ECLI:NL:RBNHO:2024:2179

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 februari 2024
Publicatiedatum
1 maart 2024
Zaaknummer
C/15/337227 / FA RK 23-912
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Stiefouderadoptie en inschrijving geboorteakte van een meerderjarige geadopteerde

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 februari 2024 uitspraak gedaan over een verzoek tot stiefouderadoptie en de inschrijving van de geboorteakte van de geadopteerde, die inmiddels meerderjarig is geworden. Verzoeker, die al sinds de geadopteerde twee jaar oud is in haar leven is, heeft samen met de moeder van de geadopteerde het verzoek ingediend. De vader, die in Venezuela woont, is niet verschenen op de zitting en heeft zijn standpunt niet kenbaar gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in het kennelijk belang van de geadopteerde is, aangezien verzoeker de enige vaderfiguur in haar leven is en de biologische vader nooit betrokken is geweest. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat aan de voorwaarden voor stiefouderadoptie is voldaan, zoals vastgelegd in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek. De geadopteerde heeft aangegeven dat zij de geslachtsnaam van verzoeker wil aannemen, wat door de rechtbank is goedgekeurd. Daarnaast heeft de rechtbank gelast dat de buitenlandse geboorteakte van de geadopteerde wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente waar zij woont. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een termijn van drie maanden voor het instellen van hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
Locatie Haarlem
Stiefouderadoptie en gelasten inschrijven geboorteakte
zaak-/rekestnr.: C/15/337227 / FA RK 23-912
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 12 februari 2024
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna te noemen: verzoeker,
en, ten aanzien van het voorwaardelijke verzoek,
[de moeder],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat mr. B.T.A. Visser, kantoorhoudende te Zwaagdijk-Oost,
-tegen-
[de vader],
wonende te Venezuela,
hierna te noemen: de vader,
strekkende tot de adoptie van:
[de geadopteerde],
wonende te [plaats] , gemeente [gemeente] ,
hierna te noemen: [de geadopteerde] ,
in welke zaak ten aanzien van gelasten inschrijven geboorteakte als belanghebbende is aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van [plaats],
zetelend te [plaats] ,
hierna te noemen: de ambtenaar.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek, met bijlagen, van verzoeker ingekomen op 13 februari 2023;
- het F-formulier, met bijlage, van de advocaat van verzoeker van 7 maart 2023;
- het F-formulier, met bijlage, van de advocaat van verzoeker van 4 april 2023;
- het F-formulier, met bijlage, van de advocaat van verzoeker van 11 april 2023;
- de brief van de ambtenaar van 5 juni 2023;
- het F-formulier van de advocaat van verzoeker van 13 juni 2023;
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 16 augustus 2023;
- de brief van de advocaat van verzoeker van 8 september 2023.
1.2.
Bij het verzoekschrift is overgelegd:
een door de ambtenaar van de burgerlijke stand van [plaats] , Venezuela, opgemaakt afschrift van een geboorteakte met nummer [nummer] van het jaar 2005, voorkomende in het register van geboorten van [plaats] , Venezuela, relaterende de geboorte van [de geadopteerde] , voorzien van een apostille overeenkomstig het Verdrag tot afschaffing van de vereiste van legalisatie voor buitenlandse openbare akten (Trb.1963, 28).
1.3.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 18 januari 2024 in aanwezigheid van verzoeker bijgestaan door mr. B.T.A. Visser, de moeder en [de geadopteerde] .
Tevens was ter zitting als informant aanwezig [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad.
1.4.
De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
1.5.
Na de zitting is ter griffie ontvangen:
- het F-formulier van de advocaat van verzoek van 1 februari 2024.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn op [huwelijksdatum] te [plaats] , Venezuela met elkaar gehuwd, welk huwelijk door echtscheiding is ontbonden op [datum] te [plaats] , Venezuela. Uit dit huwelijk is [de geadopteerde] geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Venezuela.
2.2.
Verzoeker en de moeder zijn gehuwd op [huwelijksdatum] in de gemeente [gemeente] . Verzoeker woont vanaf 2013 met de moeder en [de geadopteerde] in gezinsverband samen.
2.3.
Uit de Basisregistratie Personen blijkt dat de moeder en [de geadopteerde] vanaf [datum] in Nederland zijn gevestigd. De moeder en [de geadopteerde] hebben op [datum] de Nederlandse nationaliteit door naturalisatie gekregen.
2.4.
Verzoeker en de moeder zijn de ouders van het kind [het kind] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] .

