ECLI:NL:RBNHO:2024:2260

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
10898229 VV EXPL 24-08
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil in kort geding over gedragsaanwijzingen en ontruiming van huurwoning

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een huurder, aangeduid als [eiser], en de verhuurder, aangeduid als [gedaagden]. De huurder had een vordering ingesteld om de tenuitvoerlegging van een proces-verbaal van schikking te schorsen, waarin gedragsaanwijzingen waren opgenomen die de huurder verplichtten om geen overlast te veroorzaken. De verhuurder had de ontruiming van de huurwoning aangezegd, omdat de huurder zich niet aan de gedragsaanwijzingen zou hebben gehouden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de huurder video- en geluidsopnames heeft gemaakt in strijd met de overeengekomen gedragsaanwijzingen, die onder andere het afluisteren en lastigvallen van omwonenden verbieden. De huurder betwistte dat zij overlast had veroorzaakt en voerde aan dat de klachten van de verhuurder niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank oordeelde echter dat de verhuurder voldoende bewijs had geleverd van herhaaldelijke overtredingen van de gedragsaanwijzingen door de huurder.

De voorzieningenrechter concludeerde dat de verhuurder gerechtigd was om de schikking ten uitvoer te leggen en de ontruiming aan te zeggen. De vordering van de huurder werd afgewezen, en de huurder werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van naleving van gedragsaanwijzingen in huurrelaties en de gevolgen van overtredingen daarvan.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10898229 \ VV EXPL 24-8
Vonnis in kort geding van 12 maart 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. B. Wernik,
tegen

1.[gedaagde 1],2. [gedaagde 2],3. [gedaagde 3],

allen wonende te [plaats 2],
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden],
gemachtigde: mr. J.V. Hesselman.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 7 februari 2024 met nagezonden producties;
- de conclusie van antwoord van 26 februari 2024, met nagezonden producties;
- de mondelinge behandeling van 27 februari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van [gedaagden].

2.De zaak in het kort

2.1.
De video- en geluidsopnames die [eiser] heeft gemaakt zijn in strijd met de tussen partijen overeengekomen gedragsaanwijzingen dat [eiser] geen overlast meer zal veroorzaken door “het lastig vallen, afluisteren of anderszins onheus bejegenen van omwonenden”. [gedaagden] heeft de ontruiming terecht aangezegd; de vordering van [eiser] wordt afgewezen.

3.De feiten

3.1.
Sinds 1 maart 2016 huurt [eiser] de woonruimte aan de [adres] te [plaats 1] (verder: het gehuurde). [gedaagden] is sinds 9 januari 2020 eigenaar en verhuurder van de het gehele pand waar de woonruimte van [eiser] zich in bevindt.
3.2.
Tussen partijen is eerder een procedure geweest: [gedaagden] heeft daarin het opleggen van gedragsaanwijzingen aan [eiser] en een voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd.
3.3.
Partijen hebben bij akte van 15 september 2023 een schikking bereikt. De schikking is in een proces-verbaal vastgelegd door de kantonrechter van deze rechtbank. In de schikking is – voor zover thans relevant – overeengekomen:
1.2 Met deze akte laten partijen weten dat onderling overeenstemming is bereikt over gedragsaanwijzingen voor gedaagde (hierna: “[eiser]”) in combinatie met een voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst. De afspraken worden in deze akte nader uiteengezet en partijen verzoeken gezamenlijk aan de rechter om de afspraken vast te leggen in een proces-verbaal. Als productie B-21 bij deze akte wordt de instemming van [eiser] overgelegd met het gezamenlijk indienen van deze akte.(…)
3. Gedragsregels i.c.m. voorwaardelijke ontbinding3.1 Wat betreft de gedragsaanwijzingen voor [eiser] in het bijzonder zijn partijen het navolgende overeengekomen.3.2. [eiser] veroorzaakt geen enkele overlast meer (in welk vorm dan ook) in en vanuit het door haar gehuurde appartement en/of de gemeenschappelijke ruimten van het gebouw, in ieder geval door:
(1) zowel overdag als ’s nachts geen overlast meer te veroorzaken door het afspelen van (te harde) muziek of het maken van lawaai (…)
(2) tussen 22:00 en 09:00 geen geluidsapparatuur meer te draaien c.q. te gebruiken;
(3) het in persoon, via mail, app, sms of anderszins lastigvallen, intimideren, manipuleren, bedreigen, afluisteren of anderszins onheus bejegenen van omwonenden, de verhuurder en/of derden te staken en gestaakt te houden;(…)
3.3.
