Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De vordering
€ 13.545,-en dat aan de veroordeelde de verplichting zal worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dat bedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
2.Het verloop van de procedure
3.Het standpunt van de officier van justitie
4.Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
5.De beoordeling van de rechtbank
6.Vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel
€ 2.562,50.