ECLI:NL:RBNHO:2024:13696

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Haarlem

Zaaknummer: 10862337 \ CV EXPL 24-226

Vonnis van 10 juli 2024

in de zaak van

PR GOEROES B.V.,

te Hoofddorp,

eisende partij,

hierna te noemen: PR Goeroes,

gemachtigde: Incasso advies B.V.,

tegen

EK VERKOOP B.V., handelend onder de naam
kunststofkozijn.nl,

te IJmuiden,

gedaagde partij,

hierna te noemen: EKV,

gemachtigde: mr. K.R. Stephan.

De zaak in het kort

EKV heeft PR Goeroes opdracht gegeven voor het verrichten van PR-werkzaamheden, in vervolg op een eerdere opdracht aan PR Goeroes. EKV heeft deze tweede opdracht opgezegd voordat de werkzaamheden door PR Goeroes waren afgerond. PR Goeroes maakt aanspraak op het volledige loon en beroept zich daarbij op haar algemene voorwaarden.

De kantonrechter wijst de vorderingen van PR Goeroes toe. Het verweer van EKV dat PR Goeroes fouten heeft gemaakt bij de dienstverlening slaagt niet, omdat dat verwijt betrekking heeft op de eerste opdracht en verder onvoldoende is toegelicht. Ook is niet gebleken dat EKV PR Goeroes in gebreke heeft gesteld. Daarom is geen sprake van ontbinding, maar van een opzegging. De reden voor de opzegging is niet aan PR Goeroes toe te rekenen. Op grond van de algemene voorwaarden van PR Goeroes moet EKV in dat geval het volledige loon betalen. Omdat EKV door ondertekening van de offerte heeft verklaard dat zij akkoord gaat met de algemene voorwaarden en dat zij de algemene voorwaarden heeft ontvangen, is EKV gebonden aan de algemene voorwaarden.

1.De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 8 mei 2024, waarin een mondelinge behandeling is gelast, en de daarin genoemde stukken;

- de mondelinge behandeling van 14 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

1.2.

Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.

PR Goeroes heeft op 31 augustus 2023 aan EKV per e-mail een offerte gestuurd voor het verzorgen van de public relations (PR) van een project van EKV. PR Goeroes had eerder al werkzaamheden voor EKV verricht en afgerond, waarvoor EKV aan PR Goeroes een bedrag van € 1.850,- heeft betaald (hierna: de eerste opdracht).

2.2.

De werkzaamheden die PR Goeroes zou gaan verrichten op basis van de offerte van 31 augustus 2023 (hierna: de tweede opdracht) hielden in: het opzetten van een medialijst, het opstellen van een persbericht en het aantrekken van media-aandacht voor het project van EKV. Voor deze werkzaamheden heeft PR Goeroes een bedrag van € 3.500,- (exclusief btw) geoffreerd. In de offerte is onder meer het volgende vermeld:

“
Overige condities en voorwaarden

(…)

Ondergetekende heeft de algemene voorwaarden gelezen en begrepen, en gaat akkoord met deze voorwaarden
De algemene voorwaarden zijn bijgesloten bij de offerte”

2.3.

EKV, vertegenwoordigd door [betrokkene], heeft de offerte voor de tweede opdracht op 6 september 2023 ondertekend (hierna: de overeenkomst).

2.4.

In de algemene voorwaarden van PR Goeroes is in artikel 5 het volgende vermeld:

“
5. Opzegging

(…)

b.
PR Goeroes heeft bij voortijdige beëindiging en indien de reden voor de opzegging niet aan hem is toe te rekenen, recht op compensatie. Partijen spreken in dat kader af dat de compensatie bij voorbaat gelijk staat aan de volledige overeengekomen vergoeding, ongeacht of PR Goeroes alle overeengekomen werkzaamheden heeft uitgevoerd. (…)”

2.5.

