Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Vorderingen van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
- reiskosten van en naar het politiebureau, de advocaat van de benadeelde partij, het slachtoffergesprek en de zitting, de onderduikadressen van de benadeelde partij en de behandelaar (€ 0,33 cent per kilometer, totaal € 222,12);
- gederfde inkomsten/verlofuren (€ 1.129,55);
- afhandig gemaakte gelden (€ 42.800,-);
- afhandig gemaakte goederen (telefoon, remschijven, jassen) (€ 845,33);
- kosten voor vertaling van stukken ter onderbouwing van de vordering (€ 1.800,-).
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, voor de duur van
5 (vijf) jaren, inhoudende dat de verdachte:
€ 2.000,-, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 april 2023 tot aan de dag van algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 2.513,53, bestaande uit € 13,53 als vergoeding voor de materiële schade (reiskosten van en naar behandelaar) en € 2.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 juni 2023 tot aan de dag van algehele voldoening, aan [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.