ECLI:NL:RBNHO:2024:13931

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
23_551
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving Drinkwaterwet: Afwijzing handhavingsverzoek tegen Lecc en PWN

In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 24 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn handhavingsverzoek door de minister van Infrastructuur en Waterstaat behandeld. Eiser, wonende in Schagen, verzoekt om handhavend op te treden tegen Lecc Exploitatie De Horn B.V. en PWN, omdat hij meent dat Lecc de Drinkwaterwet overtreedt door drinkwater te leveren aan zijn woning, die volgens hem geen deel uitmaakt van een bungalowpark. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft besloten dat Lecc de Drinkwaterwet niet overtreedt, aangezien het collectieve leidingnet waarvan Lecc eigenaar is, onderdeel uitmaakt van een bungalowpark. De rechtbank stelt vast dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat PWN niet verplicht is om eiser een tweede aansluiting op het leidingnet te bieden, en dat de zorgen van eiser over legionellabesmetting geen grond vormen voor handhavend optreden. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 23/551

uitspraak van de meervoudige kamer van 24 december 2024 in de zaak tussen

[eiser] , uit Schagen, eiser

en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat,

(gemachtigde: mr. M.A. van Werkhoven).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: de besloten vennootschap
Lecc Exploitatie De Horn B.V.en/of de besloten vennootschap
Lecc Vastgoed B.V.uit Tuitjenhorn (hierna gezamenlijk: Lecc).

Samenvatting

1.1.
Deze uitspraak gaat over de afwijzing van het verzoek van eiser
om handhavend op te treden tegen Lecc en PWN. Eiser is het niet eens met de afwijzing van zijn verzoek door de minister. In de beroepsgronden betwist eiser dat Lecc op grond van de Drinkwaterwet (Dww) drinkwater aan hem mag doorleveren, omdat eiser eigenaar is van zijn woning en de grond waarop deze staat zijn bezit is en geen deel uitmaakt van een bungalowpark. Om die reden moet PWN hem ook een eigen aansluiting geven op het leidingnet. Eiser stelt verder dat in de huidige situatie gevaar bestaat op legionellabesmetting. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van het handhavingsverzoek.
1.2.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de minister een juiste beslissing heeft genomen. De minister stelt terecht dat Lecc de Dww niet overtreedt, omdat het collectief leidingnet waarvan Lecc eigenaar of exploitant is, onderdeel uitmaakt van een bungalowpark. De minister heeft verder voldoende gemotiveerd dat op PWN, in overeenstemming met door PWN gehanteerde voorwaarden, niet de verplichting rust om eiser te voorzien van een tweede aansluiting op het leidingnet. De minister heeft verder voldoende gemotiveerd dat de door eiser geuite zorg over legionellabesmetting geen grond geeft om handhavend op te treden tegen Lecc dan wel PWN. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt.

Procesverloop

2.1.
Bij brief van 6 maart 2022 heeft eiser de minister verzocht om:
- handhavend op te treden tegen Lecc wegens het in strijd met de Dww illegaal doorleveren van drinkwater;
- ervoor zorg te dragen dat de eigenaren van de eigen woningen aan Park den Horn in overeenstemming met de Dww een aansluiting voor een eigen drinkwaterlevering bij PWN kunnen aanvragen.
In aanvulling op het verzoek heeft eiser in de zienswijze die hij heeft ingestuurd in reactie op het voornemen van de minister van 28 april 2022 om het handhavingsverzoek af te wijzen, gesteld dat er risico bestaat op legionellabesmettingen, dat PWN geen legionellacontrole heeft uitgevoerd en dat er geen testrapporten van het drinkwater zijn.
2.2.
De minister heeft het verzoek bij het besluit van 22 juni 2022 afgewezen, omdat er volgens hem geen grond is om handhavend op te treden tegen Lecc. Van een overtreding van de Dww is geen sprake, omdat Lecc als eigenaar/exploitant van een collectief leidingnet, dat onderdeel uitmaakt van een bungalowpark, drinkwater levert aan de recreatiewoning van eiser. De minister stelt verder dat, omdat de woning van eiser al via het collectieve leidingnet een drinkwatervoorziening heeft, PWN niet verplicht is om te voorzien in nog een drinkwatervoorziening op het door PWN beheerde leidingnet. De minister ziet vanuit het oogpunt van legionellapreventie ook geen aanwijzingen voor het nemen van nadere acties richting PWN of Lecc. Bij de beslissing op het bezwaar van eiser (het bestreden besluit) is de minister bij dit besluit gebleven.
2.3.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.4.
De rechtbank heeft Lecc en PWN uitgenodigd om als belanghebbende aan de zaak deel te nemen. PWN heeft aangegeven niet te willen deelnemen. Lecc heeft aangegeven te willen deelnemen. Eiser heeft op het aanmerken van Lecc als derde-partij gereageerd.
2.5.
De minister heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Lecc heeft ook schriftelijk gereageerd.
2.6.
De rechtbank heeft het beroep op 3 oktober 2024 op zitting behandeld. Eiser heeft hieraan deelgenomen vergezeld door [naam 1] en bijgestaan door [naam 2] . De minister is vertegenwoordigd door drs. [naam 4] , [naam 5] en voornoemde gemachtigde. Lecc is vertegenwoordigd door [naam 3] .

