ECLI:NL:RBNHO:2024:2291

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
6 maart 2024
Zaaknummer
HAA 24/36
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verruiming padelmogelijkheden door tennisvereniging in verband met geluidsoverlast van omwonenden

Op 6 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak tussen een tennisvereniging en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest. De tennisvereniging, die naast zes tennisbanen ook twee padelbanen heeft, verzocht de rechter om de geluidsnormen die aan hen zijn opgelegd te verruimen. Omwonenden van de tennisvereniging hebben geklaagd over geluidsoverlast door het spelen van padel en hebben de gemeente gevraagd om handhavend op te treden. De gemeente heeft daarop een last onder dwangsom opgelegd aan de tennisvereniging, die hen verplicht om zich aan de geluidsnormen te houden. De tennisvereniging mag tussen 7:00 en 19:00 maximaal 4 uur per dag padel spelen en na 19:30 is padel helemaal niet toegestaan. De tennisvereniging is het niet eens met deze beperkingen en heeft beroep ingesteld, terwijl ook de omwonenden in beroep zijn gegaan omdat zij vinden dat er strenger moet worden opgetreden tegen de geluidsoverlast.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de tennisvereniging de behandeling van het beroep kan afwachten en ziet geen noodzaak om de opgelegde verplichtingen aan te passen. De tennisvereniging heeft niet aangetoond dat de beperkte padelmogelijkheden zullen leiden tot verlies van leden of faillissement. De rechter heeft de belangen van de omwonenden zwaarder laten wegen dan die van de tennisvereniging, vooral omdat er nog geen geluidscherm is gebouwd en de tennisvereniging zich moet houden aan de geldende geluidsnormen. De rechter heeft het verzoek van de tennisvereniging om de padelmogelijkheden te verruimen afgewezen, waardoor de huidige geluidsnormen van kracht blijven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 24/36

uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 maart 2024 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. K. van Driel),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest,het college
(gemachtigde: mr. C. Agtersloot).
Als derde-partij nemen aan de zaak deel:
[derde-partij 1] en [derde-partij 2] ,
[derde-partij 3] en
[derde-partij 4]
allen uit [plaats] .

Samenvatting

1.1
Verzoekster is een tennisvereniging en heeft, naast zes tennisbanen, twee padelbanen gerealiseerd. Omwonenden van de tennisvereniging stellen dat het spelen van padel geluidsoverlast oplevert. Zij hebben daarom het college gevraagd daartegen handhavend op te treden. Dit heeft het college gedaan. Er is aan verzoekster een last onder dwangsom opgelegd om ervoor te zorgen dat de geluidsnormen niet meer worden overschreden. Hiertegen zijn zowel de omwonenden als verzoekster in beroep gegaan bij de rechtbank.
1.2
Deze uitspraak gaat over de vraag of er in afwachting van de behandeling van het beroep een voorlopige voorziening moet worden getroffen. Verzoekster heeft gevraagd of de last onder dwangsom kan worden aangepast, zodat ze meer uren gebruik kan maken van de padelbanen, in ieder geval zo dat zij als vereniging volwaardig kan meedoen aan de aanstaande padelcompetitie.
1.3
De voorzieningenrechter komt in deze uitspraak tot het oordeel dat verzoekster geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorziening in afwachting van het beroep. Daarbij is de voorzieningenrechter van oordeel dat het belang van de omwonenden bij handhaving op dit moment zwaarder weegt dan het belang van verzoekster. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen. Hieronder legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt.