Hierbij geldt dat in het geval omwonenden/buren overlast van [eiser] ondervinden, zij haar daarvan in persoon, met een bericht of via de verhuurder op de hoogte stellen. Op die manier is het voor [eiser] duidelijk dat overlast wordt ervaren en kan zij haar gedrag daarop aanpassen. Zij houdt daarbij rekening met haar buren en met dat het gebouw waarin zij woont oud én gehorig is.
3.4.
Als [eiser] géén gevolg geeft aan overlastmeldingen van buren en zij dus niet integraal aan de gedragsaanwijzingen voldoet, dan wordt de huurovereenkomst met [eiser] van rechtswege ontbonden en ontruimt [eiser] binnen veertien (14) dagen het gehuurde.(…)
5.1.
Partijen dragen ieder de eigen proceskosten en stemmen in met doorhaling van de onderhavige procedure.”
3.4.
Tussen september 2023 en januari 2024 heeft [gedaagden] van medebewoners meerdere geluidsoverlastmeldingen ontvangen over [eiser].
3.5.
Op 7 en 26 oktober 2023 heeft [eiser] video- en geluidsopnames gemaakt vanuit het trappengat en op de overloop van de beletage. [eiser] heeft de opnames op 29 oktober 2023 per e-mail naar [gedaagden] verzonden, met – voor zover relevant – de mededelingen:
“Zó hard heb ik mijn televisie en mijn radio niet eens aan staan.Zou proberen goed na te gaan waar die geluiden vandaan komen die ze horen in [nummer 2].(…)Ik hoor onze manische buurman, die een puppy heeft gekocht onlangs, ook regelmatig driftig met een hamer slaan op de muur om zichzelf af te reageren en zijn muziekinstrument met versterker hoor je ook (…). Ik heb allang gevraagd of de verstandige broer hem kan laten ophouden daarmee, uitgelegd dat ik namelijk de schuld krijg ervan, dat mijn buren denken dat het van mij komt (…).”en“Mailde ik jou toch ook niet “geluidsoverlast” toen dit aan de hand was zaterdagavond, 7 oktober 2023?”
3.6.
[eiser] heeft bij brief van haar gemachtigde op 2 november 2023 betwist dat zij overlast veroorzaakt:
Van cliënte heb ik verder vernomen dat zij maatregelen heeft getroffen, teneinde te voorkomen dat zij op de een of andere wijze nog geluidsoverlast zou (kunnen) veroorzaken voor derden.Zo heeft cliënte bijvoorbeeld een koptelefoon aangeschaft en luistert zij enkel nog overdag naar muziek.Uiteraard kan het voorkomen dat er op enig moment ‘leefgeluiden’ hoorbaar zijn, maar dit is iets wat huurders – tot op zekere hoogte – van elkaar te dulden hebben. (…)Wel is mij gebleken dat er op meerdere momenten door [gedaagden] melding is gemaakt dat cliënte geluidsoverlast zou veroorzaken, terwijl zij aantoonbaar niet in haar woning was en er op andere momenten zelfs getuigen aanwezig waren die kunnen bevestigen dat cliënte op de door [gedaagden] genoemde data en tijdstippen geen geluidsoverlast veroorzaakte.(…)Het kan niet zo zijn dat cliënte verantwoordelijk wordt gehouden voor iedere vorm van geluidsoverlast die door een bewoner in het complex wordt geconstateerd of ervaren, terwijl het zeer goed mogelijk is dat de geluidsoverlast van een andere bewoner of zelfs van het naast gelegen gebouw afkomstig is.Zo beschikt cliënte zelf over een geluidsopname van de geluidshinder die zij heeft ervaren van de bewoner op nummer 4, waaruit blijkt dat de muziek tot ver buiten zijn woning hoorbaar was. (…)”
3.7.
Op 6 november 2023 heeft de gemachtigde van [gedaagden] aan de gemachtigde van [eiser] kenbaar gemaakt dat het opnamemateriaal van [eiser] in strijd is met de overeengekomen gedragsaanwijzingen:
“In de tweede plaats heeft [eiser] op 29 oktober jl. drie video’s aan [gedaagden] gestuurd met opnames van de voordeuren van de appartementen op nummer [nummer 1], [nummer 2] en [nummer 3]. Dit vormt een directe schending van de privacy van de betreffende omwonenden. Daar komt bij dat met het maken van dergelijke video’s sprake is van het lastigvallen, intimideren en afluisteren van omwonenden. Ook dit is in strijd met de afspraken die in de akte zijn neergelegd (zie randnr. 3.2 onder 3).”(…)Tot slot deelt [gedaagden] aan [eiser] mee dat bij de volgende overtreding van de afspraken de huurovereenkomst zal worden ontbonden. In dat geval dient [eiser] het gehuurde binnen veertien dagen te ontruimen, op straffe van een dwangsom van€ 1.500,00 per dag. (…)
3.8.
Op 7 november 2023 is het proces-verbaal van schikking betekend aan [eiser].
3.9.
Op 8 november 2023 heeft de gemachtigde van [eiser] aangegeven dat geen sprake is van handelen in strijd met de gedragsaanwijzingen:
“( …) Van een overtreding van de gedragsaanwijzing en/of gemaakte afspraken is niet gebleken.Daarnaast is het opmerkelijk dat u stelt dat [gedaagden] over diverse opnames van cliënte beschikt, terwijl u vervolgens meent dat het maken van /video/opnames een schending van de privacy oplevert of zelfs kan worden gezien als lastigvallen, intimideren en afluisteren. (…)”
3.10.
Op 16 november 2023 heeft de gemachtigde van [gedaagden] als volgt gereageerd:
"( ...) Wat betreft de video-opnames waarover [gedaagden] beschikt, geldt dat deze van [eiser] zelf afkomstig zijn. [eiser] heeft eind oktober/begin november een aantal video-opnames aan [gedaagden] gestuurd, waarin zij vermeende overlast van haar bovenburen op nummer [nummer 1], [nummer 2] en [nummer 3] probeert vast te leggen. Enkele voorbeelden van deze opnames treft u in een link onderaan deze e-mail. Zoals in de mail van 6 november jl. uiteengezet, zijn deze gedragingen in strijd met de overeengekomen gedragsaanwijzingen (zie randnr. 3.2, onder 3) en schendt [eiser] hiermee de privacy van de betreffende buren. Dat is beslist ontoelaatbaar.(…)Tot slot kan [gedaagden] zich niet aan de indruk onttrekken dat [eiser] de grenzen van de overeengekomen afspraken opzoekt. [gedaagden] benadrukt dat [eiser] hiermee het risico loopt haar woning kwijt te raken en verzoekt [eiser] zich te gedragen overeenkomstig de gedragsaanwijzingen. (…) "
3.11.
