ECLI:NL:RBNHO:2024:13978

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
11049306 \ CV FORM 24-2390
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers na annulering vlucht door staking Franse luchtverkeersleiding

In deze zaak hebben de passagiers, die een vervoersovereenkomst hadden gesloten met Ryanair DAC, compensatie gevraagd na de annulering van hun vlucht van Malaga naar Amsterdam op 6 juni 2023. De annulering was het gevolg van een staking bij de Franse luchtverkeersleiding, wat volgens de vervoerder een buitengewone omstandigheid vormde. De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 1.600,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vervoerder voerde aan dat hij alle redelijke maatregelen had genomen en dat de annulering niet te voorkomen was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de annulering van de vlucht inderdaad het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter oordeelde dat de vervoerder voldoende had aangetoond dat hij de passagiers tijdig op de hoogte had gesteld van de annulering en hen de keuze had geboden tussen terugbetaling en alternatieve vluchten. De passagiers hadden gekozen voor terugbetaling, wat de vervoerder had geaccepteerd. De rechter concludeerde dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had genomen en dat het verzoek van de passagiers om compensatie werd afgewezen.

Daarnaast werden de passagiers veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat zij in het ongelijk waren gesteld. De kantonrechter verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de proceskosten direct moesten worden betaald, ongeacht eventuele verdere procedures.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11049306 \ CV FORM 24-2390
Uitspraakdatum: 18 december 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1]

2. [verzoeker 2]

beiden wonende te [plaats 1]
3. [verzoeker 3]
4. [verzoeker 4]beiden wonende te [plaats 2]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (ProBe-ASP B.V., handelend onder de naam Aviclaim)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Ryanair DAC
gevestigd te Dublin
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J. Croon (Croon Aviation Lawyers)

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 21 maart 2024;
  • het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 4 oktober 2024.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 6 juni 2023 vervoeren van Malaga Airport, Spanje, naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vlucht FR2334 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 1.600,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2023 tot aan de dag van betaling;
- € 240,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met € 400,00 per persoon (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij stelt dat de annulering van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden (artikel 5 lid 3 van de Verordening).

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.
4.3.
Volgens de vervoerder was de annulering van de vlucht het gevolg van een staking bij de Franse luchtverkeersleiding. Dit had consequenties voor alle vluchten die door het Franse luchtruim waren gepland, waaronder de vlucht in kwestie. Dit zou leiden tot een ernstige beperking van de capaciteit van de afhandeling van het luchtverkeer in West-Europa. Het was ook niet mogelijk om een alternatieve route te vliegen. Daarom heeft de vervoerder de vlucht preventief geannuleerd, aldus de vervoerder.
4.4.
Het verweer slaagt. De vervoerder heeft voldoende onderbouwd dat hij de vlucht moest annuleren vanwege de (verwachte) capaciteitsbeperking als gevolg van de staking van de Franse luchtverkeersleiding. Een dergelijke staking is niet inherent aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij kon hier evenmin invloed op uitoefenen. Daarom was de annulering van de vlucht het gevolg van buitengewone omstandigheden.
4.5.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de buitengewone omstandigheden te voorkomen. De vervoerder stelt dat hij geen invloed had op de staking van de Franse luchtverkeersleiding en dat hij de passagiers zo snel mogelijk van de annulering op de hoogte heeft gebracht. De passagiers betwisten dit. Zij voeren aan dat de vervoerder hen na de annulering geen alternatieve vlucht heeft aangeboden.
4.6.
De vervoerder heeft hier tegenin gebracht dat de passagiers wel degelijk de keuze is geboden tussen terugbetaling en een alternatieve vlucht naar de eindbestemming. Deze keuze hebben zij via de e-mail gekregen. Hierin wordt ook de mogelijkheid geboden om contact op te nemen met de vervoerder bij het vinden van alternatieve vervoersmogelijkheden. Passagiers sub 1 en sub 2 hebben hierbij gekozen voor terugbetaling, aldus de vervoerder.
4.7.
De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder hiermee voldoende heeft onderbouwd dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de gevolgen van de annulering te beperken. Hij heeft eveneens voldoende toegelicht dat hij de mogelijkheid heeft geboden voor alternatieve vluchten, waarbij passagiers sub 1 en sub 2 hebben gekozen voor terugbetaling. Het had op de weg van de passagiers gelegen om nader toe te lichten in hoeverre de door de vervoerder aangeboden alternatieve vluchten niet ‘passend’ waren, zoals zij in het vorderingsformulier hebben aangevoerd. Dit enkele betoog is onvoldoende om te concluderen dat de vervoerder niet alle redelijke maatregelen heeft genomen. Daarom zal het verzoek van de passagiers worden afgewezen.
4.8.
De passagiers hebben verzocht om de vervoerder alsnog in de proceskosten te veroordelen omdat de vervoerder niet inhoudelijk heeft gereageerd op de aanmaningen van de passagiers. Daarom waren zij genoodzaakt om de procedure op te starten, aldus de passagiers. De vervoerder betwist dit. Volgens hem is al in het aan de passagiers verzonden annuleringsbericht vermeld dat de vlucht was geannuleerd vanwege de staking van de Franse luchtverkeersleiding. Hij verwijst hierbij naar het overgelegde annuleringsbericht.
4.9.
De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder hiermee voldoende heeft onderbouwd dat hij al in de buitengerechtelijke fase heeft toegelicht waarom de vlucht was geannuleerd. In deze procedure heeft hij hetzelfde verweer gevoerd, zodat dit voor de passagiers vooraf duidelijk kon zijn. Daarom komen de proceskosten, conform de hoofdregel, voor rekening van de passagiers. Deze krijgen namelijk ongelijk. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagier, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van deze beschikking.

5.De beslissingDe kantonrechter:

5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 204,00 aan salaris gemachtigde en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 102,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van deze beschikking.
5.3.
verklaart deze beschikking – wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open