.2 van de algemene voorwaarden voor zover deze betrekking hebben op buitengerechtelijke incassokosten en rente. Als gevolg daarvan worden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
Ontbinding, ontruiming, huurachterstand en gebruiksvergoeding
3.3.
De vordering wordt voor het overige toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De huurachterstand tot en met november 2023 bedraagt € 1.942,10. De ontruimingstermijn wordt gelet op de ingrijpende gevolgen voor de gedaagde partij vastgesteld op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
3.4.
De gedaagde partij wordt overwegend in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst;
4.2.
veroordeelt de gedaagde partij om het perceel aan de [adres] [plaats] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken (voor zover deze laatste niet het eigendom van de eisende partij zijn) en dit met afgifte van de sleutels en hetgeen daartoe verder behoort ter beschikking van de eisende partij te stellen;
4.3.
veroordeelt de gedaagde partij om aan de eisende partij te betalen een bedrag van € 1.942,10 aan achterstallige huurpenningen (tot en met november 2023);
4.4.
veroordeelt de gedaagde partij om aan de eisende partij te betalen een bedrag van € 578,10 per maand, voor iedere maand dat de gedaagde partij het gehuurde vanaf 1 december 2023 in gebruik houdt;
4.5.
veroordeelt de gedaagde partij in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de eisende partij begroot op:
€ 129,73 wegens dagvaardingskosten,
€ 365,00 wegens griffierecht en
€ 204,00 wegens salaris gemachtigde;
4.6.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter