In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 februari 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De kinderen zijn onder toezicht gesteld vanwege ernstige zorgen over hun ontwikkeling, die voortkomen uit een thuissituatie gekenmerkt door huiselijk geweld en de problematiek van de ouders. De moeder heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt, maar heeft deze niet kunnen vasthouden, wat heeft geleid tot een vermindering van de omgang met de kinderen. De GI heeft een opvoedbesluit genomen, maar de rechtbank oordeelt dat dit besluit te voortvarend is genomen. De moeder heeft aangegeven open te staan voor een gezinsopname, wat de rechtbank als een kans ziet om de situatie te verbeteren. De rechtbank heeft de ondertoezichtstelling verlengd met een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing met een half jaar, met de mogelijkheid tot evaluatie van de situatie in augustus 2024. De rechtbank benadrukt het belang van een voorspelbare opvoedomgeving voor de kinderen en de noodzaak van ondersteuning voor de moeder.