Op 2 november 2023 heeft [betrokkene] van EKV telefonisch medegedeeld geen uitvoering te willen geven aan de overeenkomst. PR Goeroes heeft per email van diezelfde dag de opzegging door EKV bevestigd en aanspraak gemaakt op het afgesproken bedrag van € 3.500,-. Op 3 november 2023 heeft PR Goeroes aan EKV daarvoor een factuur gestuurd, vermeerderd met de btw van 21%.

2.6.

Per e-mail van 7 november 2023 heeft EKV toegelicht dat PR Goeroes tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. Ook heeft EKV aangevoerd dat nog niet was begonnen met de uitvoering van de tweede opdracht, zodat PR Goeroes geen aanspraak kan maken op betaling van het volledige bedrag.

3.Het geschil

3.1.

PR Goeroes vordert - samengevat - dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, EKV veroordeelt tot betaling aan PR Goeroes van:

€ 4.235,- te vermeerderen met de contractuele rente van 14% vanaf 7 november 2023;
€ 635,25 aan buitengerechtelijke incassokosten;

met veroordeling van EKV in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.

3.2.

PR Goeroes legt hieraan ten grondslag dat EKV de overeenkomst op 2 november 2023 voortijdig heeft opgezegd. Op grond van artikel 5 sub b van de algemene voorwaarden, althans op grond van artikel 7:411 lid 2 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), moet EKV daarom het volledige afgesproken loon betalen. EKV is sinds 7 november 2023 in verzuim, omdat zij toen heeft verklaard niet te zullen nakomen. De contractuele rente bedraagt de wettelijke handelsrente vermeerderd met 2% (artikel 9 sub a algemene voorwaarden) en de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bedraagt 15% van de hoofdsom (artikel 9 sub f van de algemene voorwaarden), aldus het betoog van PR Goeroes.

3.3.

EKV voert verweer. Zij voert primair aan dat PR Goeroes tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen en dat EKV daarom de overeenkomst op 2 november 2023 mondeling heeft ontbonden, zodat zij geen vergoeding is verschuldigd. Subsidiair voert EKV aan dat de algemene voorwaarden niet zijn verstrekt, zodat PR Goeroes slechts aanspraak kan maken op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon (artikel 7:411 lid 1 BW). In dit geval is geen loon verschuldigd, omdat het eindigen van de overeenkomst niet is toe te rekenen aan EKV, PR Goeroes geen noemenswaardige werkzaamheden heeft verricht en EKV daarvan ook geen voordeel heeft gehad, aldus het betoog van EKV.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.

Aan de kantonrechter ligt de vraag voor of EKV verplicht is om het volledige afgesproken loon voor de tweede opdracht te betalen aan PR Goeroes. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend en licht dit als volgt toe.

Geen sprake van ontbinding

4.2.

PR Goeroes baseert haar vordering op een voortijdige opzegging door EKV. Volgens EKV moet haar verklaring van 2 november 2023 echter niet worden aangemerkt als een opzegging, maar als een mondelinge ontbindingsverklaring, zodat zij geen vergoeding aan PR Goeroes is verschuldigd.

4.3.

Voor een geslaagd beroep op ontbinding moet sprake zijn van een tekortkoming van PR Goeroes en verzuim^[1]. Volgens EKV bestaat de tekortkoming van PR Goeroes eruit dat zij fouten heeft gemaakt in de uitvoering van de opdracht, onder meer door een verkeerde bedrijfsnaam te gebruiken.

4.4.

