Op 24 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 22 september 2024 te Schiphol opzettelijk bijna 7 kilo cocaïne heeft ingevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie, mr. B. Rademacher, heeft gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. H.G. Koopman, pleitte voor een lagere straf op basis van persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en heeft een gevangenisstraf van 40 maanden opgelegd. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de hoeveelheid cocaïne en de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere strafblad en de impact van een gewapende overval op zijn leven. De rechtbank heeft ook de bijkomende straf van verbeurdverklaring van een geldbedrag van € 1.050,00 en een rolstoel opgelegd, die in verband stonden met het strafbare feit. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier D.H. Geuze en is openbaar uitgesproken.