Op 23 november 2023 heeft de gemachtigde van [gedaagden] aan de gemachtigde van [eiser] medegedeeld:
“(…)Ook gisternacht heeft [eiser] weer bonken tegen het plafond geproduceerd. Deze overlastgevende gedragingen zijn vermijdbaar, net zoals de videocamera’s achter het souterrainraam en de afluistervideo’s bij de voordeuren van de appartementen [nummer 1], [nummer 2] en [nummer 3]. [eiser] overschrijdt daarmee daadwerkelijk de grenzen van de overeengekomen gedragsaanwijzingen, zoals ook opgemerkt in de mail van 16 november jl. Gezien de gedragingen van [eiser] kondigt [gedaagden] hierbij vast aan dat als [eiser] haar gedrag niet structureel verbetert, de huurovereenkomst begin januari 2024 zal worden ontbonden en de ontruiming van het gehuurde aan de [adres] door de deurwaarder zal worden aangezegd. (…)
3.12.
Op 30 november 2023 heeft [eiser] nogmaals aangegeven dat niet in strijd met de overeengekomen gedragsaanwijzingen is gehandeld en dat geen meldingen aan [eiser] zijn gedaan over haar gedrag:
" ( ...) Daarnaast betwist cliënte dat zij zich in de nacht van 22 op 23 november schuldig heeft gemaakt aan bonken en geeft zij aan dat zij elders was op dat moment. Onduidelijk is bovendien op welk tijdstip dit gebonk zou hebben plaatsgevonden. Verder bevreemdt het cliënte dat er thans melding wordt gemaakt van circa 25 overlastmeldingen, terwijl er nimmer een bewoner zijn/haar beklag rechtstreeks en ten tijde van de vermeende gedraging heeft geuit bij cliënte. Ook niet met tussenkomst van de verhuurder. Dit laatste is niet in overeenstemming met de gemaakte afspraken van het proces-verbaal en de akte, zie 3.3. van de akte. Reeds om die reden kan cliënte niet hebben gehandeld in strijd met de in de akte gemaakte afspraken. ( ... )Cliënte meent dat ook dat zij zich in alle opzichten heeft gehouden aan de gemaakte afspraken en de gedragsaanwijzing. Tevens heeft zij gevolg gegeven aan de verzoeken van [gedaagden]Alles overwegende meent cliënte dat het tijd wordt dat er een eind komt aan de voor haar emotioneel zeer belastende hetze die tegen haar wordt gevoerd en dat [gedaagden] haar enkel rechtstreeks op de hoogte stelt van meldingen ter zake van overlast die daadwerkelijk zijn onderbouwd met bewijs en bovendien zijn voorzien van een datum/tijdstip en nadere specificatie van de overlast.(…)"
3.13.
Op 12 december 2023 heeft [eiser] opnieuw een video- en geluidsopname gemaakt vanuit het trappengat en op de overloop van de beletage.
3.14.
Op 14 december 2023 is de gemachtigde van [eiser] geïnformeerd dat de gemaakte opnames in strijd zijn met de gedragsaanwijzingen en dat op grond daarvan de huurovereenkomst zal worden ontbonden en de ontruiming zal worden aangezegd. [gedaagden] heeft [eiser] daarbij in de gelegenheid gesteld op zelf uiterlijk 31 december 2023 de huur op te zeggen tegen een datum in het eerste kwartaal van 2024, om een gedwongen ontbinding en ontruiming te voorkomen.
3.15.
Op 8 januari 2024 heeft de gemachtigde van [gedaagden] aan [eiser] meegedeeld dat [gedaagden] de huurovereenkomst ontbindt op grond van de schikkingsafspraken zoals neergelegd in het proces-verbaal.
3.16.