3.Het verzoek

3.1.
Verzoeker heeft verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
- de adoptie uit te spreken van [de geadopteerde] door verzoeker;
- de geslachtsnaam van [de geadopteerde] te wijzigen van ‘ [geslachtsnaam] ’ in ‘ [geslachtsnaam] ’.
Voorwaardelijk wendt moeder zich tot uw rechtbank met het verzoek, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- vast te stellen dat het gezag van de biologische vader van rechtswege is geschorst, dan wel;
- de moeder met het eenhoofdig gezag over [de geadopteerde] te belasten.
3.2.
Verzoeker heeft hieraan ten grondslag gelegd dat de affectieve relatie tussen de ouders al tijdens de zwangerschap verbroken is en dat [de geadopteerde] nooit met de vader in gezinsverband heeft geleefd. Verzoeker heeft de moeder ontmoet in 2008 en sinds 2013 woont de moeder met [de geadopteerde] in gezinsverband samen met verzoeker. Verzoeker verzorgt [de geadopteerde] sinds ze twee jaar oud is en hij is de enige vaderfiguur in haar leven. Toen [de geadopteerde] nog in Venezuela woonde heeft de vader haar enkele keren bezocht. [de geadopteerde] heeft hem na haar vertrek naar Nederland nooit meer gezien. In de echtscheidingsprocedure is bepaald dat ouderlijke macht en opvoedingsverantwoordelijkheid tussen de ouders wordt gedeeld en dat het ouderlijk gezag bij moeder ligt. Bij volmacht van 15 februari 2011 heeft de vader aan de moeder een volmacht gegeven -kort gezegd- om alle handelingen te verrichten die nodig zijn voor de emigratie naar Nederland. Bij akte van 25 mei 2021 heeft de vader alle rechten en plichten die aan hem worden toegekend door de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag en alle bevoegdheden afgestaan aan de moeder. Het enige contact dat er nog is tussen [de geadopteerde] en de vader zijn de korte berichtjes die hij stuurt op haar verjaardag of andere belangrijke gebeurtenissen. [de geadopteerde] heeft nu en voor zover in de toekomst redelijkerwijs is te voorzien, niets meer van de vader te verwachten.
[de geadopteerde] maakt net zo goed deel uit van het gezin als [het kind] . Verzoeker wil door middel van adoptie dat er ook juridisch geen onderscheid is.
Verzoeker, de moeder en [de geadopteerde] wensen dat de geslachtsnaam van [de geadopteerde] wijzigt in ‘ [geslachtsnaam] ’.