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van het verzoek van eiser om handhavend op te treden tegen Lecc en PWN. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser. De rechtbank bespreekt evenwel eerst het aanmerken van Lecc als derde-partij bij de zaak.
4. De voor de beoordeling toepasselijke wettelijke regels en beleidsregels staan in de bijlage bij deze uitspraak.
Is Lecc derde-partij?
5.1.
Bij brief van 20 maart 2024 heeft de rechtbank Lecc Exploitatie De Horn B.V. vooralsnog aangemerkt als derde-partij bij de zaak. Naar aanleiding van brieven van eiser waarin hij – onder meer – de rechtbank heeft verzocht om Lecc Exploitatie De Horn B.V. niet als derde-partij aan te merken, heeft de rechtbank eiser bij brief van 26 juni 2024 uitgelegd dat Lecc Exploitatie De Horn B.V. vooralsnog als belanghebbende is aangemerkt, omdat het door eiser ingediende handhavingsverzoek waarmee de beroepsprocedure is aangevangen zich richt tegen Lecc Vastgoed B.V. en/of Lecc Exploitatie De Horn B.V.
Bij deze brief heeft de rechtbank eiser ook bericht dat de uitnodiging aan Lecc Eploitatie De Horn B.V. daarom ook is gewijzigd naar Lecc Vastgoed B.V. en/of Lecc Exploitatie De Horn B.V.
5.2.
De rechtbank ziet in de stelling van eiser dat Lecc niet als derde-partij kan worden aangemerkt, omdat het handhavingsverzoek niet aan Lecc maar aan de minister is gericht, geen grond om terug te komen van de voorlopige beslissing om Lecc toe te laten als derde-partij bij de zaak. Eiser heeft het handhavingsverzoek weliswaar gestuurd aan de minister, maar het is gericht tegen zowel Lecc Vastgoed B.V. als ook tegen Lecc Exploitatie De Horn B.V.
Overtreedt Lecc de Drinkwaterwet?
6.1.
Eiser voert – kort samengevat – aan dat Lecc de Dww overtreedt, omdat Lecc niet de eigenaar is van een collectief leidingnet dat deel uitmaakt van een bungalowpark. Park de Horn is namelijk geen bungalowpark meer sinds alle gronden in particuliere handen zijn. Lecc Vastgoed B.V. is net als eiser eigenaar van een deel van de gronden. Lecc Exploitatie De Horn B.V. bezit niets. Eiser stelt verder dat ook van een collectief leidingnet geen sprake is. En er is ook geen sprake van een centraal aanleverpunt; er is sprake van maar één enkele aansluiting in de straat Park de Horn. Dat er nog leidingen lopen naar de 340 private woningen op eigen grond is een overblijfsel uit de tijd dat er nog een recreatieterrein werd gerund. Verder geldt dat Lecc Vastgoed B.V. noch Lecc Exploitatie De Horn B.V. eigenaar is van de leidingen. Dat de woning van eiser nog een recreatieve bestemming heeft, doet voor het recht op een eigen aansluiting niet ter zake. De Dww spreekt immers niet over bestemmingen, alleen over een bungalowpark als zodanig, en daarvan is geen sprake.
6.2.
De minister stelt dat Lecc niet in strijd handelt met artikel 4, eerste lid, onder b, van de Dww. Van toepassing is namelijk de uitzondering van artikel 4, vierde lid, onder a, ten derde van de Dww. Hierin is bepaald dat het verbod aan een eigenaar om drinkwater te distribueren aan consumenten niet geldt voor een eigenaar van een collectief leidingnet dat deel uitmaakt van een bungalowpark.
6.3.1.
De rechtbank is met de minister van oordeel dat van een overtreding van de Dww door Lecc geen sprake is. De rechtbank overweegt in dat verband allereerst dat zij eiser niet volgt waar hij het bestaan van het centraal afleverpunt betwist. Vast staat immers dat eiser drinkwater ontvangt en dat hij geen eigen aansluiting heeft op het leidingnetwerk van PWN. Eiser ontvangt het drinkwater dat door PWN wordt geleverd vanuit een centraal afleverpunt dat ligt op gronden die in eigendom zijn van Lecc Vastgoed B.V. Het drinkwater wordt vervolgens via binnenleidingen doorgeleverd aan onder meer eiser. Dat eiser het liever anders zou zien, maakt niet dat van een centraal afleverpunt geen sprake is.
6.3.2.
