Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure in de hoofdzaak
2.De procedure in de vrijwaringszaak
3.De feiten in de hoofdzaak
4.De feiten in de vrijwaringszaak
U betaalt éénmalig een bedrag van € 1.908,00. (…)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de Coöperatie Rabobank U.A. betaling van een restschuld van € 81.755,65 van [de man], die samen met [de vrouw] een hypothecaire lening is aangegaan voor de aankoop van een woning. Na verkoop van de woning in 2016 resteerde een schuld die niet volledig kon worden afbetaald. Rabobank heeft [de vrouw] na een betalingsregeling ontslagen uit de aansprakelijkheid voor de restschuld, maar vordert nu betaling van [de man]. De rechtbank oordeelt dat de vordering van Rabobank toewijsbaar is, omdat [de man] hoofdelijk aansprakelijk is voor de schuld. De vordering van [de man] in vrijwaring om [de vrouw] te veroordelen een deel van het bedrag aan hem te betalen, wordt afgewezen, omdat hij nog niet meer dan zijn deel van de schuld heeft betaald. De rechtbank stelt vast dat de restschuld gelijkelijk door beide partijen moet worden gedragen, en dat [de man] pas een regresvordering op [de vrouw] kan instellen als hij meer heeft betaald dan zijn aandeel in de schuld. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.