In deze zaak heeft ASR Schadeverzekering N.V. een verzoek ingediend om verlof te krijgen voor het instellen van tussentijds hoger beroep tegen een deelbeschikking van de rechtbank, waarin ASR voor 50% aansprakelijk is gesteld voor de schade van de gedaagde na een verkeersongeval op 23 april 2020. De rechtbank heeft op 18 januari 2023 in een deelgeschilprocedure geoordeeld dat ASR aansprakelijk is, wat ASR betwist en waartegen zij nu hoger beroep wil aantekenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek om hoger beroep tijdig is ingediend en dat de gedaagde geen bezwaar heeft gemaakt tegen het verlenen van dit verlof. De rechtbank overweegt dat de vraag of ASR aansprakelijk is voor de schade van de gedaagde een cruciale kwestie betreft die bepalend is voor de afloop van de zaak. Daarom is het doelmatig dat deze kwestie eerst in hoger beroep wordt behandeld, voordat de bodemprocedure wordt voortgezet. De rechtbank heeft het verzoek van ASR toegewezen en de zaak naar de parkeerrol verwezen in afwachting van de beslissing in hoger beroep. De verdere beslissing is aangehouden.