Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Achterstand VvE-bijdrage en wettelijke rente
Buitengerechtelijke incassokosten
Proceskosten
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de vereniging van eigenaars (VvE) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens achterstallige VvE-bijdragen. De VvE heeft op 29 juli 2024 een dagvaarding uitgebracht, waarna [gedaagde] schriftelijk heeft geantwoord. Tijdens een zitting op 12 november 2024 is de zaak behandeld, waarbij ook een andere zaak van [gedaagde] tegen de VvE aan de orde kwam. De VvE vordert een totaalbedrag van € 11.670,88, bestaande uit achterstallige bijdragen, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De achterstand is ontstaan omdat [gedaagde] sinds juni 2019 zijn maandelijkse bijdrage van € 207,89 niet meer heeft betaald. De VvE legt de vordering ten grondslag aan de verplichting van [gedaagde] om bij te dragen aan de gemeenschappelijke kosten van het flatgebouw, zoals vastgelegd in de splitsingsakte en het modelreglement.
[gedaagde] betwist de vordering en stelt dat de dagvaarding in strijd is met het procesrecht, omdat hij zelf een procedure tegen de VvE heeft lopen. De kantonrechter oordeelt echter dat de VvE gerechtigd was om [gedaagde] te dagvaarden, ondanks de lopende procedure. De rechter stelt vast dat [gedaagde] niet heeft betwist dat hij sinds juni 2019 geen bijdrage meer heeft betaald en dat zijn verweer niet opgaat. De rechter wijst de vordering van de VvE toe, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de achterstand en toekomstige bijdragen tot het einde van het lopende boekjaar.