ECLI:NL:RBNHO:2024:2079

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
10638163 \ CV EXPL 23-2600
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aannemingsovereenkomst en tekortkomingen in de nakoming door Eurokozijn B.V.

In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een vordering ingesteld tegen Eurokozijn B.V. naar aanleiding van een aannemingsovereenkomst die in januari 2022 werd gesloten. Eurokozijn had kunststof kozijnen en gevelbekleding geplaatst, maar eiser stelt dat Eurokozijn tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat Eurokozijn inderdaad tekort is geschoten, omdat zij de gebreken niet heeft hersteld. Eiser vordert vervangende schadevergoeding van € 18.060,47, vermeerderd met wettelijke rente en expertisekosten van € 5.033,60. Eurokozijn betwist de vordering en stelt dat eiser hen heeft verhinderd om de gebreken te herstellen, wat zou leiden tot schuldeisersverzuim. De kantonrechter oordeelt dat eiser gerechtigd was zijn betalingsverplichting op te schorten, omdat Eurokozijn in verzuim is gekomen door het uitblijven van herstel. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt Eurokozijn tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief proceskosten. De tegenvordering van Eurokozijn wordt afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10638163 \ CV EXPL 23-2600
Uitspraakdatum: 29 februari 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. R.M. Braat (DAS)
tegen
de besloten venoootschap
Eurokozijn B.V.
gevestigd te IJmuiden
gedaagde
verder te noemen: Eurokozijn
gemachtigde: mr. K.R. Stephan
De zaak in het kort
Eiser en gedaagde hebben een aannemingsovereenkomst gesloten, op basis waarvan gedaagde nieuwe kozijnen en gevelbekleding heeft geplaatst op de woning van eiser. Tussen partijen is in geschil of gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit die overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat dit het geval is. Omdat gedaagde heeft
nagelaten de gebreken te herstellen, zal gedaagde veroordeeld worden tot betaling van de door eiser gevorderde vervangende schadevergoeding.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 19 juli 2023 een vordering tegen Eurokozijn ingesteld. Eurokozijn heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 31 januari 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Eurokozijn heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft Eurokozijn bij brief van 19 januari 2024 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen is in januari 2022 een overeenkomst gesloten op basis waarvan Eurokozijn kunststof kozijnen en kunststof gevelbekleding heeft geleverd en gemonteerd bij de woning van [eiser] , tegen een tussen partijen overeengekomen aanneemsom van € 25.351,88. [eiser] heeft dit bedrag, op € 2.535,19 na, aan Eurokozijn betaald.
2.2.
Op de tussen partijen gesloten overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Eurokozijn van toepassing verklaard. In deze algemene voorwaarden is in artikel 13.4 opgenomen dat Eurokozijn niet aansprakelijk is voor gevolgschade.
2.3.
Voorafgaande aan het sluiten van de overeenkomst is een medewerker van Eurokozijn bij [eiser] langs geweest voor een adviesgesprek en voor het inmeten van de kozijnen. Het inmeetrapport, die door [eiser] voor akkoord is ondertekend, bevat de volgende tekeningen.
2.4.
Op 3 januari 2022 heeft Eurokozijn tekeningen van de kozijnen aan [eiser] toegestuurd.
2.5.
Op 13 januari 2022 heeft Eurokozijn een opdrachtbevestiging aan [eiser] toegestuurd. Deze opdrachtbevestiging is door [eiser] ondertekend.
2.6.
Eurokozijn heeft vervolgens op 4 april 2022 de kozijnen, schuifpui en gevelbekleding geleverd en geplaatst. In het opleverrapport staat bij de opleverpunten vermeld:
‘1. Schuifpui verkeerde richting merk E
2. Beschadigd glas Merk E (A+B)’
[eiser] heeft het opleverrapport niet ondertekend.
2.7.
Omstreeks 20 april 2022 stuurt [eiser] Eurokozijn een ingebrekestelling en verzoekt hij Eurokozijn om de in het opleverrapport genoemde gebreken binnen twee weken te herstellen. Naar aanleiding hiervan laat Eurokozijn [eiser] op 25 april 2022 per e-mail weten dat zij de schuifpui zal gaan ombouwen en dat de daarvoor benodigde materialen zullen worden besteld.
2.8.
Op 29 augustus 2022 laat (de gemachtigde) van [eiser] aan de gemachtigde van Eurokozijn weten dat de gevelbekleding is gaan bollen en wordt Eurokozijn in de gelegenheid gesteld dit gebrek binnen veertien dagen te herstellen.
2.9.
