Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Intermarishoeksteenh.o.d.n.
Stichting Intermarisvoorheen genaamd
Stichting Intermarishoeksteenen
Intermaris Woondiensten, voorheen genaamd
Stichting Intermarisen
Woonstichting Hoorn
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 21 maart 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een huurzaak tussen de Stichting Intermaris en een gedaagde zonder vaste woon- of verblijfplaats. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, betaling van huurachterstand, wettelijke rente, een gebruiksvergoeding en proceskosten. De kantonrechter had eerder, in een tussenvonnis van 4 januari 2024, de eisende partij de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden. De kantonrechter oordeelde dat artikel 7.3, tweede zin, van de Algemene Voorwaarden oneerlijk was, wat leidde tot de afwijzing van de gevorderde buitengerechtelijke kosten. De vorderingen met betrekking tot ontbinding, ontruiming, huurachterstand, rente en gebruiksvergoeding werden toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werden geacht. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. De gedaagde partij werd in de proceskosten veroordeeld, aangezien deze overwegend in het ongelijk werd gesteld. Het vonnis werd uitgesproken door mr. M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.