Procesverloop

2.1
Omwonenden (de derde-partijen) hebben het college gevraagd om handhavend op te treden tegen verzoekster. Bij besluit van 23 januari 2023 heeft verweerder dit verzoek afgewezen. Het hiertegen door de omwonenden gemaakte bezwaar heeft het college bij besluit van 4 juli 2023 gegrond verklaard. Het college heeft besloten alsnog handhavend te zullen gaan optreden. Bij besluit van 26 juli 2023 heeft het college hieraan invulling gegeven door - kort samengevat - te beslissen dat op het terrein van de tennisclub die verzoekster exploiteert tussen 19:30 uur en 07:00 geen padel of tennis gespeeld mag worden.
2.2
Tegen dit besluit hebben zowel omwonenden als verzoekster beroep ingesteld bij de rechtbank. De omwonenden vinden dat er strenger moet worden gehandhaafd, terwijl verzoekster stelt dat er, gelet op de belangen van verzoekster, niet gehandhaafd moet worden.
2.3
Op verzoek van verzoekster heeft de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening getroffen voor het handhavingsbesluit van 26 juli 2023. Besloten is om dat besluit te schorsen, voor zover daarmee is gelast om na 19:30 ook geen tennis meer te spelen.
2.4
Met het besluit van 20 december 2023 heeft het college het besluit van 26 juli 2023 gewijzigd/aangevuld [1] . Verzoekster moet er binnen zes weken voor zorgen dat zowel overdag als in de avondperiode de geldende geluidsnormen niet worden overschreden door het spelen van padel. Verzoekster kan daar voor de dagperiode volgens het college aan voldoen door maximaal 4 uur per dag padel te spelen. Daarbij heeft het college aangegeven dat verzoeker een dwangsom zal verbeuren van € 2.000,- per geconstateerde overtreding, met een maximum van € 10.000,-.
2.5
Verzoekster heeft in reactie op de last van 20 december 2023 aan het college een speelschema gestuurd, waarop per dag is aangegeven welke uren de padelbanen bespeeld zullen worden.
2.6
Verzoekster heeft de voorzieningenrechter opnieuw verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Zij vraagt de voorzieningenrechter de last onder dwangsom te schorsen of aan te passen.
2.7
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 februari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens verzoekster, [naam 1] (bestuurslid) en de gemachtigde van verzoekster, de gemachtigde van het college samen met [naam 2] , derde-belanghebbende [naam 3] en de gemachtigde van derde-partij [naam 5] .