4.De standpunten

adoptie
4.1.
[de geadopteerde]staat achter het verzoek en wil graag de geslachtsnaam ‘ [geslachtsnaam] ’ krijgen.
Ter zitting heeft [de geadopteerde] nog naar voren gebracht dat haar enige contact met de vader bestaat uit de berichtjes die zij krijgt met haar verjaardag en nieuwjaar. Verzoeker is al in haar leven sinds ze twee jaar oud is. [de geadopteerde] heeft vanaf het begin een goede klik met hem gehad en ziet hem als haar vader.
4.2.
De moederstaat achter het verzoek. Verzoeker hoort al vijftien jaar bij het gezin en voor [de geadopteerde] is hij de enige vaderfiguur in haar leven. De relatie tussen de moeder en de vader is al verbroken tijdens de zwangerschap. De moeder heeft de vader voor het laatst gesproken in 2021, toen de vader zijn ouderlijke rechten en bevoegdheden afstond aan de moeder.
4.3.
De vaderheeft zijn standpunt niet kenbaar gemaakt.
4.4.
De Raadadviseert het verzoek van verzoeker tot adoptie van [de geadopteerde] en geslachtsnaamwijziging toe te wijzen.
Wat betreft de verzochte adoptie is de Raad van oordeel dat dit in het kennelijk belang is van [de geadopteerde] . Duidelijk is dat verzoeker al lange tijd een belangrijke rol in haar leven speelt en een vaderfiguur voor haar is. Met de vader heeft [de geadopteerde] een dergelijke hechte band nooit gehad; hij is nooit betrokken geweest. Verzoeker kent [de geadopteerde] al 15 jaar en woont al 10 jaar met haar in gezinsverband samen. Verzoeker vervult al die tijd al de vaderrol in het leven van [de geadopteerde] . Er is sprake van een hechte band en [de geadopteerde] geeft aan dat zij graag wil dat verzoeker door middel van een adoptie ook ‘officieel’ haar vader wordt.
Op basis van wat [de geadopteerde] en moeder vertellen, is het naar inziens van de Raad niet aannemelijk dat de vader in de toekomst wel als vaderfiguur betrokken wil en kan zijn in het leven van [de geadopteerde] , zodat [de geadopteerde] niets meer van hem te verwachten heeft in de hoedanigheid als ouder.
Voorts is aan de voorwaarden genoemd in artikel 1:228 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) voldaan; de vader spreekt het verzoek niet tegen en heeft geen gezag meer over [de geadopteerde] .
Wat betreft de geslachtsnaamwijziging overweegt de Raad dat [de geadopteerde] graag dezelfde geslachtsnaam krijgt als de rest van het gezin. Zij voelt geen binding met de geslachtsnaam [geslachtsnaam] en gebruikt de naam [geslachtsnaam] nu ook al, behalve op officiële documenten.
gelasten inschrijven geboorteakte
4.5.
In de brief van 24 oktober 2022 heeft de
ambtenaarvastgesteld dat de Venezolaanse geboorteakte van [de geadopteerde] is voorzien van apostille en vertaald door een Nederlandse beëdigde vertaler. Uit de akte blijkt dat [de geadopteerde] is geboren uit het huwelijk van de moeder met de vader. Omdat het duidelijk is hoe de familierechtelijke betrekking tot de in de akte genoemde vader tot stand is gekomen, heeft de ambtenaar geen bezwaar tegen de last
tot inschrijving van de geboorteakte van [de geadopteerde] in de registers van de burgerlijke stand van [plaats] .

