Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, gaat het om een geschil tussen Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland en een huurder over de onderhoudsverplichtingen van de huurder met betrekking tot zijn tuin. De eiser, Woonwaard, vorderde dat de huurder een gedragsaanwijzing zou krijgen om beplanting, bomen en hagen in zijn tuin te snoeien en onkruid en afval te verwijderen. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen noodzaak was voor een dergelijke gedragsaanwijzing. De rechter stelde vast dat na overleg tussen verhuurder en huurder de bomen die te hoog waren gegroeid, gekapt of gesnoeid waren en dat de tuin er goed bij lag. De kantonrechter erkende dat de huurder een zekere vrijheid heeft in de inrichting en het onderhoud van zijn tuin, zolang deze niet verwordt tot een braakliggend stuk grond of een opslagplaats voor afval. De rechter concludeerde dat de huurder voldoende zorg zou dragen voor het onderhoud van zijn tuin en wees de vordering van Woonwaard af. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.