Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
De rechtbank overweegt hiertoe het volgende. De verdachte heeft verklaard dat hij onder druk van een paar (volgens hem) ‘grote jongens’ heeft gehandeld. Hij heeft echter wisselend en vaag verklaard over waar die druk dan uit heeft bestaan. Als er al uitgegaan zou kunnen worden van de verklaring van de verdachte dat die middag tegen hem is gezegd dat hij persoonlijk aangepakt zou worden als hij niet zou meewerken, kan daaruit niet worden afgeleid dat sprake is geweest van een zodanige drang van buiten dat de verdachte daaraan redelijkerwijs geen weerstand kon en ook niet hoefde te bieden. Daarbij betrekt de rechtbank de eigen verklaring van de verdachte dat hij goed contact heeft met de wijkagent en dat de mogelijkheid bestond dat hij hem of zijn familie om hulp had kunnen vragen.
6.Motivering van de sancties
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
8.Vordering tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
honderdtachtig (180) dagen.
honderdzesendertig (136) dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
twee jaren.
honderdtachtig (180) urentaakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door negentig (90) dagen jeugddetentie.
[benadeelde partij 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.000,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
0 dagengijzeling.
[benadeelde partij 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
0 dagengijzeling.