De rechtbank is verder van oordeel dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het drinkwater vanuit het centraal aanleverpunt wordt doorgeleverd via een collectief leidingnet zoals gedefinieerd in artikel 1, eerste lid van de Dww. Er is ter plaatse van Park De Horn namelijk sprake van een samenstel van leidingen dat permanent is aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf en door middel waarvan drinkwater of warm tapwater ter beschikking wordt gesteld aan consumenten of andere afnemers. Bij de vraag of wordt voldaan aan de definitie van collectief leidingnet speelt, anders dan eiser lijkt te stellen, geen rol wie eigenaar is van de gronden waarin het leidingnet ligt, door hoeveel kadastrale percelen het leidingnet loopt en welke bestemming er op die percelen rust. Van belang is evenmin of de woningen die op het leidingnet zijn aangesloten recreatief of permanent worden gebruikt en of deze woningen al dan niet deel uitmaken van een bungalowpark.
6.3.3.
De rechtbank is verder met de minister van oordeel dat het collectief leidingnet waarmee eiser drinkwater geleverd krijgt, onderdeel uitmaakt van een bungalowpark. De minister heeft onbetwist gesteld dat bij de aanleg van het collectieve leidingnet sprake was van een bungalowpark. De minister heeft verder voldoende gemotiveerd dat daarvan nog steeds sprake is. Hoewel minder dan in het verleden het geval was, kent het park nog collectieve voorzieningen en vindt op het park nog steeds beheer plaats. Dat beheer vindt onder meer plaats aan het collectieve leidingnet en het onderhoud van de wegen. De bewoners van het bungalowpark, waaronder ook eiser betalen daarvoor (in het geval van eiser weliswaar onder protest) ook beheerkosten. Op de woningen in het park rust volgens het geldende bestemmingsplan verder een recreatieve bestemming en in de toelichting op het bestemmingsplan is Park de Horn ook aangeduid als bungalowpark. Dat een aantal woningen op het park permanent mogen worden bewoond, doet aan het voorgaande niet af nu het merendeel van de woningen waarop het collectieve leidingnet is aangesloten nog een recreatieve bestemming heeft. Ook als de gemeente, zoals eiser stelt, bereid is aan zijn gronden een woonbestemming toe te kennen, neemt dit niet weg dat het overgrote deel van de op het collectieve leidingnet aangesloten objecten een recreatieve bestemming heeft en houdt.
6.3.4.
Met de minister is de rechtbank verder ook van oordeel dat de vraag wie eigenaar is van het collectieve leidingnet niet hoeft te worden beantwoord, omdat op grond van artikel 1, derde lid, van de Dww de exploitant van de voorziening of het leidingnet – dat is hier Lecc – met de eigenaar wordt gelijkgesteld.
6.3.5.
Omdat aan alle elementen van artikel 4, vierde lid, aanhef en onder a, ten derde van de Dww wordt voldaan, is deze uitzondering van toepassing op het verbod dat is neergelegd in het eerste lid van artikel 4 van de Dww. De minister heeft zich daarom terecht op het standpunt gesteld dat van een overtreding door Lecc geen sprake is en dat er daarom geen grondslag bestaat om handhavend op te treden tegen Lecc.
Moet PWN eiser een eigen aansluitpunt te geven?
7.1.
Eiser voert aan dat de minister ten onrechte stelt dat PWN hem geen eigen aansluiting voor drinkwater hoeft te geven. Hij stelt in dat verband dat van een collectief leidingnetwerk en een bungalowpark geen sprake is. Naast zijn woning heeft eiser een loods met een industriefunctie en ook daar weigert PWN een aansluiting te maken voor drinkwater.
Eiser stelt verder dat in de nieuwe straat De Berkenhof in Dirkshorn wel iedere woning een eigen aansluiting heeft gekregen. Er is geen enkel verschil met de woning of de loods van eiser. Omdat eiser deze niet krijgt is sprake van discriminatie in de zin van 8, derde lid, van de Dww.
7.2.1.