5.De beoordeling

rechtsmacht
5.1.
Van de vader is niet bekend welke nationaliteit hij heeft, maar wel staat vast dat hij ieder geval niet de Nederlandse nationaliteit bezit. Deze zaak heeft daarom een internationaal karakter, zodat eerst de vraag moet worden beantwoord of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt.
5.2.
Deze vraag kan op grond van het bepaalde in artikel 3 onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in bevestigende zin worden beantwoord, nu verzoeker, de moeder en [de geadopteerde] allen in Nederland hun gewone verblijfplaats hebben.
toepasselijk recht
5.3.
Vervolgens komt aan de orde welk rechtsstelsel op het verzoek van toepassing is. Op grond van het bepaalde in artikel 10:105 lid 1 BW is op een in Nederland uit te spreken adoptie, behoudens het bepaalde in lid 2, het Nederlandse recht van toepassing. Artikel 10:105 lid 2 BW bepaalt dat op de toestemming dan wel raadpleging of de voorlichting van de ouders van het kind of van andere personen of instellingen toepasselijk is het recht van de staat waarvan het kind de nationaliteit bezit. Bezit het kind meerdere nationaliteiten, waaronder de Nederlandse nationaliteit, dan is Nederlands recht van toepassing. Gelet op het feit dat [de geadopteerde] in ieder geval de Nederlandse nationaliteit heeft, is op het verzoek en op de toestemming van de ouders het Nederlandse recht van toepassing.
adoptie
5.4.
De rechtbank dient te beoordelen of is voldaan aan de gronden en voorwaarden voor stiefouderadoptie als bepaald in de artikelen 1:227 en 1:228 BW. Kort gezegd is stiefouderadoptie mogelijk als verzoeker en de moeder onafgebroken drie jaar onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het verzoek hebben samengeleefd en als de adoptie in het kennelijk belang van het kind is en redelijkerwijs is te voorzien dat het kind niets meer van de vader in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft (artikel 1:227 BW). Daarnaast dient te worden voldaan aan de volgende (formele) voorwaarden (artikel 1:228 BW):
a. a) het kind is op de dag van het eerste verzoek minderjarig;
b) het kind is geen kleinkind van verzoeker;
c) verzoeker is ten minste achttien jaar ouder dan het kind;
d) geen der ouders spreekt het verzoek tegen;
e) dat de minderjarige moeder van het kind op de dag van het verzoek de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt;
f) verzoeker en de moeder hebben het kind gedurende tenminste een jaar gezamenlijk verzorgd en opgevoed;
g) de moeder heeft alleen of samen met verzoeker het gezag over het kind.
5.5.
De rechtbank heeft op grond van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, de overtuiging dat de gevraagde adoptie in het kennelijk belang van [de geadopteerde] is. Verzoeker is al in het leven van [de geadopteerde] sinds zij twee jaar oud is. Hij vervult de enige vaderrol in haar leven en [de geadopteerde] en de moeder staan achter het verzoek.
Tevens is komen vast te staan dat de vader nooit betrokken is geweest bij [de geadopteerde] . [de geadopteerde] heeft dan ook niets meer van de vader in zijn rol als ouder te verwachten.
[de geadopteerde] is gedurende de procedure meerderjarig geworden, zodat het vereiste van artikel 1:228 lid 1 sub g BW geen rol meer speelt. Aan de overige voorwaarden van de artikelen 1:277 en 1:228 BW is voldaan, zodat het verzoek wordt toegewezen.
5.6.
De rechtbank komt dan niet meer toe aan het voorwaardelijke verzoek van de moeder.
naamskeuze
5.7.
Op grond van het bepaalde in artikel 1:5 lid 7 jo. lid 3 BW kan een kind van 16 jaar of ouder dat wordt geadopteerd een keuze doen voor de geslachtsnaam die hij na de adoptie zal dragen. De geadopteerde heeft daarbij (sinds 1 januari 2024) de keuze tussen:
  • de oorspronkelijke geslachtsnaam;
  • de geslachtsnaam van de moeder of de adoptant;
  • een combinatie van de geslachtsnaam van de moeder en de adoptant (in een vrij te bepalen volgorde);
  • een combinatie van de oorspronkelijke geslachtsnaam en de geslachtsnaam van de moeder of de adoptant (in een vrij te bepalen volgorde).
[de geadopteerde] heeft er voor gekozen dat zij na de adoptie de geslachtnaam [geslachtsnaam] wil dragen.
gelasten inschrijven geboorteakte
5.8.
Op grond van artikel 1:25 lid 5 BW gelast de rechtbank in geval van adoptie ambtshalve afzonderlijk de inschrijving van de buitenlandse geboorteakte of stelt op grond van artikel 1:25c lid 3 BW ambtshalve de voor het opmaken van de geboorteakte noodzakelijke gegevens vast.
5.9.
In Nederland is geen geboorteakte van [de geadopteerde] ingeschreven. De rechtbank is van oordeel dat de door verzoeker overgelegde buitenlandse geboorteakte vatbaar is voor inschrijving in de registers van geboorten van de gemeente [gemeente] , zodat de rechtbank op voet van artikel 1:25 lid 5 BW ambtshalve inschrijving van die akte zal gelasten.

6.De beslissing

6.1.
spreekt uit de adoptie van:
[de geadopteerde],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Venezuela,
door [verzoeker] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ;
6.2.
gelast de inschrijving in het register van geboorten van de gemeente [gemeente] van voornoemde akte onder 1.2, waarvan een fotokopie aan deze beschikking wordt gehecht;
6.3.
gelast de toevoeging van een latere vermelding van de adoptie aan de geboorteakte van [de geadopteerde] in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] ;
6.4.
stelt vast dat de geslachtsnaam van [de geadopteerde] na de adoptie zal zijn:
- [geslachtsnaam] ;
6.5.
draagt de griffier - op grond van artikel 1:20e lid 1 BW - op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’ [gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Rozemeijer, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.E.J. van Schie als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2024.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en/of de zich verwerende partij dient het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.