ECLI:NL:RBNHO:2024:2084

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
10784031 \ CV EXPL 23-3745
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de koop van een tweedehands auto en de gevolgen van ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en een verkoper van een tweedehands auto. De koper, aangeduid als [eiser], heeft de auto op 30 juni 2022 gekocht van [Naam VOF] voor € 5.950,00. Kort na de aankoop heeft de koper verschillende gebreken aan de auto geconstateerd, waaronder problemen met de LPG-installatie. Ondanks herhaalde verzoeken om de gebreken te verhelpen, heeft de verkoper, [Naam VOF], niet adequaat gereageerd. De koper heeft uiteindelijk op 19 juli 2023 de koopovereenkomst ontbonden en vorderde terugbetaling van de koopsom en schadevergoeding.

De kantonrechter oordeelde dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die de koper op grond van de koopovereenkomst mocht hebben. De gebreken aan de auto waren zodanig dat deze niet veilig kon worden gebruikt, wat leidde tot de conclusie dat de verkoper tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechter heeft de vordering van de koper toegewezen, inclusief de terugbetaling van de koopsom, schadevergoeding voor gemaakte kosten en de verplichting voor de verkoper om de auto terug te nemen.

De uitspraak benadrukt de rechten van consumenten bij de aankoop van tweedehands goederen en de verplichtingen van verkopers om te voldoen aan de verwachtingen die bij de koopovereenkomst horen. De kantonrechter heeft ook vastgesteld dat de verkoper niet kon ontsnappen aan zijn verantwoordelijkheden door te stellen dat er geen garantie was overeengekomen, aangezien de wet bescherming biedt aan consumenten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10784031 \ CV EXPL 23-3745
Uitspraakdatum: 29 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
tegen

1.[Naam VOF] .

en haar vennoten:
2.
[Vennoot sub 1]
3.
[vennoot sub 2]
allen gevestigd dan wel woonplaats hebbende te [woonplaats]
gedaagden
verder te noemen: [Naam VOF]
De zaak in het kort
In deze zaak gaat het over de vraag of een tweedehands auto aan de koopovereenkomst beantwoordt. De kantonrechter oordeelt dat dit niet het geval is. De auto vertoonde kort na aflevering verschillende gebreken en de verkoper heeft onvoldoende gemotiveerd dat deze gebreken er bij levering van de auto niet waren. Omdat de verkoper heeft nagelaten de auto binnen een redelijke termijn te herstellen, mocht de koper de koopovereenkomst ontbinden. Als gevolg van deze ontbinding ontstaan ongedaanmakingsverplichtingen. De verkoper moet de koopsom aan de koper terugbetalen, de auto bij de koper ophalen en een vrijwaringsbewijs aan hem verstrekken. De verkoper moet ook een deel van de gevorderde schade aan de koper vergoeden.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 1 november 2023 een vordering tegen [Naam VOF] ingesteld. [Naam VOF] heeft in eerste instantie mondeling geantwoord en heeft haar verweer vervolgens schriftelijk aangevuld.
1.2.
Op 29 februari 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
Op 30 juni 2022 heeft [eiser] van [Naam VOF] een tweedehands auto, te weten een Citroën C4 1.6. VTi Collection LPG G3 met kenteken [kenteken] (hierna: ‘de auto’) gekocht, tegen een kooprijs van € 5.950,00. Van dit bedrag heeft [eiser] € 5.500,00 aan [Naam VOF] betaald en daarnaast heeft hij een auto ingeruild.
2.2.
Op 4 juli 2022 laat [eiser] [Naam VOF] via Whatsapp weten dat de auto aangeeft dat er sprake is van een storing ASR/ESP.Op 18 juli 2022 vraagt [eiser] aan [Naam VOF] of er al zicht op is wanneer hijlangs kan komen met de auto om de problemen met de LPG installatie te verhelpen. [Naam VOF] laat [eiser] vervolgens weten dat de monteur tot eind augustus 2022 met vakantie is.
2.3.
Op 22 augustus 2022 laat [eiser] [Naam VOF] schriftelijk weten dat de auto gebreken vertoont. Deze gebreken bestaan eruit dat het rijden op LPG niet goed functioneert en de auto tijdens het rijden regelmatig terugschakelt op benzine, de auto een keer een storingsmelding heeft gegeven en de koeling van de auto na het uitschakelen nog enige tijd aan blijft staan. [eiser] stelt [Naam VOF] in gebreke en hij verzoekt [Naam VOF] de gebreken binnen 30 dagen te herstellen.