De kantonrechter is van oordeel dat EKV de tekortkoming van PR Goeroes onvoldoende heeft geconcretiseerd. Kennelijk gaat het er om dat PR Goeroes de naam “Kunststof Kozijn” en/of “kunststofkozijnen.nl” heeft gebruikt, terwijl de handelsnaam van EKV “kunststofkozijn.nl” is. Wanneer en in welke context PR Goeroes deze fout heeft gemaakt heeft EKV echter niet toegelicht. Volgens PR Goeroes is dat (alleen) gebeurd tijdens de uitvoering van de eerste opdracht en bovendien uitsluitend in een concept persbericht, dat alleen aan EKV zelf is toegestuurd ter controle. EKV heeft dat niet (concreet) weersproken, zodat de kantonrechter daarvan uitgaat. Deze fout in de uitvoering van de eerste opdracht kan geen grond vormen voor ontbinding van de tweede overeenkomst. EKV heeft er immers (ondanks die fout(en)) zelf voor gekozen om aan PR Goeroes - een tweede opdracht te geven. Dat volgens EKV de tweede opdracht voortbouwt op de eerste opdracht maakt dat niet anders. Of de fout(en) in de uitvoering van de eerste opdracht een (voldoende zwaarwegende) tekortkoming oplevert, kan daarom in het midden blijven.

4.5.

Dat er tijdens de uitvoering van de tweede opdracht fouten zijn gemaakt door PR Goeroes heeft EKV niet, of onvoldoende concreet, gesteld, zodat reeds daarom het beroep op ontbinding niet kan slagen.

4.6.

Daarbij komt dat evenmin is gebleken dat PR Goeroes in verzuim verkeerde. Daarvoor is (in beginsel) nodig EKV aan PR Goeroes een schriftelijke aanmaning heeft gestuurd, waarbij PR Goeroes een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft (een ingebrekestelling).^[2]Daarvan is geen sprake. EKV stelt slechts dat zij tijdens of na de uitvoering van de eerste opdracht mondeling bij PR Goeroes heeft geklaagd, maar dat is onvoldoende. Bovendien had dit klagen van PR Goeroes geen betrekking op (de uitvoering van) de tweede opdracht.

4.7.

Het voorgaande betekent dat het verweer van EKV dat de overeenkomst op 2 november 2023 is ontbonden, niet wordt gevolgd.

Algemene voorwaarden zijn van toepassing

4.8.

PR Goeroes baseert haar vordering op haar algemene voorwaarden. EKV heeft weersproken dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst, omdat zij niet aan EKV zijn verstrekt.

4.9.

Overwogen wordt dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn als dat is overeengekomen. Daarvan is sprake, omdat in de door EKV ondertekende offerte is vermeld dat EKV met de algemene voorwaarden van PR Goeroes akkoord gaat. De kantonrechter begrijpt het verweer van EKV aldus dat zij stelt dat de algemene voorwaarden vernietigbaar zijn, omdat PR Goeroes aan EKV niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen, nu de algemene voorwaarden volgens EKV niet voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan haar ter hand zijn gesteld.^[3]

4.10.

PR Goeroes stelt dat zij de algemene voorwaarden wél aan EKV heeft verstrekt en heeft ter onderbouwing van dat standpunt erop gewezen dat EKV in de ondertekende offerte uitdrukkelijk heeft verklaard dat zij “
de algemene voorwaarden[heeft]
gelezen en begrepen” en dat “
de algemene voorwaarden zijn bijgesloten bij de offerte”.

4.11.

Naar het oordeel van de kantonrechter levert de door EKV ondertekende offerte (als onderhandse akte) dwingend bewijs op ten aanzien van deze verklaringen van EKV^[4]. Dat betekent dat de kantonrechter in beginsel voor waar aanneemt dat PR Goeroes de algemene voorwaarden voorafgaand of bij het sluiten van de overeenkomst aan EKV heeft verstrekt^[5].

4.12.

Tegenbewijs tegen dit dwingende bewijs staat vrij.^[6]Wel moet een partij die wil worden toegelaten tot tegenbewijs, de betwisting van de feiten waartegen het tegenbewijs zich richt, voldoende motiveren. Daaraan heeft EKV niet voldaan. EKV heeft volstaan met de blote betwisting dat de algemene voorwaarden aan haar zijn verstrekt. Bijvoorbeeld heeft EKV desgevraagd geen opheldering gegeven over het feit dat zij na ontvangst van de offerte niet (schriftelijk of mondeling) bij PR Goeroes heeft geprotesteerd tegen de verklaring dat de algemene voorwaarden waren bijgesloten, terwijl die verklaring op in het oog springende wijze is vermeld in de offerte (namelijk direct onder de voor EKV relevante prijsopgave en in een groot/duidelijk lettertype) en de beide directeuren van EKV ter zitting hebben toegelicht dat zij de offerte goed hebben gelezen.

Omdat EKV haar betwisting dat de algemene voorwaarden aan haar zijn verstrekt niet heeft gemotiveerd, wordt aan het leveren van tegenbewijs door EKV niet toegekomen.

4.13.

Voor zover EKV zich dus heeft beroepen op vernietiging van de algemene voorwaarden, wordt dat verweer van EKV niet gevolgd. De algemene voorwaarden van PR Goeroes zijn daarom geldig en van toepassing op de overeenkomst met EKV.

Reden van de opzegging is niet aan PR Goeroes toe te rekenen

4.14.

Dat betekent dat de kantonrechter de vordering van PR Goeroes moet toetsen aan artikel 5 sub b van de algemene voorwaarden van PR Goeroes. Daarin staat dat EKV een compensatie ter hoogte van het volledige loon moet betalen, als de overeenkomst voortijdig wordt beëindigd en de reden voor de opzegging niet aan PR Goeroes is toe te rekenen.

4.15.

EKV voert aan dat de reden van de opzegging van 2 november 2023 aan PR Goeroes moet worden toegerekend, omdat PR Goeroes fouten heeft gemaakt in de dienstverlening. Daarin volgt de kantonrechter EKV niet. Verwezen wordt naar hetgeen in 4.4 tot en met 4.6 is overwogen. Van een fout van PR Goeroes is niet gebleken. Daarom neemt de kantonrechter als vaststaand aan dat de reden van de opzegging niet aan PR Goeroes is toe te rekenen.

Volledige loon met rente en kosten is verschuldigd

4.16.

Het voorgaande betekent dat EKV op grond van artikel 5 sub b van de algemene voorwaarden van PR Goeroes een compensatie aan PR Goeroes is verschuldigd ter hoogte van het volledige overeengekomen loon. De omstandigheid dat PR Goeroes volgens EKV nauwelijks werkzaamheden heeft verricht voor de tweede opdracht doet daaraan niets af, omdat in artikel 5 sub b van de algemene voorwaarden is bepaald dat EKV het loon verschuldigd is ongeacht of PR Goeroes werkzaamheden heeft verricht. EKV heeft zich er verder op beroepen dat zij al € 1.850,- heeft betaald aan PR Goeroes. Deze betaling had echter betrekking op de eerste opdracht en dus op andere werkzaamheden van PR Goeroes, zodat dit niet in mindering strekt op de aan PR Goeroes toekomende beloning voor de tweede opdracht.

4.17.

De gevorderde hoofdsom zal daarom worden toegewezen. De gevorderde contractuele rente vanaf 7 november 2023 (artikel 9 sub a van de algemene voorwaarden) en de contractuele vergoeding voor buitengerechtelijke kosten ter hoogte van 15% van de hoofdsom (artikel 9 sub f van de algemene voorwaarden) zijn onweersproken en daarom eveneens toewijsbaar.

Proceskosten

4.18.

EKV is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van PR Goeroes worden begroot op:

- kosten van de dagvaarding

€

109,44

- griffierecht

€

496,00

- salaris gemachtigde

€

542,00

(2,00 punten × € 271,00)

- nakosten

€

135,00

Totaal

€

1.282,44‬

4.19.

De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter

5.1.

veroordeelt EKV tot betaling aan PR Goeroes van:

€ 4.235,- te vermeerderen met de contractuele rente van 14% per jaar vanaf 7 november 2023 tot de dag der algehele voldoening;
€ 635,25 aan buitengerechtelijke incassokosten;

5.2.

veroordeelt EKV in de proceskosten van € 1.282,44, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als EKV niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet EKV ook de kosten van betekening betalen;

5.3.

veroordeelt EKV in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;

5.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2024.

1538