ECLI:NL:RBNHO:2024:2487
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening echtscheiding en partneralimentatie met afwijking van alimentatienormen
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 13 maart 2024 een beschikking gegeven in een voorlopige voorziening met betrekking tot de echtscheiding en partneralimentatie tussen een vrouw en een man, beiden van Franse nationaliteit. De vrouw heeft op 10 januari 2024 een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend, en op 27 december 2023 heeft zij een verzoek tot partneralimentatie ingediend. De man woont in Duitsland en heeft verweer gevoerd tegen de hoogte van de door de vrouw gevraagde alimentatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaak een internationaal karakter heeft, en dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van de woonplaats van de vrouw in Nederland.
De rechtbank heeft de hoogte van de partnerbijdrage beoordeeld aan de hand van de behoefte van de vrouw en de draagkracht van de man. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aanbevelingen van de Expertgroep Alimentatie niet kunnen worden toegepast in deze zaak, gezien de bijzondere omstandigheden van de partijen. De man heeft in het verleden € 1.500 per maand aan de vrouw betaald, maar heeft deze bijdrage stopgezet na zijn mededeling dat hij wil scheiden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man in staat moet worden geacht om voorlopig deze bijdrage te voldoen, ondanks zijn huidige onzekere inkomenssituatie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de man met ingang van de datum van het verzoekschrift € 1.500 netto per maand aan de vrouw moet betalen. De rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.