3.4.Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
In de zaak met parketnummer 15/300613-20 - zaak A.
1.
hij op 31 oktober 2020 te Arnhem een voorwerp, te weten:
- een bankpas (op naam gesteld van [slachtoffer 1] )
voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig misdrijf;
2.
hij op 16 december 2020 te De Meern een voorwerp, te weten:
- een mobiele telefoon (te weten een iPhone 8 Plus)
voorhanden heeft gehad en van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
3.
hij op 16 december 2020 te De Meern, gemeente Utrecht en/of Huisduinen, gemeente Den Helder, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van een bankpas (op naam gesteld van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 2] ), door:
- telefonisch contact met voornoemde [slachtoffer 2] op te nemen, en
- zich voor te doen als een bonafide medewerker van de ING Bank, en
- tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat er geld van haar bankrekening kan worden weggenomen en/of haar bankpas bij haar woning zal worden opgehaald, en
- zich te begeven in de woning van die [slachtoffer 2] (gelegen aan [adres] ) en zich voor te doen als een bonafide medewerker van de ING Bank en aan die [slachtoffer 2] te vragen haar bankpas af te geven;
4.
hij op 19 november 2020 te Heemskerk en/of Huisduinen, gemeente Den Helder, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van een bankpas en creditcard (op naam gesteld van die [slachtoffer 4] ) en responsnummers door:
- telefonisch contact met voornoemde [slachtoffer 4] op te nemen, en
- zich voor te doen als een bonafide medewerker van de fraudehelpdesk van de ABN AMRO Bank, en
- tegen die [slachtoffer 4] te zeggen dat er een (betaal)opdracht klaar staat om van zijn bankrekening een hoeveelheid geld (te weten 2500 euro) over te maken naar een Afrikaanse bankrekening en
- tegen die [slachtoffer 4] te zeggen dat het mogelijk is om deze (betaal)opdracht te annuleren door zijn bankrekening te blokkeren waarvoor die [slachtoffer 4] dient in te loggen in internet bankieren en dat de bankpas van die [slachtoffer 4] bij zijn woning zal worden opgehaald, en
- meermalen aan die [slachtoffer 4] te vragen om met zijn bankpas en pincode (via de e.dentifier van de ABN AMRO) in te loggen in internet bankieren en vervolgens het responsnummer door te geven, en
- zich te begeven bij de woning van die [slachtoffer 4] (gelegen aan [adres] ) en zich voor te doen als een bonafide medewerker van de ABN AMRO Bank en aan die [slachtoffer 4] te vragen zijn bankpas en/of creditcard af te geven en de bankpas en creditcard in ontvangst te nemen en die bankpas en creditcard door te knippen;
5.
hij op 19 november 2020 te Alkmaar en/of Huisduinen, gemeente Den Helder, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van een bankpas (op naam gesteld van [slachtoffer 5] ) door:
- telefonisch contact met voornoemde [slachtoffer 5] op te nemen, en
- zich voor te doen als een bonafide medewerker van de bank, en
- tegen die [slachtoffer 5] en/of voornoemde [slachtoffer 6] te zeggen dat frauduleuze handelingen zijn gepleegd met de bankrekening van die [slachtoffer 5] , en dat de bankpas van die [slachtoffer 5] bij haar woning zal worden opgehaald, en
- zich te begeven bij de woning van die [slachtoffer 5] (gelegen aan [adres] ) en zich voor te doen als een bonafide medewerker van de ING Bank en aan die [slachtoffer 6] te vragen de bankpas af te geven en de bankpas in ontvangst te nemen en de bankpas door te knippen.
In de zaak met parketnummer 10/138021-21 - zaak B.
hij op 3 februari 2021 te Dordrecht
,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld (in totaal 7.850 euro), welk geldbedrag toebehoorde aan [slachtoffer 7] , waarbij hij, verdachte, het weg te nemen geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door telkens onbevoegd en zonder toestemming van die [slachtoffer 7] gebruik te maken van een wederrechtelijk verkregen bankpas (op naam gesteld van die [slachtoffer 7] ) en de bij die bankpas horende pincode.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.