In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 december 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de gesloten uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de jeugdige]. De minderjarige, geboren op [geboortedatum] in [plaats], heeft ernstige gedragsproblemen en is meerdere keren strafrechtelijk gedetineerd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat eerdere uithuisplaatsingen in verschillende settings, waaronder een netwerkpleeggezin en een forensische behandelsetting, niet hebben geleid tot een afname van de gedragsproblemen. De minderjarige heeft zich onttrokken aan behandelingen en vertoont grensoverschrijdend gedrag, wat de ontwikkeling ernstig belemmert.
De gecertificeerde instelling De Jeugd- en Gezinsbeschermers heeft op 14 november 2024 een verzoek ingediend voor een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de duur van zes maanden. De kinderrechter heeft de noodzaak van deze maatregel onderbouwd door te verwijzen naar de ernst van de opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige. De kinderrechter heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen te behandelen en dat een verlenging van de gesloten uithuisplaatsing noodzakelijk is om verdere escalatie te voorkomen en de veiligheid te waarborgen.
De kinderrechter heeft de machtiging verleend om de minderjarige op te nemen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 1 januari 2025 tot 7 februari 2025. Het verzoek van de GI voor een langere termijn is afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.