Op 11 januari 2024 heeft de gemachtigde van [eiser] aangegeven dat de gedragingen van [eiser] niet in strijd zijn geweest met de overeengekomen gedragsaanwijzingen:
"( ...) In uw e-mail van 14 december 2023 heeft u het over de laatste druppel, zijnde dat cliënte niet alleen op 29 oktober 2023, drie geluidsopnames aan uw cliënten heeft toegestuurd met betrekking tot -niet door haar -maar juist door door de bovenbuurman, de heer [betrokkene 1], veroorzaakte geluidsoverlast, maar ook zou zij op 12 december 2023 geluidsopnames hebben gemaakt van wederom van door de heer [betrokkene 1], veroorzaakte geluidsoverlast. Een andere huurder, de heer [betrokkene 2], zou een en ander hebben vastgelegd.Ik denk dat het evident is dat afluisteren in de zin van art. 3.2 onder 3 in de akte van 15 september 2023 totaal iets anders is als het vergaren van bewijsmateriaal dat juist de andere huurders geluidsoverlast veroorzaken.Nu er geen sprake is van overtreding van de gedrag aanwijzingen, is er geen aanleiding tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan alsmede geen grond tot aanzegging ontruiming. (...)"
3.17.
Op 12 januari 2024 heeft de gemachtigde van [gedaagden] de gemachtigde van [eiser] bericht:
"(...) [gedaagden] heeft nimmer meldingen van [eiser] ontvangen over geluidsoverlast van hoor bovenburen. Voor zover [eiser] overlast van haar bovenburen zou ondervinden, dan zou zij de opnames daarvan in haar eigen woning kunnen vastleggen en niet op de gemeenschappelijke overloop, welke één verdieping hoger is gelegen dan de verdieping (souterrain) waar [eiser] woont. Daarnaast zit er een brand- en geluidswerende deur tussen haar verdieping en de andere verdieping /bel-etage). Desondanks heeft [eiser] herhaaldelijk opnames gemaakt aan de voordeuren van de bewoners op de beletage, waarvan zij op 29 oktober 2023 video-opnames met [gedaagden] heeft gedeeld en waarop zij op 12 december 2023 door [betrokkene 2] is betrapt.Deze gedragingen zijn evident in strijd met de gedragsaanwijzingen.Mede gelet op de herhaaldelijke overlast die [eiser] ook na het overeenkomen van de gedragsaanwijzingen heeft veroorzaakt, is de huurovereenkomst ontbonden. In dit verband zal vandaag de ontruiming van de woning door een deurwaarder worden aangezegd tegen een termijn van veertien dagen. (...)
3.18.
Op 12 januari 2024 heeft [gedaagden] per deurwaardersexploot het proces-verbaal van schikking aan [eiser] betekend en de ontruiming aangezegd met een ontruimingstermijn van 14 dagen.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert schorsing van de tenuitvoerlegging van het proces-verbaal van schikking van 15 september 2023, voor zover de tenuitvoerlegging van dit proces-verbaal inhoudt de ontruiming van het gehuurde.
4.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag dat zij de gedragsaanwijzingen niet heeft geschonden en dat er daarom geen grond is voor de aangezegde ontruiming. [eiser] ontkent dat zij na 15 september 2023 geluidsoverlast heeft veroorzaakt. [gedaagden] heeft de klachten over geluidsoverlast niet onderbouwd met bewijs of voorzien van tijdstip/datum van de overlast. Voor zover er wel datum/tijdstip zijn genoemd, is sprake geweest van leefgeluiden of was zij niet eens thuis. Indien en zover wel sprake is geweest van geluidsoverlast veroorzaakt door [eiser], is zij hier door [gedaagden] niet voldoende op de hoogte gesteld, zoals 3.4. van de gedragsaanwijzingen vereist. Verder voert [eiser] aan dat zij niet heeft afgeluisterd maar dat zij geluidsopnames heeft gemaakt om de in haar appartement te horen geluiden te kunnen linken aan de bron van dat geluid op de verdieping boven haar appartement. Haar gedrag valt daarom evident niet onder afluisteren in de zin van artikel 3.2. onder (3) van de gedragsaanwijzingen.
4.3.