De rechtbank is van oordeel dat de minister zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat de Dww geen aansluitplicht kent, maar dat PWN op grond van artikel 8 van de Dww verplicht is om aan degene die daarom verzoekt een aanbod te doen om die persoon te voorzien van een aansluiting op het door PWN beheerde leidingnet. Op grond van het derde lid van artikel 8 hanteert PWN daarbij voorwaarden die redelijk, transparant en niet discriminerend zijn. De minister wijst er daarbij terecht op dat deze ook kunnen zien op de gevallen waarin niet tot aansluiting of levering zal worden overgegaan. [1] PWN heeft de door haar gehanteerde voorwaarden neergelegd in de Algemene Voorwaarden Levering Drinkwater PWN 2021 (hierna: Algemene voorwaarden) en het in dat kader gevoerde beleid. In artikel 2, derde lid, van de Algemene voorwaarden is de bevoegdheid neergelegd om in bepaalde omstandigheden niet over te gaan tot aansluiting. PWN kan van haar bevoegdheid gebruik maken ‘om aldus te voorkomen dat de belangen van het bedrijf of die van één van de aanvragers of gebruikers worden geschaad.’ Een van de voorwaarden waarmee PWN deze bevoegdheid verder heeft ingevuld houdt in dat woningen op bungalowparken niet individueel worden aangesloten op het door PWN beheerde leidingnet, maar via een centrale aansluiting op het park. PWN hanteert dat beleid, omdat het aansluiten van woningen op een bungalowpark ernstige risico’s met zich brengt voor de kwaliteit van het drinkwater in haar leidingnet, zorgt voor hoge kosten en potentiële uitvoeringsproblemen die niet in verhouding staan tot het belang van een individuele afnemer die met de centrale aansluiting op het bungalowpark al verzekerd is van drinkwaterleverantie. De minister heeft draagkrachtig gemotiveerd dat deze voorwaarde van PWN voldoet aan de gestelde eisen en dat deze redelijk, transparant en niet discriminerend zijn.
7.2.2
De woning van eiser beschikt – zoals hiervoor ook is overwogen – via een collectief leidingnet over een drinkwateraansluiting op het door PWN beheerde leidingnet. De rechtbank is van oordeel dat de minister zich daarom op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat PWN niet hoeft te voldoen aan het verzoek van eiser om hem te voorzien van nog een aansluiting op dat leidingnet. Het beroep van eiser op het gelijkheidsbeginsel gaat niet op, alleen al omdat de door eiser genoemde woningen niet zijn gerealiseerd op een bungalowpark.
Moet de minister handhavend optreden vanwege legionellaverplichtingen?
8.1.
Eiser voert aan dat het beheersplan [2] waarop de minister zich baseert bij zijn afwijzing om handhavend op te treden vanwege het gevaar op legionella besmettingen veel onjuistheden en onwaarheden bevat. De opdrachtgever is niet juist, ten onrechte is gesteld dat sprake is van een bungalowpark en een collectief leidingnet, en er wordt ten onrechte uitgegaan van eigenaarschap van Lecc Exploitatie De Horn B.V.. Ook Lecc Vastgoed B.V. is geen eigenaar van de leidingen. In het rapport staat verder ten onrechte dat alle watermeters en keerkleppen zijn gecontroleerd en dat alles in orde is. Er is echter niemand langs geweest om te controleren. Verder is de conclusie ook getrokken voor perceel 749, terwijl dat perceel helemaal geen aansluiting heeft. Anders dan in het beheersplan gesteld, heeft niet elke watermeter een keerklep; 90% van de watermeters heeft er geen. Verder stelt de minister ten onrechte dat van een tweede leidingnetwerk geen sprake is. Eiser weet dat daarvan sprake is en dat alle eigenaren van woningen die een beheersovereenkomst hebben gesloten met Lecc Exploitatie De Horn B.V. op het nieuwe systeem worden aangesloten. De resultaten van de uitgevoerde legionellabemonstering zijn niet vastgelegd. Daarom is niet terug te vinden welke tappunten zijn bemonsterd. Eiser vermoedt dat het tappunten betreft van het tweede waterleidingsysteem en dat gelet op de inhoud van het beheersplan er ook hier is gesjoemeld door c-mark en Lecc.
8.2.1.