2.4.
Op 21 september 2022 heeft [eiser] de auto op verzoek van [Naam VOF] bij [bedrijf] gebracht. Daar is de auto uitgelezen en is de nokkenasregelaar vervangen.
2.5.
Op 6 november 2022 laat [eiser] [Naam VOF] weten dat de uitgevoerde reparatie niet tot het gewenste resultaat heeft geleid en de auto nog steeds niet goed rijdt. Vanwege het uitblijven van een reactie stelt [eiser] [Naam VOF] op 15 november 2022 opnieuw in gebreke en verzoekt hij [Naam VOF] opnieuw de gebreken te herstellen. Omdat herstel uitblijft laat [eiser] [Naam VOF] op 2 december 2022 weten dat hij de auto zal laten herstellen door een derde en dat hij de kosten daarvan zal verhalen op [Naam VOF] .
2.6.
[eiser] heeft de auto vervolgens naar [bedrijf 2] gebracht voor het stellen van een diagnose en het uitvoeren van diverse herstelwerkzaamheden. Hierbij stelt [bedrijf 2] vast dat er sprake is van motorische problemen. De herstelkosten hiervan worden door [bedrijf 2] begroot op € 5.400,00. [eiser] laat dit aan [Naam VOF] weten, waarna [Naam VOF] aangeeft de reparatie zelf uit te willen voeren.
2.7.
Op 14 februari 2023 brengt [eiser] de auto naar [Naam VOF] , die vervolgens het motorblok van de auto laat vervangen door een andere garage. Pas twee maanden later kan [eiser] de auto weer ophalen.
2.8.
Op 29 juni 2023 brengt [eiser] de auto voor een Apk-keuring naar [bedrijf 2] . Omdat de auto niet op LPG loopt, kan deze echter niet worden goedgekeurd. [bedrijf 2] stelt wederom een diagnose. In de factuur (met als bijlage de werkplaatsaantekeningen van de monteur) staat vermeld dat:
  • de auto niet op LPG loopt,
  • het motorblok in de auto is vervangen door een niet gelijk exemplaar, zodat bedradingen en stekkerverbindingen niet kunnen worden aangesloten,
  • er veel steuntjes en geleidingen missen die de veiligheid van de auto moeten garanderen,
  • door het wisselen van het motorblok omliggende onderdelen zijn beschadigd en defect zijn gegaan,
  • de voorwielen niet in de juiste draairichting terug zijn geplaatst,
  • de motor bescherm beplating aan de onderzijde mist, waardoor de zij-beplating ook niet meer vast gezet kan worden,
  • het motorblok zeer veel olie verbruikt en extreem veel rookt uit de uitlaat.
2.9.
Op 19 juli 2023 laat [eiser] [Naam VOF] weten dat hij de koopovereenkomst ontbindt en verzoekt hij [Naam VOF] het aankoopbedrag van de auto terug te betalen.
2.10.
Op 31 juli 2023 schorst [eiser] de auto bij de RDW.
De vordering en het verweer
2.11.
[eiser] vordert dat de kantonrechter voor recht verklaart dat de koopovereenkomst per 19 juli 2023 is ontbonden. Daarnaast vordert [eiser] dat de kantonrechter [Naam VOF] veroordeelt:
  • tot terugbetaling van het aankoopbedrag van de auto van € 5.950,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum van dagvaarding;
  • om binnen drie werkdagen na betekening van het te wijzen vonnis mee te werken aan de overschrijving van het kenteken van de auto en het vrijwaringsbewijs aan [eiser] te overleggen, één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom;
  • de auto bij [eiser] op te halen;
  • tot betaling van € 4,685,93 aan schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding;
  • tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.066,44 en de proces- en nakosten.
2.12.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de auto niet beantwoordt aan de koopovereenkomst. [Naam VOF] is in de gelegenheid gesteld de gebreken te verhelpen. [Naam VOF] is hierin niet geslaagd en schiet daarmee tekort in de nakoming van de koopovereenkomst. [eiser] was daarom gerechtigd de koopovereenkomst te ontbinden en de aankoopsom terug te vorderen. Daarnaast moet [Naam VOF] de schade die [eiser] als gevolg van de tekortkoming heeft geleden vergoeden. Deze schade bestaat uit de kosten die [eiser] heeft gemaakt voor het stellen van een diagnose, het uit laten voeren van herstelwerkzaamheden, wegenbelasting, verzekeringspremies en kosten voor het laten schorsen van de auto.
