Op 19 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) verzocht om bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing en om vervangende toestemming voor noodzakelijke medische behandelingen, omdat de moeder van de kinderen niet meewerkte aan de hulpverlening en de ontwikkeling van de kinderen ernstig in gevaar kwam. De moeder was niet verschenen op de zitting, ondanks herhaalde oproepen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder de schriftelijke aanwijzing van 5 november 2024 niet heeft opgevolgd en dat de GI niet in contact kon komen met haar. Dit leidde tot stagnatie in de ontwikkeling van de kinderen, die al onder toezicht stonden sinds 26 april 2024. De kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing bekrachtigd en vervangende toestemming verleend voor de medische behandelingen, waaronder traumabehandelingen en diagnostiek voor de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de GI onmiddellijk kan overgaan tot uitvoering van de noodzakelijke hulpverlening.