De rechtbank overweegt dat op PWN de taak rust om te controleren of Lecc aan alle wettelijke verplichtingen voldoet, waaronder de kwaliteit van het geleverde drinkwater en de kwaliteit van het distributienet waarmee het drinkwater wordt geleverd. De minister houdt toezicht op de taakuitoefening door PWN en stelt zich daarbij terughoudend op. PWN heeft een controle verricht en de minister daarvan op 8 oktober 2021 op de hoogte gesteld. Met de minister is de rechtbank van oordeel dat daarmee sprake is van controle door PWN in het kader van legionellapreventie.
8.2.2.
Op 29 oktober 2021 heeft het gecertificeerd legionellapreventie-adviesbedrijf c-mark (onderdeel van Eurofins) de risicoanalyse en beheersplan legionellapreventie leidingwater opgesteld. De rechtbank volgt eiser niet in zijn kritiek op de inhoud van het beheersplan. De door eiser genoemde onjuistheden en onwaarheden betreffen voor een groot deel punten die hiervoor al zijn besproken, zoals de positie van Lecc, het bestaan van het collectief leidingnet en de aanwezigheid ter plaatse van een bungalowpark. Uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt reeds dat de rechtbank eiser op deze punten niet volgt. Verder geldt, en daar heeft de minister ook op gewezen, dat de risicoanalyse en het beheersplan zien op (controle van) het collectieve leidingnet en niet op afzonderlijke aansluitingen in de woningen.
8.2.3.
PWN heeft de uitvoering van de risicoanalyse en het beheersplan als voldoende beoordeeld en heeft Park de Horn op grond daarvan opgenomen in de reguliere controlecyclus. PWN zal bij een volgende controle bezien of Lecc de in de risicoanalyse en het beheersplan geconstateerde gebreken heeft hersteld. De rechtbank ziet met de minister geen redenen te twijfelen aan die beoordeling door en werkwijze van PWN.
8.2.4.
De rechtbank is verder van oordeel dat de minister afdoende heeft gemotiveerd dat onvoldoende basis bestaat voor eisers stelling dat sprake is van een tweede leidingnet. De enkele verklaring van eiser over waarnemingen van vermeende aanlegwerkzaamheden van leidingen is onvoldoende om het bestaan van een tweede leidingnet aannemelijk te hebben gemaakt. Te meer nu de legionella risicoanalyse en het beheersplan, uitgevoerd door een BRL 6010 gecertificeerd bedrijf, geen aanwijzing geeft voor het bestaan van een tweede leidingnet. Daarnaast hebben zowel PWN als c-mark aangegeven dat zij met een tweede collectief leidingnet ter plaatse van Park de Horn niet bekend zijn en voor de aanwezigheid van een tweede leidingnet ook geen aanwijzingen zien.
8.2.5.
De minister heeft verder afdoende gemotiveerd geen basis te zien voor gezondheidsrisico’s als gevolg van de toestand en wijze van beheer van het collectieve leidingnet op Park de Horn. Van Lecc heeft de minister vernomen dat de in de risicoanalyse en beheersplan voorschreven jaarlijkse keerkleppencontrole heeft plaatsgevonden. Ook heeft recent de voorgeschreven periodieke bemonstering op legionellabacteriën plaatsgehad. Het onderzoek is gedaan door laboratorium Eurofins, een geaccrediteerd bedrijf voor het uitvoeren van legionellabemonsteringen en analyses. De bemonstering heeft plaatsgevonden op 16 tappunten, zoals voorgeschreven in de legionella risicoanalyse en het beheersplan. Op geen van de onderzochte tappunten is een normoverschrijding geconstateerd. De omstandigheid dat de minister telefonisch op de hoogte is gebracht van de resultaten van bemonstering doet aan de conclusie van de minister niet af. De rechtbank ziet in hetgeen eiser over deze informatie verder heeft ingebracht, ook gelet op hetgeen hiervoor onder 8.2.4 over het door eiser gestelde tweede leidingnet is overwogen, geen grond voor een andersluidend oordeel.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.
Voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten zijn ook niet gemaakt.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. van Keken, voorzitter, en mr. M.H. Affourtit-Kramer en mr. T.J.H. Verstappen, leden, in aanwezigheid van mr. P.C. van der Vlugt, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 december 2024.
griffier
voorzitter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage wettelijk kader

