2.5.De volgende vragen zullen aan de deskundigen ter beantwoording worden voorgelegd:
Kunt u vaststellen of [erflater] gedurende zijn werkzaamheden bij TotalEnergies is blootgesteld aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) of andere voor de gezondheid schadelijke stoffen (waarbij u wordt verzocht om rekening te houden met de werkzaamheden van [erflater] zoals die blijken uit het dossier, waaronder de verklaringen afgelegd in het voorlopig getuigenverhoor)?
Indien uw antwoord op vraag a. bevestigend is, kunt u dan aangeven of die blootstelling heeft geleid of kan hebben geleid tot gezondheidsschade bij [erflater] , met name longkanker?
Indien uw antwoord op vraag b. bevestigend is, moet als gehele of gedeeltelijke oorzaak van de longkanker van [erflater] worden aangewezen de blootstelling aan PAK’s, de blootstelling aan tabaksrook, andere factoren, of een combinatie van een of meer van voorgaande mogelijkheden?
Kunt u daarbij een onderscheid maken per blootstellingsperiode:
- Periode 1979 – 1988;
- Periode 1989 – 19 februari 2000;
- Periode 20 februari 2000 – 2004;
- Periode na 2004?
Kunt u hierbij aangeven of er op uw vakgebied gebruikelijke normen zijn overschreden?
Zo ja, wilt u hierbij aangeven welke normen zijn overschreden?
Welke maatregelen waren in bedoelde periode volgens u bekend om gestelde blootstelling aan door u genoemde risicofactoren zoveel mogelijk te reduceren?
Kunt u bij uw antwoord op vraag f. de antwoorden specificeren per periode:
- Periode 1979 – 1988;
- Periode 1989 – 19 februari 2000;
- Periode 20 februari 2000 – 2004;
- Periode na 2004.
Is [erflater] in de fabriek van TotalEnergies in Beverwijk blootgesteld aan een hoeveelheid PAK’s die hoger lag dan de door de Nederlandse autoriteiten vastgestelde maximale grenswaarden en zo ja, in welke periode was dat?
Waren de gezondheidsrisico’s van PAK’s (openbaar) bekend in de periode 1978- 2004?
Kan de longkanker van [erflater] veroorzaakt zijn door zijn langjarig rookgedrag?
Indien de longkanker van [erflater] zowel is veroorzaakt door de blootstelling aan schadelijke stoffen gedurende zijn dienstverband als zijn rookgedrag kunt u dan aangeven in welke mate (kans of percentage) beide factoren hebben bijgedragen aan het ontstaan van zijn longkanker?
Welke andere omstandigheden (zoals genetica en andere) kunnen worden beschouwd als een aanvullende bijkomende oorzaak van de longkanker van de heer [erflater] ?
Zijn er nog andere feiten, omstandigheden of inzichten die u van belang vindt om te vermelden in het kader van uw onderzoek en het antwoord op de vragen?