[gedaagden] voert verweer. [gedaagden] voert aan dat sinds de gedragsaanwijzingen zijn overeengekomen [eiser] opnieuw zeer veel geluidsoverlast heeft veroorzaakt. Verder is het meerdere keren maken van video- en geluidsopnames in het trappengat en op de overloop van de beletage te kwalificeren als afluisteren en het schenden van de privacy van de andere bewoners. [eiser] heeft dan ook gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzingen en [gedaagden] heeft terecht de ontruiming aangezegd.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Omdat [gedaagden] de ontruiming heeft aangezegd, heeft [eiser] voldoende spoedeisend belang bij haar vordering en is zij ontvankelijk in haar vordering.
5.2.
[eiser] wil met dit kort geding de aangekondigde ontruiming voorkomen. Daarmee verzet [eiser] zich tegen de executie van de schikking van 15 september 2023, die in een proces-verbaal is vastgelegd (zie hiervoor onder 2.3). Het proces-verbaal met deze schikking verschaft [gedaagden] immers een executoriale titel [1] .
5.3.
Voor wat betreft het door de voorzieningenrechter te hanteren toetsingskader geldt dat uit het arrest van de Hoge Raad inzake Hotel-Restaurant De Zeester van 20 december 2019 [2] volgt dat als een vordering in kort geding tot het staken van de executie betrekking heeft op een uitspraak waartegen geen rechtsmiddel meer openstaat de rechterlijke beslissing in beginsel steeds ten uitvoer kan worden gelegd. De rechter kan de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen dan slechts beëindigen of schorsen, indien sprake is van misbruik van executiebevoegdheid omdat de executant geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid om tot tenuitvoerlegging over te gaan.
5.4.
Dit geval, de executie door een partij van een in een proces-verbaal van een zitting vastgelegde schikking ter beëindiging van een tussen partijen gevoerde gerechtelijke procedure, sluit aan bij de executie van een vonnis waartegen geen rechtsmiddel meer openstaat. Met de in het proces-verbaal vastgelegde schikking hebben partijen immers beoogd een (definitief) einde te maken aan de tussen hen lopende procedure, zoals het proces-verbaal in dit geval ook met zoveel woorden zegt.
5.5.
De voorzieningenrechter begrijpt uit de stellingen van [eiser] dat zij zich erop beroept dat [gedaagden] (nog) niet bevoegd was om de in het proces-verbaal opgenomen schikking ten uitvoer te leggen omdat [eiser] niet heeft gehandeld in strijd met de daarin opgenomen gedragsaanwijzingen. De voorzieningenrechter begrijpt hieruit dat [eiser] een beroep wil doen op misbruik van de executiebevoegdheid aan de zijde van [gedaagden]
5.6.
Omdat [gedaagden] zich erop beroept dat hij gerechtigd is om tot ontruiming van het gehuurde over te gaan, is het aan [gedaagden] om te bewijzen dat [eiser] niet heeft voldaan aan de overeengekomen gedragsaanwijzingen. [gedaagden] heeft hiertoe gemotiveerd gesteld dat de gedragsaanwijzingen door [eiser] zijn overschreden door het herhaaldelijk veroorzaken van geluidsoverlast en door het meerdere keren maken van video- en geluidsopnames bij de buren op de overloop van de beletage. De voorzieningenrechter overweegt hierover als volgt.
Veroorzaakte geluidsoverlast
5.7.
[gedaagden] heeft ten bewijze van de geluidsoverlast de van de medebewoners ontvangen meldingen in het geding gebracht. De daadwerkelijk geconstateerde overlast, bijvoorbeeld in de vorm van opnames, is echter niet in het geding gebracht. Ook is niet voldoende onderbouwd dat de geconstateerde geluidsoverlast van [eiser] afkomstig is geweest. Zoals partijen beiden erkennen, is het een zeer gehorig pand en kunnen medebewoners veel geluiden van elkaar en van derden horen. Van [gedaagden] mocht gezien dit feit en de gemotiveerde betwisting van [eiser], een nadere onderbouwing verwacht worden dat sprake is geweest van geluidsoverlast en niet van tussen buren te dulden “leefgeluiden”, en dat de gehoorde geluiden van [eiser] afkomstig zijn geweest. Nu [gedaagden] dit heeft nagelaten, is niet vast komen te staan dat [eiser] geluidsoverlast heeft veroorzaakt.
Video- en geluidsopnames
5.8.
Niet in geschil is dat [eiser] meermalen video- en geluidsopnames heeft gemaakt buiten het gehuurde en in directe nabijheid van de voordeuren van de appartementen [nummer 1], [nummer 2] en [nummer 3]. Ook staat vast dat [gedaagden] aan [eiser], nadat zij de opnames van 7 en 26 oktober 2023 aan [gedaagden] had toegestuurd, duidelijk heeft gemaakt dat hierdoor overlast wordt ervaren. De vraag is vervolgens of dit gedrag van [eiser] een schending van de overeengekomen gedragsaanwijzingen oplevert of niet.
5.9.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het opnemen van de beelden op de overloop en het geluid dat van medebewoners op die overloop is te horen in strijd met de gedragsaanwijzing dat [eiser] geen overlast meer zal veroorzaken door “het lastig vallen, afluisteren of anderszins onheus bejegenen van omwonenden”. Er worden immers, zonder dat de medebewoners hier weet van hebben of toestemming voor hebben gegeven, opnames gemaakt van hen en/of andere in hun appartementen geproduceerde geluiden. In een enkel geval is op de opname woordelijk te verstaan wat er achter de voordeur van een omwonende wordt gezegd.
5.10.
Het verweer van [eiser] dat zij niet de intentie heeft gehad om de buren af te luisteren, maar dat zij bewijs wilde vergaren om te kunnen aantonen dat ook van buren buiten hun appartementen geluiden te horen zijn, maakt dit niet anders. Mogelijk was [eiser] zich er bij het maken van de opnames in oktober 2023 niet van bewust dat zij daarmee handelde in strijd met de overeengekomen gedragsaanwijzingen, maar dat kan in ieder geval niet gelden voor de latere opnames in december 2023. [gedaagden] had toen immers aan [eiser] herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat het maken van dergelijke opnames ervaren wordt als overlast en in strijd is met de overeengekomen gedragsaanwijzingen. [eiser] wist dan ook dat haar gedrag overlast opleverde en heeft haar gedrag desondanks niet aangepast. Daarmee heeft [eiser] niet voldaan aan de gedragsaanwijzingen.
5.11.
[eiser] heeft ter zitting nog aangevoerd het ‘bijzonder’ te vinden dat haar verweten wordt de privacy van haar medebewoners te hebben geschonden terwijl de camera die op de overloop is geplaatst juist een inbreuk maakt op haar privacy. Hier heeft [eiser] echter geen juridische consequenties aan verbonden, zodat hieraan voorbij wordt gegaan. Daarnaast geldt dat de aanwezigheid van de camera op de overloop van de beletage niet afdoet aan hetgeen hiervoor is overwogen over de door [eiser] gemaakte opnames. Ook liggen de met deze camera gemaakte beelden waarop [eiser] te zien is niet mede ten grondslag aan het oordeel dat [eiser] heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzingen.
Conclusie
5.12.
Gezien het voorgaande is de conclusie dat [eiser] gehandeld heeft in strijd met de gedragsaanwijzingen. [gedaagden] was dan ook gerechtigd om tot tenuitvoerlegging van de in het proces-verbaal neergelegde schikking over te gaan. Van misbruik van executierecht is geen sprake. De vordering van [eiser] wordt daarom afgewezen.
5.13.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagden] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
678,00

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
wijst het gevorderde af;
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 678,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2024.

Voetnoten

1.Op grond van de artikelen 89 lid 1 en 430 Rv