Drinkwaterwet
Artikel 4
1. Het is aan andere personen dan de eigenaar van een drinkwaterbedrijf verboden om:
(..)
b. drinkwater te distribueren aan consumenten of andere afnemers.
(..)
4Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b, geldt voorts niet voor de eigenaar van een collectief leidingnet,
a. voor zover dat leidingnet deel uitmaakt van:
(..)
3°.een bungalowpark;
(..).
Artikel 8
1 De eigenaar van een drinkwaterbedrijf is verplicht, binnen het voor zijn bedrijf vastgestelde distributiegebied, aan degene, die daarom verzoekt, een aanbod te doen om die persoon te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde leidingnet.
(..).
3 De eigenaar van een drinkwaterbedrijf hanteert voorwaarden die redelijk, transparant en niet discriminerend zijn.
(..).
Artikel 24
1. De eigenaar van een drinkwaterbedrijf controleert de middellijk of onmiddellijk op het leidingnet van zijn bedrijf aangesloten woninginstallaties, collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten en overige installaties op gevaar voor verontreiniging van het leidingnet van zijn bedrijf.
(..)
4 De eigenaar van een middellijk of onmiddellijk op het leidingnet van een drinkwaterbedrijf aangesloten collectieve watervoorziening, collectief leidingnet, woninginstallatie of andere installatie, dan wel de huurder van het betreffende gebouw of de betreffende woning, is verplicht medewerking te verlenen aan de in het eerste en tweede lid bedoelde controles.
Algemene Voorwaarden Drinkwater PWN 2021
Artikel 2
(..)
3. Het bedrijf is bevoegd niet over te gaan tot het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting dan wel hiervoor bijzondere voorwaarden te stellen, om aldus te voorkomen dat de belangen van het bedrijf of die van één of meerdere aanvragers of verbruikers worden geschaad. (..).
(..)

Voetnoten

1.TK 2006-2007, 30895, nr, 3 (Memorie van Toelichting), zie artikelsgewijze toelichting op artikel 8 Dww
2.Gedoeld wordt op de risicoanalyse en beheersplan legionellapreventie leidingwater, opgesteld op 29 oktober 2021 door c-mark (onderdeel van Eurofins)