2.13.
[Naam VOF] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de auto bij levering aan de overeenkomst beantwoordde. Bovendien heeft [eiser] de auto gekocht zonder garantie, waardoor [Naam VOF] niet verplicht was de auto te herstellen. Ondanks dat heeft zij uit coulance diverse reparaties aan de auto verricht. Na het uitvoeren van deze reparaties heeft [Naam VOF] gecontroleerd of de gebreken waren verholpen. Dat bleek het geval, maar ondanks dat kwam [eiser] steeds terug met de auto. [Naam VOF] vermoedt dat er sprake is van sabotage.

3.De beoordeling

3.1.
Het gaat in deze zaak om de koop van een roerende zaak die is gesloten tussen een verkoper die handelt in het kader van zijn bedrijf ( [Naam VOF] ) en een natuurlijk persoon ( [eiser] ). Aldus is sprake van een consumentenkoop. [1] Tegen deze achtergrond wordt overwogen als volgt.
(Non-)conformiteit
3.2.
De vraag die voorligt is of [Naam VOF] tekort is geschoten in de nakoming de tussen partijen gesloten koopovereenkomst. Voor de beantwoording van deze vraag moet vastgesteld worden of de afgeleverde zaak (de auto) al dan niet beantwoordt aan de koopovereenkomst, oftewel: of sprake is van (non)-conformiteit. .
3.3.
Op grond van artikel 7:17 BW geldt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt als zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van die overeenkomst mocht verwachten. Voor tweedehands auto’s betekent dit concreet dat met de auto op een veilige manier aan het verkeer kan worden deelgenomen en dat deze geen technische gebreken vertoont.
3.4.
Daarnaast geldt op grond van artikel 7:18a lid 2 BW dat bij consumentenkoop wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord indien het gebrek zich binnen één jaar na aflevering openbaart. Gedurende dit eerste jaar is het aan de verkoper om het tegendeel te bewijzen.
3.5.
Vast staat dat [eiser] kort na aankoop van de auto bij [Naam VOF] heeft geklaagd dat de auto tijdens het rijden van LPG steeds vanzelf overschakelt op benzine en de auto een foutmelding geeft. In eerste instantie heeft een door [Naam VOF] ingeschakelde garage geprobeerd het gebrek te herstellen, maar dat heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. Vervolgens is de auto, nadat door een door [eiser] zelf ingeschakelde garage was geconstateerd dat er sprake was van een motorprobleem, opnieuw ter reparatie aangeboden aan een door [Naam VOF] ingeschakelde garage. Ondanks de toen uitgevoerde werkzaamheden blijkt uit de omschrijving op de factuur van [bedrijf 2] dat de auto nu helemaal niet meer op LPG loopt en dat er daarnaast nog vele andere mankementen zijn. De kantonrechter is van oordeel dat deze gebreken ertoe leiden dat de auto niet de eigenschappen bezit die nodig zijn voor normaal gebruik van de auto. [eiser] heeft op de zitting namelijk toegelicht dat hij de auto juist heeft gekocht, omdat deze op LPG kon rijden en dit financieel voordeliger is. Doordat het niet mogelijk is om op LPG te rijden, is er sprake van een technisch gebrek en is er dus sprake van non-conformiteit.
3.6.
