Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 december 2024 in de zaak tussen
het dagelijks bestuur van Recreatieschap Geestmerambacht, het recreatieschap
Inleiding
13 documenten geheel, 20 documenten gedeeltelijk en 34 documenten niet openbaar gemaakt zijn. Met het in beroep bestreden besluit van 26 april 2023 op het bezwaar van eiseres heeft het recreatieschap besloten het primaire besluit in stand te laten.
Totstandkoming van het bestreden besluit
(bedrijfs- en fabricagegegevens), artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Woo
(economische of financiële belangen), artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo
(eerbiediging persoonlijke levenssfeer)en artikel 5.2, eerste lid, van de Woo
(intern beraad/persoonlijke beleidsopvattingen).
Wettelijk kader
Beoordeling door de rechtbank
vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens) op grond van artikel 5.1, zesde lid, van de Woo een relatieve uitzonderingsgrond. Dan kan openbaarmaking alleen worden geweigerd wanneer de bescherming van bedrijfs- en fabricagegegevens door openbaarmaking ernstig wordt geschaad en het belang van openbaarheid niet opweegt tegen deze schade. Ook de absolute uitzonderingsgrond van artikel 5.2, eerste lid, van de Woo (
intern beraad/persoonlijke beleidsopvattingen) wordt op grond van artikel 5.2, vierde lid, van de Woo een relatieve uitzonderingsgrond. Daarom had het recreatieschap het belang van de bescherming van de persoonlijke beleidsopvattingen moeten afwegen tegen het belang van openbaarmaking. Daarbij kan informatie over persoonlijke beleidsopvattingen worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Verder is de uitzonderingsgrond van artikel 5.2, tweede lid, aanhef en onder b, van de Woo (
economische of financiële belangen) op milieu-informatie slechts van toepassing voor zover de informatie betrekking heeft op handelingen met een vertrouwelijk karakter. Desgevraagd heeft het recreatieschap ter zitting aangegeven dat de documenten niet op deze manier zijn beoordeeld. Dat betekent dat de motivering van het bestreden besluit niet afdoende is. Ook deze grond slaagt. Het beroep is gelet op het vorenstaande gegrond. Gelet hierop komt de rechtbank niet toe aan de overige beroepsgronden.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 26 april 2023;
- draagt het recreatieschap op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat het recreatieschap het griffierecht van € 365,- aan eiseres moet vergoeden.
mr. dr. J.C. de Wit, leden, in aanwezigheid van drs. A.F. Hermus-Zoetmulder, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 december 2024.