Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Klein Alkmaar
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
27 november 2024voor het nemen van een akte zoals bedoeld onder rechtsoverweging 2.4;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 30 oktober 2024, is de stichting Klein Alkmaar als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft verzocht om veroordeling van de gedaagde tot betaling van € 420,34, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op twee overeenkomsten tussen een handelaar en een consument, waarbij de eisende partij niet heeft voldaan aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft ambtshalve vastgesteld dat de eisende partij niet heeft onderbouwd dat zij aan deze informatieplichten heeft voldaan, en heeft de eisende partij de gelegenheid gegeven om alsnog de benodigde informatie te verstrekken.
Daarnaast heeft de kantonrechter ambtshalve de algemene voorwaarden van de overeenkomst beoordeeld op de aanwezigheid van oneerlijke bedingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Algemene voorwaarden voor Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2016 van toepassing zijn en heeft enkele bedingen, zoals het rente- en incassobeding en het prijswijzigingsbeding, getoetst en niet oneerlijk bevonden. De eisende partij is in de gelegenheid gesteld om de vordering nader toe te lichten, met de waarschuwing dat een gebrek aan onderbouwing in toekomstige zaken kan leiden tot afwijzing van de vordering. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.