[eiser] heeft vervolgens Kiwa BDA Dak- en Geveladvies B.V.(hierna: ‘de deskundige’) ingeschakeld om de door Eurokozijn verrichte werkzaamheden te beoordelen. Deze beoordeling heeft plaatsgevonden op 2 februari 2023 en beide partijen waren hierbij aanwezig. In het nadien door de deskundige opgestelde rapport is, voor zover van belang ten aanzien van de schuifrichting van de schuifpui, het volgende opgenomen.
‘Op de tekeningen zijn de kozijnen en schuifpui in buitenaanzicht getekend. Op de handschets, gemaakt tijdens het inmeten, is de schuifrichting correct aangegeven en besproken met de bewoners (rechts naar links in buitenaanzicht). In de offerte is de schuifrichting andersom getekend (links naar rechts in buitenaanzicht). De handgetekende pijl boven de tekening, dat de richting moet worden omgedraaid, is niet duidelijk en dus verwarrend. Op basis van de verstrekte stukken is een pui geproduceerd en gemonteerd met een verkeerde schuifrichting.
(…)
Op basis van de stukken is deze fout veroorzaakt door Eurokozijn.’
Over het glas in is het rapport het volgende opgenomen.

De oorzaak van de beschadigingen aan het glas is niet bekend. Het vermoeden bestaat dat deze krassen zijn ontstaan door transport tijdens de montage.
De krassen zijn te diep om weg te polijsten. Het glas moet worden vervangen door nieuw glas.’
Tot slot is over de rabatdelen het volgende opgenomen.
‘Vrijwel zeker is de kunststof gevelbekleding lokaal niet of onvoldoende bevestigd aan de achterliggende houten stijlen ter plaatse van de overgang bestaande kunststof delen met de nieuwe kunststof delen. Door uitzetting en krimp, als gevolg van temperatuurwisselingen, ontstaan spanningen waardoor de kunststof delen naar buiten zijn gedrukt. De betreffende kunststof delen moeten opnieuw worden bevestigd.’
2.10.
Verder oordeelt de deskundige dat de door [eiser] bij Bouwbedrijf [bedrijf] opgevraagde offerte voor het vervangen van de rabatdelen en het vervangen van de schuifpui van € 17.021,21 exclusief btw, zijnde € 20.595,66 inclusief btw, marktconform is.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter Eurokozijn veroordeelt tot betaling van € 18.060,47, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 20 mei 2023. Dit bedrag bestaat uit de begrote herstelkosten van € 20.595,66 verminderd met het door [eiser] opgeschorte deel van de aanneemsom. Daarnaast maakt [eiser] aanspraak op € 5.033,60 aan expertisekosten en op de proces- en nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Eurokozijn tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, doordat de schuifpui een verkeerde schuifrichting heeft, glas is beschadigd en de geplaatste rabatdelen zijn gaan bollen. Ondanks vele verzoeken om de gebreken te herstellen heeft Eurokozijn dit nagelaten. In plaats van nakoming maakt [eiser] daarom aanspraak op vervangende schadevergoeding. De schade bestaat uit de kosten die [eiser] moet maken om de schuifpui en de rabatdelen te laten vervangen. Omdat Eurokozijn tekort is geschoten, moet zij ook de kosten van het onderzoek door de deskundige betalen.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Eurokozijn betwist de vordering. Zij erkent weliswaar dat het beschadigde glas en de opgebolde rabatdelen gebrekkig zijn, maar zij voert aan dat [eiser] heeft verhinderd dat Eurokozijn deze gebreken kon herstellen Hierdoor is er sprake van schuldeisersverzuim. Ten aanzien van de schuifrichting van de schuifpui voert Eurokozijn aan dat de schuifpui is geplaatst op de wijze zoals in de offertetekening is opgenomen, zodat er geen sprake is van non-conformiteit. Mocht Eurokozijn al aansprakelijk zijn voor enige schade, dan geldt dat in de op de overeenkomst van toepassing verklaarde algemene voorwaarden is opgenomen dat Eurokozijn niet aansprakelijk is voor gevolgschade. De berekende kosten voor het af- en opbreken van de overkapping komen daardoor niet voor vergoeding in aanmerking.
4.2.
Eurokozijn vordert, nadat zij haar vordering heeft gewijzigd, bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter [eiser] veroordeelt tot betaling van € 2.535,19, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 april 2019 en buitengerechtelijke incassokosten van € 378,52.
4.3.
Eurokozijn legt aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij heeft geleverd wat is overeengekomen, dan wel dat zij zo goed als mogelijk aan haar verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan, zodat [eiser] gehouden is het resterende deel van de aanneemsom te betalen.
4.4.
[eiser] betwist de tegenvordering en beroept zich op opschorting.

5.De beoordeling

de vordering en de tegenvordering
5.1.
De vordering en de tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
Mocht [eiser] zijn betalingsverplichting opschorten?
5.2.
