ECLI:NL:RBNHO:2024:2050

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
10649133 \ CV EXPL 23-5123
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van algemene huurvoorwaarden op oneerlijke bedingen en vordering tot ontbinding en ontruiming

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 28 februari 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Stichting Ymere, gevestigd te Amsterdam, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, betaling van huurachterstand en een gebruiksvergoeding. De kantonrechter had eerder, op 13 december 2023, een tussenvonnis gewezen waarin de eisende partij werd uitgenodigd om zich uit te laten over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden. De eisende partij heeft echter afgezien van het nemen van een akte.

De kantonrechter heeft in het eindvonnis de artikelen 11.1 en 11.3 van de algemene voorwaarden vernietigd voor zover deze betrekking hebben op buitengerechtelijke incassokosten. De huurachterstand tot en met november 2023 bedraagt € 3.374,37 en is toewijsbaar. De vorderingen tot ontbinding, ontruiming en gebruiksvergoeding zijn eveneens toewijsbaar, omdat de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt. De ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten, inclusief een bedrag aan nasalaris. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en de overige vorderingen zijn afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10786986 CV EXPL 23-7294
Uitspraakdatum: 28 februari 2024
Verstekvonnis in de zaak van:
de stichting
Stichting Ymere
gevestigd te Amsterdam
de eisende partij
gemachtigde: Van der Hoeden / Mulder Gerechtsdeurwaarders en Juristen
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De verdere procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 13 december 2023 (hierna: het tussenvonnis) heeft de
kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de toepasselijke algemene voorwaarden. De eisende partij heeft afgezien van het nemen van een akte.

2.De vordering

2.1.
De eisende partij vordert – samengevat – ontbinding en ontruiming van het gehuurde en veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van de huurachterstand vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente, een gebruiksvergoeding voor iedere maand dat het gehuurde in gebruik blijft en de proces- en nakosten.
2.2.
De eisende partij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de gedaagde partij tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, welke tekortkoming ontbinding en ontruiming van de huurovereenkomst rechtvaardigt.

3.De verdere beoordeling

3.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist. Er bestaat geen aanleiding om daarop terug te komen.
3.2.
Gelet op het voorgaande vernietigt de kantonrechter de artikelen 11.1 en 11.3 van de algemene voorwaarden voor zover deze betrekking hebben op buitengerechtelijke incassokosten. Als gevolg daarvan worden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
Huurachterstand, ontbinding, ontruiming en gebruiksvergoeding
3.3.
De huurachterstand tot en met november 2023 bedraagt € 3.374,37 en is toewijsbaar. De gevorderde ontbinding, ontruiming en gebruiksvergoeding zijn ook toewijsbaar, omdat deze vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. Daarbij is van belang dat de huurachterstand (veel) meer dan drie maanden bedraagt.
3.4.
Gelet op de ingrijpende gevolgen voor de gedaagde partij wordt de ontruimingstermijn gesteld op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
Conclusie en proceskosten
3.5.
De vordering van de eisende partij wordt grotendeels toegewezen.
3.6.
De gedaagde partij wordt overwegend in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Daarbij wordt de gedaagde partij ook veroordeeld tot betaling van € 116,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst;
4.2.
veroordeelt de gedaagde partij om het perceel aan het adres [adres] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken (voor zover deze laatste niet het eigendom van de eisende partij zijn);
4.3.
veroordeelt de gedaagde partij om aan de eisende partij te betalen een bedrag van € 3.374,37 aan achterstallige huurpenningen (tot en met 30 november 2023), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2023 tot aan de dag van volledige betaling;
4.4.
veroordeelt de gedaagde partij om aan de eisende partij te betalen een bedrag van € 537,59 per maand, voor iedere maand dat de gedaagde partij het gehuurde vanaf 1 december 2023 in gebruik houdt;
4.5.
veroordeelt de gedaagde partij in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de eisende partij begroot op:
€ 129,73 wegens dagvaardingskosten,
€ 487,00 wegens griffierecht en
€ 238,00 wegens salaris gemachtigde;
4.6.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van € 119,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt;
4.7.
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.8.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter