Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
3.De beslissing
3 november 2025PRO FORMA;
Rechtbank Noord-Holland
Op 18 november 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een beschikking gegeven in een familiezakenprocedure betreffende de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige kind. De zaak is behandeld door een meervoudige kamer voor familiezaken, waarbij de vader werd vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Krim en de moeder door advocaat mr. S.L. Prass. De minderjarige, geboren op [geboortedatum], is onder toezicht gesteld en heeft sinds haar vijfde jaar geen contact meer gehad met haar vader. De rechtbank heeft de beslissing over de zorgregeling pro forma aangehouden in afwachting van de resultaten van de hulpverlening en de pogingen om het contact tussen vader en kind te herstellen. De kinderrechter heeft eerder in 2022 de ondertoezichtstelling van de minderjarige vastgesteld, die sindsdien is verlengd. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de minderjarige geen contact met haar vader wenst, wat de situatie bemoeilijkt. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om het contact te forceren, zodat de minderjarige een eigen beeld van haar vader kan vormen. De rechtbank heeft besloten dat er nog een poging moet worden ondernomen om de omgang op te bouwen, met professionele begeleiding van de gecertificeerde instelling. De beslissing over de zorgregeling is aangehouden tot begin november 2025, waarbij de rechtbank de advocaten heeft verzocht om schriftelijk te rapporteren over de laatste stand van zaken.