Vast staat dat [eiser] het laatste deel van de aanneemsom niet aan Eurokozijn heeft betaald. De vraag die voorligt is of [eiser] zijn betalingsverplichting op heeft mogen schorten. De kantonrechter oordeelt dat dit het geval is. Dit wordt als volgt toegelicht.
5.3.
Uitgangspunt is dat als Eurokozijn haar verbintenis niet nakomt (in dit geval het plaatsen van een deugdelijke schuifpui en gevelbekleding), [eiser] bevoegd is de nakoming van haar daartegenover staande verplichtingen (in dit geval betaling van de facturen van Eurokozijn) op te schorten.
5.4.
Dat het glas beschadigd is en dat de rabatdelen zijn gaan bollen is door Eurokozijn niet betwist. Daarmee staat vast dat zij tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Ten aanzien van het beschadigde glas geldt dat dit gebrek bij de oplevering van het werk al bekend was. [eiser] was alleen al daarom gerechtigd zijn betalingsverplichting op te schorten, totdat het glas was hersteld. Dit geldt temeer nu het opgeschorte deel van de aanneemsom naar het oordeel van de kantonrechter in redelijke verhouding staat tot de te verwachte herstelkosten.
Levert de schuifrichting van de schuifpui een gebrek op?
5.5.
Ten aanzien van de schuifrichting van de schuifpui geldt het volgende. Voor de beantwoording van de vraag of hierbij sprake is van een gebrek, gaat het erom wat partijen hebben afgesproken. Daarbij komt niet alleen waarde toe aan de zuivere taalkundige bewoordingen van een overeenkomst, maar ook op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen mochten toekennen.
5.6.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat is afgesproken dat de schuifpui vanaf buiten gezien van rechts naar links open schuift. Eurokozijn stelt daarentegen dat een schuifrichting van links naar rechts is overeengekomen. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [eiser] verwezen naar de overzichtstekening van de gevel die bij de inmeettekeningen zit. Op die tekening staat bij de rechter deur van de schuifpui een pijl naar links met de tekst ‘open’. Volgens Eurokozijn is hetgeen op die tekening staat niet doorslaggevend en moet uitsluitend gekeken worden naar de computertekening die specifiek van de schuifpui is gemaakt. Hoewel de geleverde pui bouwtechnisch gezien in overeenstemming is met die tekening, is de kantonrechter met de deskundige van oordeel dat die tekening niet duidelijk is. Boven die tekening is namelijk een pijl getekend. Volgens Eurokozijn is deze pijl bedoeld om aan te geven waar hardschuim geplaatst moet worden, maar de kantonrechter vindt het aannemelijk dat [eiser] , mede gezien ook de overzichtstekening van de gevel, hieruit heeft afgeleid dat de deuren omgedraaid zouden worden en de schuifrichting dus anders zou worden. De onduidelijkheid in de tekening dient voor rekening van Eurokozijn te komen, aangezien zij de opdrachtbevestiging heeft opgesteld. Dat [eiser] akkoord heeft gegeven op de tekeningen kan hem dan ook niet worden verweten.
5.7.
Op basis van de tekeningen mocht [eiser] er dan ook op vertrouwen dat er een schuifpui met een schuifrichting van rechts naar links geplaatst zou worden. Dat partijen iets anders zijn overeengekomen is onvoldoende gebleken. Eurokozijn heeft bijvoorbeeld geen verklaring van de medewerker die de kozijnen heeft ingemeten overgelegd waaruit blijkt dat een andere schuifrichting is overeengekomen. Er moet daarom vanuit worden gegaan dat de schuifrichting niet in overeenstemming is met hetgeen partijen zijn overeengekomen en dat er dus sprake is van een gebrek wat Eurokozijn had moeten herstellen.
Er is geen sprake van schuldeisersverzuim
5.8.
Vast staat dat herstel van de gebreken tot op heden is uitgebleven. Voor wat betreft het glas en de rabatdelen stelt Eurokozijn zich op het standpunt dat [eiser] hem niet de mogelijkheid heeft geboden om deze gebreken te herstellen. Dit betoog faalt. Uit de overgelegde stukken (te weten de brieven van 20 april 2022 en 29 augustus 2022) volgt dat [eiser] Eurokozijn heeft verzocht om de gebreken te herstellen. Tijdens de inspectie door de deskundige zou volgens Eurokozijn echter zijn besproken dat Eurokozijn het herstel pas kon uitvoeren als [eiser] zijn aangebouwde serre had verwijderd en dat Eurokozijn door [eiser] geïnformeerd zou worden wanneer dat het geval zou zijn. Dat partijen dit hebben afgesproken is niet vast komen te staan. [eiser] heeft dit namelijk betwist en Eurokozijn heeft geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat deze afspraak is gemaakt. Ook uit de e-mail die de gemachtigde van Eurokozijn op 22 mei 2023 aan de gemachtigde van [eiser] heeft gestuurd volgt niet dat deze afspraak is gemaakt. Integendeel, uit die e-mail volgt alleen dat Eurokozijn pas tot herstel wilde overgaan als [eiser] het opgeschorte deel van de aanneemsom had betaald. Deze voorwaarde mocht Eurokozijn niet stellen. Zoals hiervoor overwogen heeft [eiser] zijn betalingsverplichting rechtsgeldig opgeschort. Dit mocht hij doen totdat de gebreken waren hersteld.
