ECLI:NL:RBNHO:2024:1359

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 januari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
C/15/347969 / FA RK 24-127
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging aansluitend op machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel

Op 26 januari 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een manie met psychotische kenmerken. De officier van justitie had op 10 januari 2024 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen waren gevoegd, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 januari 2024 zijn de betrokkene, zijn advocaat, een psychiater, een verpleegkundige en de partner van de betrokkene gehoord. De rechtbank concludeerde dat er ernstig nadeel was voor de betrokkene en dat verplichte zorg noodzakelijk was om zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren.

De rechtbank oordeelde dat de betrokkene zorg nodig had, gezien zijn eerdere inconsistentie in medicatie-inname en de ernst van zijn psychische toestand. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 26 juli 2024, en stelde dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief was. De rechtbank wees erop dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren en dat de zorgmachtiging noodzakelijk was om de veiligheid van de betrokkene en anderen te waarborgen. De beschikking werd openbaar uitgesproken door rechter J. van Beek, met griffiers N.L. de Groot en S.M.J. Boon aanwezig.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/347969 / FA RK 24-127
beschikking van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2024,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] (Sovjet-Unie),
wonende te [plaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. M.M.C. Wingen, gevestigd te Heemstede.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 januari 2024, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 9 januari 2024;
  • de medische verklaring van 2 januari 2024;
  • het zorgplan van 2 januari 2024;
  • een afschrift van de beschikking van deze rechtbank van 20 december 2023 waarbij een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend;
  • een afschrift van de relevante politiemutaties, opgemaakt op 18 december 2023;
  • een overzicht van eerder verzochte/verleende machtigingen ingevolgde de Wvggz.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 januari 2024, bij het FACT Zuiderpoort te Haarlem.
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [psychiater] , psychiater;
  • [verpleegkundige tevens casemanager] , verpleegkundige tevens casemanager;
  • de partner van betrokkene.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een manie met psychotische kenmerken.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige materiële schade;
  • ernstige financiële schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Door betrokkene is ter zitting aangegeven dat hij bereid is om zijn medicatie in te blijven nemen. Hoewel hij last heeft van bijwerkingen, beseft hij nu dat de medicatie hem beter heeft gemaakt. Daarnaast wordt hij in het nemen van medicatie ondersteund door zijn partner. De advocaat heeft hieraan toegevoegd dat betrokkene in het verleden zijn medicatie niet consequent heeft ingenomen, omdat hij lichamelijke klachten ervaarde. Doordat betrokkene een sociaal vangnet heeft en in een stabiele omgeving verblijft, wordt verzocht de zorgmachtiging in duur te beperken tot drie maanden.
2.5.
De casemanager heeft aangegeven dat betrokkene meerdere keren is gestopt met medicatie inname, waardoor een zorgmachtiging van belang wordt geacht. De psychiater heeft hieraan toegevoegd dat de eerste periode na een manische ontregeling erg kwetsbaar is. Daar komt bij dat de ernst van de ontregeling fors was. Gelet hierop wordt een zorgmachtiging nodig geacht, zodat direct ingegrepen kan worden op het moment dat betrokkene opnieuw zou decompenseren. Een periode van zes maanden moet voldoende zijn om herstel en stabiliteit vast te kunnen houden.
2.6.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit de overgelegde stukken blijkt dat sprake is geweest van een ernstige manische ontregeling, waardoor het van belang is dat betrokkene de voorgeschreven medicatie in blijft nemen. Gebleken is dat betrokkene na zijn ontslag in februari 2023 en na zijn eerste opname in december 2023 zijn medicatie niet heeft ingenomen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er op dit moment nog geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
- het beperken van bewegingsvrijheid;
- het insluiten van betrokkene (
telkens voor maximaal een week);
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
Aangezien uit de medische verklaring en het zorgplan is gebleken dat de verzochte verplichte zorg in de vorm van het toedienen van vocht en voeding niet noodzakelijk zijn, zullen deze niet als verplichte zorg worden opgenomen. Met instemming van de psychiater is de verplichte zorg in de vorm van het insluiten van betrokkene beperkt tot telkens een week per toepassing.
2.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.8.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Gelet op de prille positieve ontwikkeling ziet de rechtbank geen aanleiding om de zorgmachtiging in duur te beperken zoals verzocht door de advocaat. Mede gelet op de mogelijke medicatieafbouw in verband met de door betrokkene ervaren bijwerkingen, zal een zorgmachtiging op de achtergrond nodig zijn zodat indien nodig snel kan worden ingegrepen. De zorgmachtiging zal daarom worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt dus tot en met 26 juli 2024.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [plaats] (Sovjet-Unie), met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.6 is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.6 een kortere duur is vermeld.
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
26 juli 2024.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. van Beek, rechter, in tegenwoordigheid van mr. N.L. de Groot en S.M.J. Boon als griffiers en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2024.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 9 februari 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.