Omdat de gebreken zich binnen een termijn van één jaar na aankoop van de auto hebben geopenbaard, wordt vermoed dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Dat brengt mee dat het aan [Naam VOF] is om het tegendeel daarvan te bewijzen. [Naam VOF] heeft in dit kader aangevoerd dat de auto bij aflevering wel aan de overeenkomst beantwoorde. Volgens [Naam VOF] is zij namelijk, nadat zij de auto in Schagen had gekocht, zelf met de auto naar [woonplaats] gereden en waren er toen geen problemen met de auto. Ook zou zij, nadat er herstelwerkzaamheden waren uitgevoerd, nog met de auto hebben gereden en ook toen waren er volgens haar geen problemen. Verder zou er bij de laatste reparatie suiker in de tank van de auto zijn aangetroffen en [Naam VOF] suggereert dat de problemen met de auto door [eiser] zelf worden veroorzaakt. [Naam VOF] heeft deze blote stellingen echter op geen enkele wijze onderbouwd met stukken, hetgeen zij, gezien de gemotiveerde weerlegging door [eiser] , wel had moeten doen. Uit de door [eiser] overgelegde verklaring van de vorige eigenaar volgt namelijk dat de auto bij hem ook al regelmatig problemen had, waarbij de auto minder motorvermogen had of waarbij rijden op LPG niet mogelijk was (terugvallen naar benzine). Dit wekt het vermoeden dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordde. De enkele stelling van [Naam VOF] diverse malen zonder problemen met de auto heeft gereden doet daaraan niets af. Op de zitting heeft [eiser] namelijk toegelicht dat de auto in het begin niet constant overschakelde op benzine, waardoor het goed mogelijk is dat [Naam VOF] dit toen niet heeft opgemerkt. Omdat [Naam VOF] haar standpunt dat de auto bij aflevering aan de overeenkomst beantwoorde en de gebreken door [eiser] zelf zijn veroorzaakt, niet heeft onderbouwd, is [Naam VOF] niet geslaagd in het leveren van tegenbewijs. De kantonrechter komt hierdoor tot de conclusie dat de auto bij aflevering niet de eigenschappen bezat die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Dat betekent dat vaststaat dat de auto niet aan de overeenkomst voldoet en dat [Naam VOF] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen.
3.7.
Als een afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, is de koper op grond van artikel 7:22 BW bevoegd om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de afwijking van wat er is overeengekomen de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Deze bevoegdheid ontstaat pas wanneer de verkoper is tekortgeschoten in haar verplichting tot herstel of vervanging van de auto binnen een redelijke termijn.
3.8.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] [Naam VOF] meer dan voldoende mogelijkheden heeft gegeven de auto te herstellen. De auto is tot twee maal toe, waarvan één keer voor een periode van ongeveer twee maanden, bij door [Naam VOF] ingeschakelde garages gebracht voor herstelwerkzaamheden, maar ondanks dat zijn de gebreken nog altijd niet verholpen. Sterker nog, in plaats van dat de auto af en toe overschakelde van LPG naar benzine, rijdt de auto nu helemaal niet meer op LPG en is de auto om die reden niet door de AKP-keuring gekomen. De kantonrechter oordeelt dan ook dat [Naam VOF] tekort is geschoten in haar verplichting tot herstel of vervanging van de auto binnen een redelijke termijn. Dat leidt ertoe dat [eiser] bevoegd was de overeenkomst te ontbinden.
3.9.
De kantonrechter merkt nog op dat [Naam VOF] zich er niet achter kan verschuilen dat partijen geen garantie zijn overeengekomen. Op grond van artikel 7:6 BW kan van de bepalingen die betrekking hebben op de non-conformiteit namelijk niet ten nadele van de consumentkoper worden afgeweken. Ook kunnen de rechten en vorderingen die de wet aan de consumentkoper ter zake van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van de verkoper toekent niet worden beperkt of uitgesloten.
3.10.
De conclusie is dat de gevorderde verklaring voor recht dat de koopovereenkomst op 19 juli 2023 is ontbonden wordt toegewezen. Bij ontbinding zijn partijen verplicht om de reeds ontvangen prestaties ongedaan te maken. [Naam VOF] zal dan ook worden veroordeeld om de koopsom van € 5.950,00 (waarbij rekening is gehouden met de ingeruilde auto door [eiser] ), vermeerderd met de wettelijke rente daarover, terug te betalen. De gevorderde terugname van de auto, door mee te werken aan overschrijving van het kenteken en de auto bij [eiser] op te halen, zal ook worden toegewezen. De kantonrechter zal bepalen dat [Naam VOF] € 250,00 per dag moet betalen voor iedere dag dat zij dit nalaat, tot een maximum van € 10.000,00, omdat deze bedragen passend zijn en daartegen ook geen verweer is gevoerd.
Schadevergoeding
3.11.
Artikel 7:24 lid 1 BW bepaalt dat als de verkoper een non-conforme zaak aflevert de consumentkoper recht heeft op schadevergoeding als bedoeld in boek 6 van het BW. [eiser] vordert in dit geval vergoeding van de door hem betaalde:
  • onderzoeks- en herstelkosten € 2.953,75
  • wegenbelasting tot en met juli 2023 € 893,00
  • verzekeringspremies tot met juli 2023 € 758,98
  • kosten voor het schorsen van de auto € 80,20
totaal € 4.685,93
3.12.
