ECLI:NL:RBNHO:2024:1507
Rechtbank Noord-Holland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontruiming van bedrijfsruimte in kort geding met reeds aanhangige bodemprocedure
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 januari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Blackfish Beheer B.V. en Parfumerie Douglas Nederland B.V. Blackfish, de verhuurder, vorderde ontruiming van de bedrijfsruimte die door Douglas, de huurder, wordt gebruikt als parfumerie. Blackfish stelde dat zij spoedeisend belang had bij de ontruiming omdat zij een ontwikkelovereenkomst had gesloten met een derde partij, waarbij het gehuurde ontruimd moest worden voor herontwikkeling. Douglas betwistte echter het spoedeisend belang en voerde aan dat Blackfish niet onderbouwd had dat de herontwikkeling daadwerkelijk aanstaande was. De kantonrechter oordeelde dat Blackfish onvoldoende had aangetoond dat zij de uitkomst van de bodemprocedure niet kon afwachten. De huurovereenkomst bleef van kracht tot de rechter onherroepelijk had beslist over het einde ervan. De kantonrechter wees de vordering van Blackfish af, oordelend dat de zaak zich niet leende voor een kort geding en dat de uitkomst van de bodemprocedure onzeker was. Blackfish werd veroordeeld in de proceskosten.