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Het toetsingskader
3.1
Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Als een verzoek om handhaving van (de normen uit) het Activiteitenbesluit Milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft op grond van artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing.
3.2
Het verzoek om handhaving is gedaan vóór 1 januari 2024. Dat betekent in dit geval dat het Activiteitenbesluit zoals dat gold tot 1 januari 2024 van toepassing blijft.
3.3
In de bijlage staan de geluidsnormen vermeld uit het Activiteitenbesluit die in deze zaak gelden.
Hoe luidt de last?
4. Volgens het college levert het spelen van padel (dus zonder tennis) overdag een overschrijding van 3 dB(A) op. Deze overschrijding kan ongedaan worden gemaakt door overdag (tussen 7:00 en 19:00) maximaal 4 uur te padellen. Verzoekster mag ook op een andere wijze voldoen aan de geldende geluidsnormen, maar vanaf 19:30 is padel helemaal niet meer toegestaan, omdat de geluidsnormen dan nog verder worden overschreden.
Wat vraagt verzoekster?
5. Verzoekster vraagt om schorsing van het gewijzigde besluit van 20 december 2023 en ook aanpassing van de oorspronkelijke last van 26 juli 2023. Verzoekster vraagt om toe te staan dat zij padel mag laten spelen tot 21:00, danwel tot 19:30, danwel 5,5 uur per dag. Aan dit verzoek legt verzoekster ten grondslag dat zij niet mee kan doen aan de padelcompetitie als de last blijft zoals die luidt. Als er maar 4 uur per dag mag worden gespeeld kunnen er maximaal 4 wedstrijden per dag worden gespeeld en kunnen er maar 4 teams meedoen aan de competitie. Hierdoor kan verzoekster haar leden niet binnenboord houden en staat het voortbestaan van de club op het spel.
Is nodig om in afwachting van de behandeling van het beroep een voorziening te treffen?
6. Een voorlopige voorziening kan op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden getroffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
6.1
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er op dit moment geen spoedeisend belang aanwezig om de last aan te passen. Verzoekster stelt wel dat het voortbestaan van de club op het spel staat, maar heeft dit op geen enkele manier onderbouwd. Er zijn geen (financiële) gegevens overgelegd waaruit dit blijkt. Daar komt bij dat verzoekster met de huidige last onder dwangsom wel in de gelegenheid wordt gesteld om tennis en padel te laten spelen en mee te doen aan de competities. Dat het aantal uur en het aantal teams dat kan meedoen met de competitie beperkt is, leidt er naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet per definitie toe dat leden daardoor het lidmaatschap opzeggen.
6.2
Ook als de voorzieningenrechter een spoedeisend belang zou aannemen, dan leidt een belangenafweging er niet toe dat er aanleiding is om vooruitlopend op het beroep de last aan te passen.
Vast staat dat de geluidsnormen worden overschreden. Ook is gebleken dat er op korte termijn geen zicht is op een geluidsvoorziening die de overtreding ongedaan maakt. Ter zitting is namelijk verklaard dat er nog geen omgevingsvergunning is aangevraagd voor de geluidswand tussen de tennisvereniging en de woningen die daarnaast gelegen zijn. Er worden op dit moment (pas) offertes opgevraagd. De bouw is dus nog niet in zicht. Dat omwonende [naam 4] de geluidsoverlast maar moeten accepteren, omdat hij een woning heeft gekocht naast een tennisclub, volgt de voorzieningenrechter niet. In het geval er nog geen enkel zicht is op de beëindiging van de overtreding is het niet redelijk dat deze omwonende de geluidsoverlast maar moet dulden. Bovendien zijn er meer omwonenden die geluidsoverlast ervaren. Dit blijkt uit de vele klachten en handhavingsverzoeken. Bovendien blijkt uit het geluidsrapport dat op meer gevels de geluidsnormen worden overschreden. Het is aan verzoekster om geluidsoverlast bij de omliggende woningen te voorkomen en zich te houden aan de geldende geluidsnormen, ongeacht wanneer de woning is aangekocht en ongeacht of iemand tijdig is gewezen op al bestaande geluidsoverlast. De handhaving van de geluidsnormen moet in dit geval zwaarder wegen dan de belangen van verzoekster bij uitbreiding van de uren om te padellen. Hierbij overweegt de voorzieningenrechter nogmaals dat padellen in het algemeen met de last niet verboden wordt. Het blijft immers mogelijk voor verzoekster om padel en een padelcompetitie aan te bieden aan haar leden. Daarnaast mag er ook worden getennist.
6.3.
Tot slot ziet de voorzieningenrechter ook geen aanleiding om de last aan te passen, zodat in de dagperiode 5,5 uur padel mag worden gespeeld in plaats van 4. Het college heeft ter zitting voldoende overtuigend uiteengezet dat met 4 uur padel overdag de geluidsnormen niet worden overschreden en met 5,5 uur wel. Het college heeft daarbij uitgelegd dat bij de berekening van het maximaal aantal uren (van 4) uit is gegaan van de feitelijke situatie ter plaatse zoals die op dit moment is, de situatie in het akoestisch rapport aangeduid als variant 1c. De voorzieningenrechter stelt op basis van het akoestische rapport en de daarin opgenomen foto’s vast dat in de feitelijke situatie drie schermen zijn geplaatst bij de naastgelegen appartementen, een stenen scherm en twee glazen (geluid)schermen. Dit komt overeen met variant 1c. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het college dan ook uitgegaan van de juiste variant met de daarbij behorende geluidswaarden, waardoor de berekening vooralsnog kan worden gevolgd. Verzoekster heeft voor haar berekening ten onrechte gerekend met variant 1a uit het akoestische rapport.
7. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er op dit moment (vooruitlopend op het beroep), gelet op de belangen van verzoekster, geen aanleiding om de last aan te passen. De voorzieningenrechter zal daarom het verzoek daartoe afwijzen. De voorzieningenrechter komt vervolgens niet toe aan een aantal door verzoekster opgeworpen gronden in het verzoekschrift. Zo komt de voorzieningenrechter niet toe aan de vraag of het college wel bevoegd was om een gewijzigd/aanvullend besluit te nemen.

Conclusie en gevolgen

8. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de last zoals die nu luidt in stand blijft. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.H. Affourtit-Kramer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Degen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
6 maart 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Bijlage

Artikel 2.17
1. Voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) en het maximaal geluidsniveau LAmax, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, geldt dat:
a.de niveaus op de in tabel 2.17a genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden;
Tabel 2.17a
07:00–19:00 uur
19:00–23:00 uur
23:00–07:00 uur
LAr,LT op de gevel van gevoelige gebouwen
50 dB(A)
45 dB(A)
40 dB(A)
LAr,LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
35 dB(A)
30 dB(A)
25 dB(A)
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen
70 dB(A)
65 dB(A)
60 dB(A)
LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen
55 dB(A)
50 dB(A)
45 dB(A)

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 6:19 van de Awb