Er is sprake van een tekortkoming aan de zijde van [Naam VOF] die haar gelet op de feiten en omstandigheden ook kan worden toegerekend. Dit brengt mee dat [Naam VOF] de schade die [eiser] als gevolg van de tekortkoming heeft geleden moet vergoeden.
3.13.
Voor de onderzoeks- en herstelkosten geldt dat deze schadepost met facturen is onderbouwd en rechtstreeks in verband staat met het gebrek waarvoor [Naam VOF] aansprakelijk is. Vanwege het uitblijven van deugdelijk herstel door [Naam VOF] heeft [eiser] , in een poging de auto te laten herstellen, opdracht gegeven aan het een andere garage tot het maken van deze kosten. Tijdens de herstelpogingen bleek het gebrek echter ernstiger dan verwacht, waarna [eiser] de auto op verzoek van [Naam VOF] ter verdere reparatie naar een andere garage heeft gebracht. Op het moment dat [eiser] de kosten bij de door hem ingeschakelde garage maakte, bestond daartoe in verband met de tekortkoming van [Naam VOF] een goede aanleiding. Dat deze kosten achteraf niet tot (volledig) herstel van de gebreken aan de auto hebben geleid, maakt dat niet anders. Deze kosten dienen dan ook aan [eiser] te worden vergoed en zullen worden toegewezen.
3.14.
Ten aanzien van de wegenbelasting en verzekeringspremies geldt dat, omdat de kantonrechter hiervoor heeft vastgesteld dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, deze kosten in beginsel voor rekening van [Naam VOF] komen op grond van artikel 6:275 BW jo. artikel 3:120 lid 2 BW. Hoewel het gebruiksgenot wat [eiser] als gevolg van het tekortschieten door [Naam VOF] van de auto heeft gehad weliswaar is beperkt, is het ook niet zo dat [eiser] de auto helemaal niet heeft kunnen gebruiken. Hierdoor is er naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een situatie dat [eiser] door de genoten voordelen (het gebruik van de auto) voor die kosten gedeeltelijk schadeloos is gesteld. De kantonrechter ziet daarom aanleiding de verschuldigde vergoeding te beperken tot vijftig procent van de door [eiser] gevorderde bedragen, aangezien die verdeling de kantonrechter redelijk voorkomt. Dit betekent dat aan vergoeding van wegenbelasting en verzekeringspremies € 825,99 zal worden toegewezen.
3.15.
De vergoeding van de kosten voor schorsing van de auto wordt toegewezen. Uit de overgelegde productie volgt dat de auto met ingang van 31 juli 2023 is geschorst en dat [eiser] daarvoor € 80,20 heeft betaald. Deze kosten zouden niet zijn gemaakt indien [Naam VOF] correct was nagekomen.
3.16.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [Naam VOF] zal worden veroordeeld tot € 3.859,94 aan schadevergoeding.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.17.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen volgens het wettelijke tarief dat hoort bij de hoofdsom waartoe [Naam VOF] partij zal worden veroordeeld, te weten € 1.047,19 inclusief btw.
Proceskosten
3.18.
De proceskosten (inclusief nakosten) komen voor rekening van [Naam VOF] , omdat zij overwegend ongelijk krijgt. Het salaris gemachtigde zal worden beperkt tot één punt, aangezien [eiser] zich op de zitting niet heeft laten bijstaan door een gemachtigde.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
verklaart voor recht dat de tussen partijen gesloten koopovereenkomst op 19 juli 2023 is ontbonden;
4.2.
veroordeelt [Naam VOF] , hoofdelijk in die zin dat door betaling van de één de ander zal worden bevrijd, tot betaling aan van € 10.857,13, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 november 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.3.veroordeelt [Naam VOF] , hoofdelijk in de hiervoor vermelde zin, binnen 5 werkdagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan overschrijving van het kenteken van de auto alsmede het vrijwaringsbewijs aan [eiser] te overleggen, bij gebreke waarvan [Naam VOF] een dwangsom verbeurt van € 250,00 per dag, met een maximum van € 10.000,00;
5.4.
veroordeelt [Naam VOF] , hoofdelijk in de hiervoor vermelde zin, de auto bij [eiser] op te halen;
5.5.
veroordeelt [Naam VOF] , hoofdelijk in de hiervoor vermelde zin, tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 132,41
griffierecht € 248,00
salaris gemachtigde € 339,00
nakosten € 135,00 ;
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Woerdman en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7:5 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW)