Met betrekking tot [de minderjarige 1] maakt de Raad zich zorgen over haar school- en ziekteverzuim. [de minderjarige 1] staat op de wachtlijst voor diagnostisch onderzoek naar een eventuele angst- en paniekstoornis. Het risico is dat deze hulpverlening niet van de grond gaat komen, gelet op de houding van de ouders. Daarnaast mag [de minderjarige 1] van haar ouders niet met derden praten over het seksueel misbruik dat in het verleden heeft plaatsgevonden tussen haar broertje [broertje] richting haar zusjes [de minderjarige 2] en [de minderjarige 3] . Dit baart de Raad zorgen.
Met betrekking tot [de minderjarige 2] maakt de Raad zich zorgen dat zij een trieste indruk maakt en somber oogt. Zij scoort op school onvoldoende op alle leergebieden. De ouders zijn op de hoogte van de zorgen en met hen is besproken dat er een doorverwijzing moet komen voor professionele hulp. De ouders zijn het hiermee eens, maar het lukt hen niet om tot een afspraak te komen. De Raad maakt zich daarnaast zorgen over het seksueel (grensoverschrijdend) gedrag dat [de minderjarige 2] heeft meegemaakt met haar broer [broertje] Hier heeft zij tot op heden geen hulp voor gekregen. In het contact met haar broer wordt gezien dat zij gedrag laat zien zoals schreeuwen en gillen. De ouders willen geen aandacht en hulp voor het misbruik en lijken te hopen dat, door het te verzwijgen en te negeren, vanzelf verdwijnt.
Met betrekking tot [de minderjarige 3] maakt de Raad zich ook zorgen over het seksueel (grensoverschrijdend) gedrag dat heeft plaatsgevonden met haar broer [broertje] [de minderjarige 3] heeft hier nog geen hulp voor gekregen.
Met betrekking tot [de minderjarige 4] zijn geen grote zorgen naar voren gekomen. De school heeft wel gemerkt dat [de minderjarige 4] soms muf ruikt en dat hij moe in de klas komt. De ouders hebben geen gebruik gemaakt van de uitnodigingen voor screeningsonderzoeken bij de jeugdarts.
Met betrekking tot [de minderjarige 5] . Zij krijgt vanuit school therapie aangeboden voor haar (vermoedelijke) ADHD.
Met betrekking tot [de minderjarige 6] maakt de Raad zich zorgen over haar persoonlijke hygiëne. Zij wordt gezien als een aanwezig enthousiast meisje, maar er zijn zorgen over haar mondhygiëne. Haar voortanden zijn er uit vanwege het veelvuldig drinken uit een flesje. [de minderjarige 6] loopt achter in haar taal- /spraakontwikkeling.
De kinderen groeien op in een gezin dat door de buurt ervaren wordt als overlast gevend vanwege stank- en geluidsoverlast. Ook is er sprake geweest van het illegaal uitgraven van een kruipruimte om deze om te bouwen tot kroeg, van prostitutie vanuit het huis en het bezit van wapens. Er dreigt een mogelijke huisuitzetting. De ouders lijken onvoldoende te beseffen dat zij hier zelf verantwoordelijk voor zijn. De vader is naar eigen zeggen gediagnosticeerd met een angststoornis, hypochondrie, ADHD, ADD en een Autismespectrumstoornis. De indruk bestaat dat het de vader niet lukt om te reageren op de drukte in zijn gezin. De kinderen worden door de vader onvoldoende begrensd. De vader heeft mogelijk een gokverslaving, wat veel geld kost.
De Raad ziet bij alle kinderen ook krachten. Ondanks deze krachten concludeert de Raad dat de zorgen te groot zijn en de krachten van de ouders ontoereikend om deze zorgen weg te nemen. De kinderen worden daardoor ernstig in hun ontwikkeling bedreigd.
Volgens de Raad is het nodig dat er een regievoerder komt in het gezin om beslissingen te kunnen nemen in het belang van alle kinderen.