5.9.
Omdat niet is gebleken dat [eiser] het herstel van de gebreken heeft verhinderd, is er geen sprake van schuldeisersverzuim. Daar tegenover staat dat Eurokozijn door het uitblijven van herstel wel in verzuim is komen te verkeren en [eiser] daarom gerechtigd was zijn vordering tot nakoming om te zetten in vervangende schadevergoeding, bestaande uit de kosten voor herstel door een derde.
Eurokozijn moet de herstelkosten betalen
5.10.
Ter onderbouwing van de door hem gevorderde herstelkosten heeft [eiser] een offerte van Bouwbedrijf [bedrijf] overgelegd. In reactie daarop heeft Eurokozijn alleen aangevoerd dat de op de offerte opgenomen kosten voor het af- en opbouwen van de overkapping niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat in de van toepassing zijnde algemene voorwaarden is opgenomen dat Eurokozijn niet aansprakelijk is voor gevolgschade. Een beding in algemene voorwaarden dat de gebruiker of een derde geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding, wordt op basis van artikel 6:237 onder f BW vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Het is aan de gebruiker van de algemene voorwaarden, in dit geval Eurokozijn, om dit te ontzenuwen. Door Eurokozijn zijn echter geen feiten en omstandigheden aangevoerd die ertoe leiden dat het uitsluiten van gevolgschade niet onredelijk bezwarend is. Er moet daarom vanuit worden gegaan dat het beding wel onredelijk bewarend is, zodat het door [eiser] gedane beroep op vernietiging van deze bepaling slaagt. Eurokozijn dient derhalve ook de gevolgschade aan [eiser] te vergoeden.
5.11.
Omdat Eurokozijn verder geen verweer heeft gevoerd tegen de gevorderde herstelkosten en de deskundige de kosten als marktconform heeft beoordeeld, zal het door [eiser] gevorderde bedrag worden toegewezen.
Conclusie
5.12.
De conclusie is dat [eiser] gerechtigd was de betaling van het resterende deel van de aanneemsom op te schorten. De tegenvordering is daarom niet toewijsbaar. Ook is van [eiser] gerechtigd het opgeschorte deel van de aanneemsom te verrekenen met de geleden schade. De door [eiser] gevorderde € 18.060,47 is dan ook toewijsbaar. Omdat Eurokozijn vanaf 20 mei 2023 in verzuim is met betaling van dit bedrag is zij tevens wettelijke rente verschuldigd. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen zoals gevorderd.
Expertisekosten
5.13.
[eiser] maakt verder aanspraak op betaling van de kosten van het expertiserapport van € 5.033,60. Op grond van artikel 6:96 lid 2 BW komen redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid voor vergoeding in aanmerking. Vereist is dat de verrichte werkzaamheden noodzakelijk waren en dat de gemaakte kosten naar hun omvang redelijk zijn.
5.14.
[eiser] heeft het rapport van de deskundige voorafgaand aan en tijdens deze procedure gebruikt ter onderbouwing van zijn standpunt dat Eurokozijn tekort is geschoten in de nakoming van de gesloten overeenkomst, en dan met name ten aanzien van de schuifrichting van de schuifpui. Omdat partijen hier onderling over van mening verschilden, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijkerwijs noodzakelijk was een deskundige in te schakelen. De omvang van de door de deskundige in rekening gebrachte kosten, die door Eurokozijn niet gemotiveerd zijn betwist, acht de kantonrechter redelijk. Dit betekent dat de door [eiser] gevorderde expertisekosten voor vergoeding in aanmerking komen.
Proceskosten
5.15.
De proceskosten (inclusief nakosten) voor zowel de vordering als de tegenvordering komen voor rekening van Eurokozijn, omdat zij ongelijk krijgt. In verband met de samenhang met de vordering worden de proceskosten inzake de tegenvordering begroot op nihil. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt Eurokozijn tot betaling aan [eiser] van € 23.094,07, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 18.060,47 vanaf 20 mei 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Eurokozijn tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 132,42
griffierecht € 693,00
salaris gemachtigde € 812,00
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
de tegenvordering
6.4.
wijst de vordering af;
6.5.
veroordeelt Eurokozijn tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [eiser] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter