Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Dijklander Ziekenhuis
De kantonrechter wijst de vordering van werknemer toe, omdat in deze kort geding procedure niet kan worden vastgesteld of sprake is van een duurzame verstoring van de arbeidsverhouding. Het gegeven dat de mediation niet tot resultaat heeft geleid, maakt nog niet dat re-integratie bij werkgever niet meer mogelijk zou zijn.
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘Ik acht de functie van gespecialiseerd verpleegkundige met zijn huidige belastbaarheid niet passend voor werknemer. Ook zie ik onvoldoende mogelijkheden deze functie zodanig aan te passen dat de belasting alsnog binnen de huidige belastbaarheid van werknemer valt. (…)Al voor de uitval van werknemer was er volgens werkgever sprake van een arbeidsconflict tussen werknemer en Dijklander Ziekenhuis. I.v.m. dit conflict is een mediationtraject opgestart en in juni 2023 afgerond. De uitkomst van dit traject was, dat het vertrouwen tussen werkgever en werknemer niet meer hersteld kan worden en dat re-integratie binnen het Dijklander Ziekenhuis zal worden afgesloten.(…)Nu werknemer niet meer terug kan keren in passend werk binnen de eigen organisatie zal z.s.m. buiten het Dijklander Ziekenhuis naar passend werk voor werknemer moeten worden gezocht.’
‘Verwachting is dat betrokkene kan/zal herstellen. Medisch gezien kan betrokkene de re-integratie starten (in goed passend werk, rekening houdend met de beperkingen in het inzetbaarheidsprofiel) en stapsgewijs toegewerkt worden naar volledige werkhervatting.’
‘Er is sprake van een arbeidsconflict waarvoor eerder een mediationtraject is afgerond. De prognose zoals vastgelegd in dit Inzetbaarheidsprofiel betreft de medische prognose en staat verder los van de uitkomst van het mediationtraject.’
De arbeidsdeskundige concludeert:
‘De belastbaarheid van werknemer is thans in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren duidelijk verbeterd t.o.v. de door de bedrijfsarts geschetste belastbaarheid in juli 2023.(…)Met de duidelijke verbetering van de belastbaarheid van werknemer (en dan met name het vervallen van de beperking op het werken met patiënten) acht ik het thans haalbaar, dat werknemer zich tijdens zijn re-integratie richt op werkzaamheden in de zorg. Hierbij kan zowel aan een meer verzorgende functie als ook (opbouwend) aan werkzaamheden als verpleegkundige worden gedacht. (…)Ik adviseer om het extern gerichte re-integratietraject voort te zetten en de scope van mogelijke functies/werkzaamheden uit te breiden naar verpleegkundige en/of andere zorgfuncties of andere functies binnen en buiten de zorgsector.Mijn adviezen omtrent werkmogelijkheden binnen het Dijklander Ziekenhuis blijven ongewijzigd. Deze mogelijkheden zijn volgens werkgever niet meer aanwezig (na een eerder mediationtraject). Ik zal mogelijkheden binnen het Dijklander Ziekenhuis dan ook nog steeds buiten beschouwing laten. De re-integratie van werknemer zal zich uitsluitend op externe werkmogelijkheden moeten blijven richten.’
3.De vordering
[eiser] ziet ook geen belemmeringen om zijn werkzaamheden op de [afdeling] te hervatten. Hij wil graag hierover met Dijklander Ziekenhuis in gesprek blijven. Volgens de cao heeft een arbeidsongeschikte werknemer, wanneer hij volgens zijn re-integratieplan passende arbeid of arbeid zonder loonwaarde verricht, recht op doorbetaling van 100% van zijn salaris. Omdat [eiser] zich bereid heeft verklaard passende arbeid te verrichten en de bedrijfsarts heeft geoordeeld dat hij daartoe in staat is, dient Dijklander Ziekenhuis het salaris van [eiser] aan te vullen tot 100%.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Het geschil tussen partijen in dit kort geding betreft in de kern de vraag of van Dijklander Ziekenhuis op grond van artikel 7:658a BW redelijkerwijs gevergd kan worden, dat zij [eiser] laat re-integreren in eigen (dan wel passende) arbeid binnen de organisatie van Dijklander Ziekenhuis. Bij een duurzame verstoring van de arbeidsverhouding zou voorstelbaar zijn, dat van een werkgever niet meer kan worden verlangd om een werknemer binnen de eigen organisatie te laten re-integreren. In het kader van deze kort geding procedure kan echter niet worden vastgesteld of de arbeidsverhouding tussen partijen duurzaam is verstoord, hiervoor is een nader onderzoek en debat tussen partijen vereist, dit kan pas in de procedure tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan de orde komen en leent zich gelet op de gemotiveerde betwisting over en weer niet voor een beoordeling in kort geding. Voor zover Dijklander Ziekenhuis het incident over het ongeoorloofd meenemen van medicatie aan de verstoorde arbeidsverhouding ten grondslag legt, geldt dat dit is afgedaan met een schriftelijke waarschuwing.
De kantonrechter ziet aanleiding om deze dwangsom te matigen en daaraan een maximum te verbinden, zoals hierna vermeld.