ECLI:NL:RBNHO:2024:2504

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 maart 2024
Publicatiedatum
13 maart 2024
Zaaknummer
C/15/341473 / FA RK 23-3055
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.W.M. de Wolf MSM
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de voornaam van een minderjarige wegens zwaarwichtig belang

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 13 maart 2024 uitspraak gedaan over het verzoek van de moeder om de voornaam van haar minderjarige dochter te wijzigen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.W. van den Hoek, heeft aangevoerd dat de huidige voornaam van de minderjarige, die zowel in de Nederlandse als de Syrische cultuur ongebruikelijk is voor een meisje, haar belast. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente], heeft vanaf haar vierde levensjaar aangegeven een andere naam te willen en noemt zichzelf al [voornaam]. De vader, vertegenwoordigd door mr. R.A.M. Kamphuis-Jansen van Rosendaal, heeft verweer gevoerd en betwist dat de moeder is uitgehuwelijkt en dat er sprake was van geweld in hun relatie. Hij stelt dat de naam [voornaam] een eerbetoon is aan zijn grootmoeder en dat de minderjarige gelukkig is met haar naam.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige een zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging van haar voornaam, omdat zij veel last ondervindt van de huidige naam, die door haar leeftijdsgenoten wordt geassocieerd met superhelden. De rechtbank heeft de argumenten van de vader, die een alternatieve naam voorstelde, niet overtuigend geacht. De rechtbank oordeelt dat de huidige naam een bron van stress is voor de minderjarige en dat de wijziging van de voornaam in het belang van haar welzijn is. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek van de moeder toe te wijzen en de voornaam van de minderjarige te wijzigen van [voornaam] naar [voornaam].

De beschikking is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand opgedragen om de wijziging door te voeren. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
voornaamswijziging
zaak-/rekestnr.: C/15/341473 / FA RK 23-3055
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 13 maart 2024
in de zaak van:
[de moeder],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. R.W. van den Hoek, kantoorhoudende te Leiden,
in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van:
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] .
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
[de vader],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat mr. R.A.M. Kamphuis-Jansen van Rosendaal, kantoorhoudende te Leiden,

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de moeder ingekomen op 27 juni 2023;
- het verweerschrift van de vader ingekomen op 4 augustus 2023.
1.2.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 14 februari 2024 in aanwezigheid van partijen, de moeder bijgestaan door mr. R.W. van den Hoek en de vader door mr. R.A.M. Kamphuis-Jansen van Rosendaal.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een religieus huwelijk gehad.
2.2.
Partijen zijn de ouders van de minderjarige:
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ;
De vader heeft de minderjarige erkend. De moeder heeft alleen het gezag over de minderjarige.

3.Het verzoek

De moeder heeft verzocht te bepalen dat de voornaam van de minderjarige wordt gewijzigd van ‘ [voornaam] ’ naar ‘ [voornaam] ’.
Zij heeft daaraan ten grondslag gelegd dat zij op haar veertiende is uitgehuwelijkt aan de vader, die op dat moment vijfentwintig jaar oud was. Er was geen sprake van een gelijkwaardige relatie tussen partijen en het huwelijk kenmerkte zich door veelvuldig geweld van de vader jegens de moeder. De moeder was nog een kind en de vader een volwassene met groot psychisch en fysiek overwicht. Toen [de minderjarige] werd geboren was de moeder zestien jaar oud. De vader heeft aangifte van de geboorte gedaan en de naam [voornaam] aan de minderjarige gegeven. De moeder acht het in het belang van [de minderjarige] dat haar voornaam wordt gewijzigd. [de minderjarige] is een meisje terwijl de naam [voornaam] zowel in de Nederlandse als de Syrische cultuur ongebruikelijk is voor een meisje. [de minderjarige] wil daarom al vanaf dat zij vier jaar oud is een andere voornaam. Zij noemt zichzelf [voornaam] en wordt op de basisschool ook zo genoemd omdat zij absoluut niet met [voornaam] wil worden aangesproken. De naam [voornaam] weerspiegelt niet alleen de persoonlijke voorkeur van [de minderjarige] maar ook de wens tot integratie en erbij te horen.

4.Het verweer

De vader heeft daartegen als verweer gevoerd dat de moeder niet is uitgehuwelijkt en dat het huwelijk zich ook niet kenmerkte door geweld. De vader heeft bij de geboorteaangifte de naam [voornaam] aan het kind gegeven, een vernoeming naar de grootmoeder vaderszijde. De moeder was daarbij aanwezig en was toen trots op de naam [voornaam] . Partijen hebben hun relatie na geboorte van [de minderjarige] verbroken, maar hebben zich in 2017 weer verzoend. Zij hebben toen twee maanden samengewoond en zouden gaan trouwen. Op dat moment kon dat nog niet omdat de moeder nog niet meerderjarig was. Uiteindelijk is de relatie tussen partijen weer verslechterd en is het niet tot een huwelijk gekomen. De vader voert verweer omdat [de minderjarige] blij is met haar naam en gewend is aan haar naam. Zij vraagt de vader dan ook niet om haar [voornaam] te noemen. [voornaam] is in Syrië een normale vrouwelijke naam en zeker geen jongensnaam. Als [de minderjarige] daadwerkelijk last heeft van haar naam kan de man ermee instemmen dat haar naam wordt gewijzigd. De vader verzoekt primair het verzoek van de moeder af te wijzen, subsidiair de voornaam van [voornaam] te wijzigen in ‘ [voornaam] ’ en meer subsidiair de voornaam van [voornaam] te wijzigen in ‘ [voornaam] ’.

2.Beoordeling van het verzoek

4.1.
Artikel 4 lid 4 BW bepaalt, voor zover hier van belang, dat wijziging van de voornamen op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger kan worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 20a lid 1 BW.
4.2.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [de minderjarige] een zwaarwichtig belang bij wijziging van haar voornaam. Als niet dan wel onvoldoende gemotiveerd weersproken staat te dien aanzien het volgende vast. [de minderjarige] heeft veel last van haar voornaam, welke in Nederland (en daarbuiten) niet overduidelijk vrouwelijk is en door de leeftijdsgenoten van [de minderjarige] wordt geassocieerd met ‘superman’ en ‘batman’. [de minderjarige] wil daarom als [voornaam] door het leven gaan en corrigeert eenieder die haar [voornaam] noemt.
Ter zitting heeft de vader nog voorgesteld om de naam van [de minderjarige] te wijzigen in ‘ [voornaam] ’ en daartoe het volgende aangevoerd. Op die manier kan haar roepnaam [voornaam] blijven en is het toch duidelijk dat ze bij de familie van de vader hoort. De tweede dochter van de vader heeft ook als tweede naam ‘ [tweede naam] ’ gekregen.
Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de wens van de vader om de Syrische achtergrond van [de minderjarige] en haar band met de familie van de vader te laten terugkomen in haar naam, zal dit verzoek worden afgewezen. Hiervoor is van doorslaggevende betekenis dat [de minderjarige] een duurzame afkeer tegen de naam [de minderjarige] heeft, zodat het belastend voor haar is als zij die naam houdt, ook met de door de vader voorgestelde aanpassing, en zelfs als tweede naam.
Nu voorts de voornaam ‘ [voornaam] ’ naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW geoorloofd is, luidt de conclusie op grond van het voorgaande dat het verzoek om de voornaam van de minderjarige te wijzigen van ‘ [voornaam] ’ naar ‘ [voornaam] ’ zal worden toegewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] van deze beschikking een latere vermelding toe te voegen aan de akte van geboorte onder nummer [nummer] , voorkomende in de registers van de burgerlijke stand over het jaar 2016 in die zin dat de voornaam van de op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] geboren [de minderjarige] zal worden gewijzigd in:
- [voornaam] ;
3.2
draagt - op grond van artikel 1:20 e lid 1 BW - de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. P.W.M. de Wolf MSM, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E.J. van Schie, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2024.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en de verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.